Via Vitae, een nieuwe bundel met opstellen van prof. Balke
VVia Vitae, opstellen over kerk en theologie in het perspectief van de Reformatie: zo luidt de titel van een onlangs verschenen bundel van prof. dr. W. Balke. De korte titel Via Vitae, de weg des levens, is ontleend aan Psalm 16: 11: “Gij maakt mij het pad des levens bekend”.
Professor Balke presenteerde zijn nieuwste boek, dat is opgedragen aan de Gereformeerde Theologen Studentenvereniging ‘Voetius’, op 9 mei jl. in Den Haag, in aanwezigheid van enkele bestuursleden en een aantal genodigde familieleden, vrienden en bekenden. De bijeenkomst, die plaatsvond in het restaurant van Résidence Château Bleu, werd geopend door de preses van ‘Voetius’, Nico Dijkdrent. Na het diner hield prof. dr. ir. C. Roos een toespraak, waarin hij uitvoerig inging op de inhoud van de nieuwe bundel, die hij vooral had ervaren als “een indrukwekkende beschrijving van de gespannen verhouding tussen rede en geloof, tussen filosofie en openbaring”. Ruime aandacht besteedde professor Roos ook aan het hoofdstuk over “Allard Pierson in de klem tussen geloof en wetenschap”. Hierna volgde het moment van de uitreiking van Via Vitae aan de bestuursleden van ‘Voetius’. Professor Balke sprak daarbij de wens uit, dat studenten in de theologie putten uit de Bron van het
leven, want alleen dan kunnen zij voorgangers worden op de via vitae, de weg des levens. Na een amicaal slotwoord van ir. B.W. Breunesse sprak prof. dr. A. de Reuver een dankgebed uit. Het officiële gedeelte van de bijeenkomst werd besloten met het zingen van het lied van ‘Voetius’, Canticum Voetianum. Wat niet onvermeld mag blijven is, dat eerder al het toepasselijke couplet 4 van Psalm 16 werd gezongen, met als slotregels:
Het pad des levens doet Gij mij betreden en overvloed van vreugde schenkt uw vrede.
Rijke inhoud
De rijke inhoud van Via Vitae is verdeeld in 25 hoofdstukken, die in 8 rubrieken zijn ondergebracht: hermeneutiek, vroege reformatorische bewegingen, Calvijn, Beza, de Heidelberger, de achttiende eeuw, de negentiende eeuw, in de praktijk. Qua omvang nemen de hoofdstukken over Calvijn en zijn leerling Beza de voornaamste plaats in: ze beslaan 200 van de in totaal 440 pagina’s van de bundel. Calvijn heeft de leer van de verkiezing –die het hart der kerk (cor ecclesiae) wordt genoemd- niet zelf bedacht, zoals ten onrechte nog altijd wordt beweerd. Wel heeft hij deze leer duidelijker en diepgaander ontvouwd. Opvallend zijn Calvijns actualiteit en de progressiviteit van zijn denken en werken. Calvijn was ook de grootste oecumenicus van zijn tijd.
In deze bijdrage voor Ecclesia kan niet elk opstel de revue passeren. Daarom maken we een keuze en staan vooral stil bij gedeelten waar Kohlbrugge wordt genoemd.
Het eerst komt de hermeneutiek aan de orde. De Bijbel wijst ons de weg des levens aan. Dus is de rechte uitleg en interpretatie van het Woord Gods allereerst vereist. In dit verband trekt vooral het hoofdstuk over de hermeneutiek van Luther en Kohlbrugge de aandacht. Die van Kohlbrugge heeft sterke lutherse trekken, de zogenoemde Figuraldeutung. Deze “figuratieve duiding” komt er kort geformuleerd op neer dat de Oudtestamentische gebeurtenissen en personen figuren zijn voor de vleeswording van Christus en de verkondiging van het Evangelie.1 Kenmerkend is dat de letterlijke tekst overeind blijft en serieus genomen wordt, en dat daarin prefiguratief iets van het toekomstige wordt aangeduid, zij het op een verborgen wijze. Bij Kohlbrugge vinden we deze duiding terug in zijn interpretatie van Psalm 45.
