Hemelvaartsdag/bevrijdingsdag
‘Gij zijt opgevaren naar omhoog ...’ (Psalm 68:19) ‘’Degene die neergedaald is, is ook degene die opgevaren is ver boven alle hemelen, om alle dingen te vervullen’(Efeze 4:10)
G‘God staat op’. Zo begint Psalm 68. Wij geloven en belijden dat Hij is opgestaan en ‘opgevaren naar de hemel’. De apostel Paulus past – aldus Calvijn – onze Psalm toe op Christus, de eeuwige Koning in het geslacht van David. Met deze toepassing trad Calvijn in het voetspoor van de kerkvaders. Reeds eerder ging Luther die weg, geinspireerd door Augustinus: ‘Deze Psalm is een profetie van Christus (...) en het 19 de vers is het belangrijkste van het hele lied’. In heel oude liturgieën van het feest van Hemelvaart, heeft Psalm 68 de boventoon, ook – bij voorbeeld – in het Book of common prayer.
Wanneer wij de tekst van onze Psalm op de voet volgen, herkennen wij het motief van de Exodus, de uittocht – de bevrijding – van Gods volk uit het concentratiekamp Egypte en de Godsopenbaring op de Sinai. Vervolgens de doortocht door de wildernis en de intocht in het land van belofte, waar de optocht achter ‘de ark van het verbond’ plaatsvindt naar de berg des Heren, Sion, het heiligdom, de tempel te Jeruzalem. Veel ‘stof’ voor meditatie. Teveel voor deze aflevering van Ecclesia. Nu gaat het om de wijze waarop de katholieke Kerk de Psalmen tot op heden heeft gelezen en verstaan, namelijk in gehoorzaamheid aan Christus, die uitgerekend op Pasen zegt dat de Psalmen van Hem getuigen (Luk.24). Wij willen niet wijzer zijn dan de apostel Paulus, wiens exegese van onze tekst van doorslaggevend gewicht is (Ef.4). Met deze keuze zijn wij tevens leerlingen van H.F. Kohlbrugge.
‘Gij zijt opgevaren naar omhoog’ (‘in den hoge’ St.Vert.). ‘Omhooggaan’ slaat niet alleen op het feit dat JHWH zijn aardse woning betrekt (in Jeruzalem), maar ook dat Hij ten hemel ‘opvaart’, zo hoog als maar mogelijk is (Ps.148). Onze God is de Allerhoogste! Christus is ‘uitermate verhoogd’ (Fil. 2), ‘opgenomen in de hemel’ (Hand.1; vgl. Luk.24), ‘aan Gods rechterhand’ (Mk. 16). Hoe weet ik dus dat de Heiland in de hemel is? Niet omdat het wetenschappelijk is bewezen. zelfs niet omdat Jezus’ discipelen konden zien dat Hij zich van hen verwijderde de hoogte in. ‘Deze Jezus (...) is opgenomen in de hemel’, zegt een hemelbode en dat is ons genoeg. En die wolk dan? (Hand.1) Dat is niet een soort wolk dat ik kan zien wanneer ik uit mijn raam kijk. Het is de wolk uit het boek Exodus, de wolk die God verhult, de wolk die Jezus onttrekt aan onze ogen, zoals eerder op ‘de berg der verheerlijking’ (Mk. 9:7). Hemelvaart is dus geen ruimtelijk gebeuren en het afscheid betekent geen absolute scheiding. Christus heeft immers beloofd alle dagen met zijn Kerk te zijn!
Daar doelt Paulus op wanneer hij getuigt dat de Heiland is ‘opgevaren ver boven alle hemelen om alle dingen te vervullen’. Dat is het feest van de Hemelvaart en van Pinksteren. Johannes 20: Pasen, Hemelvaart en Pinksteren tegelijk! ‘Ik geloof in de Heilige Geest’. Christus heeft de aarde niet losgelaten. Hij vervult hemel en aarde, de hele kosmos (Jer. 23). Niets valt er buiten zijn bereik en heerschappij. ‘Vervullen’ betekent allereerst dat de Here zijn Woord vervult. Daarop mogen wij hopen. Daarvan mogen wij leven.
Hoe gaat dat ‘vervullen’ in zijn werk? Christus roept mensen om zijn herauten te zijn, zijn diakenen die de genade uitdelen. Paulus somt de ‘hemelvaartsgaven’ op die aan de Kerk zijn geschonken: apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraars. Zij moeten vertellen dat Hij die opvoer ten hemel, eerst is neergedaald. ‘Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond’ (Joh.1). In Christus is de profetie vervuld: ‘De Geest van de Here HERE is op Mij (...) Hij heeft Mij gezonden om (...) gevangenen vrijheid uit te roepen, de gebondenen opening van de gevangenis ...’(Jes. 61). Psalm 68: Gij hebt de gevangenis, inclusief de gevangenen, buitgemaakt en meegevoerd. Eerst nedergedaald, tot in de hel. Mijn hel. Om over de machten, de duivel en demonen, de zonde en de dood in al hun verschrikking te triomferen.
Deze werkelijkheid wordt uitgedeeld in de kerk, onder ‘de bediening der verzoening’, de dienst van Woord en Sacramenten. Onder de verkondiging van het Evangelie van Jezus Christus dringt onze Bevrijder onze dodencel binnen, de kerker van schuld en angst, van verslaving en begeerte. Hij laat zich binden, ‘opdat Hij ons zou ontbinden’. Ontbinden is vrij-spreken, zonden-vergeven. Laten heengaan in vrede. Niet om voortaan eigen heer en meester te zijn, maar om vast te staan in de vrijheid. (Gal.5). Blijf bij uw Bevrijder! Het Evangelie is voor ‘wederhorigen’ (St.V.), ‘opstandigen’, losbandigen, rebellen. Zulke typen mogen ‘wonen’, ‘blijven’ staat er, bij de HERE, Thuis. Kind aan huis. ‘Met Christus gezet in de hemel’ (Ef. 2:6). Niet meer ‘van de wereld’ (Joh. 17), aangevochten en bedreigd. Voor rekening echter van onze Koning, die priesterlijk heeft gebeden: ‘Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn die Gij Mij gegeven hebt ...’ (Joh. 17:24).
De verhoring van dit gebed blijkt uit een leven van Christus’ Gemeente dat gekenmerkt wordt door het bedenken en zoeken ‘van de dingen die boven zijn, waar Christus is, die aan de rechterhand van God zit’. Kortom: De Doopbeloften beleven in de praktijk van alledag. ‘Want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God’(Koll. 3).
Bevrijdingsdag, bevrijdingslied: ‘Gij zijt, o HEER, mijn schuilplaats en mijn haven, Gij zult aan mij al uw beloften staven. Wat mij benauwt, Gij stelt U aan mijn zij, omringt met lied’ren van bevrijding mij’ (Ps. 32)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 april 2016
Ecclesia | 8 Pagina's