Kohlbrugge
Verder is in de bundel een hoofdstuk gewijd aan Kohlbrugge en de Heidelberger. Dat Dr. H.F. Kohlbrugge zeer gehecht was aan de Heidelbergse Catechismus, behoeft in ons blad nauwelijks vermelding. Het hart van Kohlbrugges prediking: de rechtvaardiging van de goddeloze, vinden we in de Heidelberger terug in de zondagen over het heilswerk van Christus. Kohlbrugge spreekt heel indringend over het wonder van de goddelijke ruil: Christus draagt de last van heel ons verloren leven. Ons kruis is zijn kruis geworden.
Verrassend is in het hoofdstuk over de achttiende-eeuwse Johann Georg Hamann (1730-1788) de vergelijking met Kohlbrugge. Ook bij Hamann, een (geloofs)filosoof, – tijden stadgenoot van Immanuel Kant, de filosoof van de Aufklärung – staat de leer van de rechtvaardiging door het geloof alleen centraal in zijn denken. Hij weet zich geroepen Christus te prediken in de cultuur van zijn tijd, niet als drager van een kerkelijk ambt, maar als letterkundige (hij noemt zich filologus crucis). Het grote van Kohlbrugge, de typische homo religiosus, is dat hij dit menselijk-religieuze van een minteken voorziet en een geweldig prediker wordt van de rechtvaardiging door het geloof alleen.
Het spreekt vanzelf dat we de naam van Kohlbrugge tegenkomen in het gedeelte over de negentiende eeuw. Zo wordt hij genoemd in het opstel over Isaac da Costa (1798- 1860), de enige bijdrage, die niet van de hand van professor Balke is, maar van diens overleden jongste broer Albert Gerard Balke (1935-2016). Ook in het opstel over Willem de Clercq (1795-1844) is Kohlbrugges naam vermeld. De Clercq heeft blijkens zijn Dagboek (bewerkt door Allard Pierson) bijzonder zwaar geleden onder het conflict tussen Da Costa en Kohlbrugge. In het al eerder genoemde derde hoofdstuk over de negentiende eeuw wordt op treffende wijze beschreven hoe Allard Pierson, afkomstig uit een Réveil-milieu, later in de klem raakte tussen geloof en wetenschap.
In de praktijk
In het laatste gedeelte van de bundel komen onder het opschrift “In de praktijk” twee onderwerpen aan de orde. Eerst een gedegen uiteenzetting van het functioneren van de rechtvaardiging in de prediking. De rechtvaardiging van de goddeloze is het fundament van de kerk der Reformatie. Zal deze kerk nog een toekomst hebben, dan heeft ze onwrikbaar aan dit fundament vast te houden. “De rechtvaardiging is geput uit het hart van de Heilige Schrift en blijft altijd gelden dwars door alle culturen, continenten en wereldreligies”. Het tweede thema, geloof en volksaard, wordt behandeld in een interessant opstel over de Frank, Fries en Saks in ons land. De predikant moet oog hebben voor de volksaard, die niet overal gelijk is.
Maar: “Voor de Biblebelt als geheel geldt dat mensen veel individualistischer zijn en dat de zin voor gemeenschap vaak ontbreekt. De strijd over de predestinatie en het misverstand over ‘dit hart van de kerk’ heeft een lijdelijkheid gekweekt, die bepaald niet reformatorisch is. Het komt overeen met een heidens fatalisme en is daartegen niet bestand. De grondtoon van Calvijns prediking is de onmetelijke goedheid van God en de grote rijkdom van zijn genade” (…) Wil de prediking op de lijdelijke vroomheid pastoraal kunnen ingaan, dan is een herbronning van de reformatorische theologie nodig”, aldus enkele behartigenswaardige opmerkingen van de auteur aan het slot van zijn boek. “Broodnodig is grondige kennis van de Schrift en van de Reformatie”.
Dat de nieuwe bundel een belangrijke bijdrage levert aan de verdieping van deze kennis, moge na het voorafgaande duidelijk zijn. De rijke, veelzijdige inhoud verdient dan ook een hartelijke aanbeveling aan ieder die belangstelling heeft voor kerk en theologie in het perspectief van de Reformatie.
M. den Admirant, ’s-Gravenhage
N.a.v.: Willem Balke, Via Vitae, opstellen over kerk en theologie in het perspectief van de Reformatie, Uitg. De Banier, Apeldoorn, 2019.
Noot
1 Aldus dr. S. Hiebsch in haar dissertatie Figura ecclesiae: Lea und Rachel in Martin Luthers Genesispredigten, Münster Lit, 2002, blz. 45.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 juli 2019
Ecclesia | 8 Pagina's