Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een troostbrief van Kohlbrugge aan zijn schoonzoon

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een troostbrief van Kohlbrugge aan zijn schoonzoon

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 15 november 1873 nam Kohlbrugge de pen ter hand om een brief te schrijven aan zijn schoonzoon Eduard Böhl 1 , die drie dagen later 37 jaar hoopte te worden. Zijn verjaardag zou anders zijn dan de voorgaande jaren, omdat op 6 maart van dit jaar zijn vrouw Anna 2 hem op ruim 36-jarige leeftijd ontvallen was. Bijna twaalf jaar 3 was Eduard getrouwd geweest met de dochter van Kohlbrugge. Uit hun huwelijk waren vier kinderen geboren, van wie er één 4 op jonge leeftijd was overleden. De drie andere kinderen, Frits 5 , Marie 6 en Louis 7 , waren respectievelijk 11, 10 en bijna 4 jaar oud toen hun moeder overleed. Uit deze brief blijkt dat Marie bij Kohlbrugge in Elberfeld logeerde en de twee andere kinderen bij hun vader waren in Wenen. In dit schrijven weet Kohlbrugge de juiste tonen te vinden om zijn schoonzoon te troosten. Als een bewogen vader wijst hij hem erop naar Boven te zien: ‘zeg Sursum Corda.’

Elberfeld 15 Novbr 73

Mijn waarste Eduard!

Wij steken ’t hoofd omhoog en zullen de eerkroon dragen. Door u door u alleen naar ’t eeuwig welbehagen Want God is ons ten schild in ’t strijdperk van dit leven. Met dezen psalm (89) begroet ik u op uwen 37 ste geboortedag. Ik begrijp hoe gij eensdeels meer lust hebt aan dezen dag niet te denken, want liefelijke begroetingen van uit het hart en van de lippen van haar, qui primos tuos amores absovit, 8 verneemt gij niet en zoo moeten u de oogen vol schieten waar het hart als geprest is bij allerlei herinneringen. Welaan ween u uit, ik ween met u, zeg Sursum Corda - Anna is nu in de stad waar geen geween meer is, geen dood, geen leed, vat eenen moed in den Heere, den Sterken God Jakobs, die de moeden opricht en den machteloozen weet te omgorden met kracht uit de hoogte. Onze geboorte, waarbij ons God uit het niet zijn, tevoorschijn riep, is eene weldaad van eeuwige liefde en barmhartigheid als wij bedenken, dat Hij ons schiep en herschiep om eenmaal eeuwig voor zijn troon te staan - wat waren wij zonder wedergeboorte, wat zonder de hoop des eeuwigen levens? Als wij verder bedenken dat God ons in het leven vrouwen gegeven heeft van te voren verordineerd in Christo Jezu om na eene wijle onze sieraad te zijn ons voortegaan voor den troon des Lams, met achterlating van pan-den, voor wie wij bidden en gelooven mogen, dat ook zij erven zijn van de goederen en schatten van het eeuwig trouwverbond - dan krijgen we moed, hoe diep ook de moed zoo even gezonken is, den stab weiter zu setzen, door dit moerbeidal heen (Psalm 84) en met opgericht hoofd het Lam te volgen, diesen Durchbrecher.

Wij nemen het uit des Vaders hand aan wat hem behaagd heeft ons op te leggen en vatten de wapenrusting op de hemelsche roeping, wetende dat de kroon ons beloofd en het goed pand ons bij den Heere weggelegd is.

Geduld doet ons nood, sterkte en levenskracht, waarachtige strijders en mannenmoed en die wensch ik u rijkelijk toe uit de schatkameren van dat heil, waarnaar ook gij geleerd zijt te verlangen, te hongeren en te dorsten.

Ik bidt van den Heere en wensch het u innig toe, dat Hij het u dragelijk make ook op uwen geboortedag en dat gij in den groei en bloei uwer kinderen een onderpand zien moogt dat de Heere met u is. Gij ontvangt hierbij van de lieve Marie eene mooie tekening, die zij zelve gemaakt heeft. Ik heb hier in de gemeente veel nood en droefheid om mij heen maar ik houdt dit voor mij en wensch U een wolkenloozen dag. Omhels voor mij de dierbaren Frits en Louis. Groet Maria Lütge, Herm. Kalda en Fr. Khuda.

Uw liefhebbende vader
HF Kohlbrügge

Kohlbrugge bleef regelmatig met zijn schoonzoon corresponderen waarbij hij hem op de hoogte hield over het reilen en zeilen in zijn gemeente en informeerde naar de kinderen. Precies een jaar later hertrouwde Eduard met Jacoba Frederika (Jacqueline) baronesse van Verschuer 9 , een nicht van zijn eerste vrouw. Op 14 november vond de huwelijksbevestiging plaats in de gemeente Mook en een dag later zegende Kohlbrugge dit huwelijk in de gemeente Elberfeld in. Uit dit huwelijk werden eveneens vier kinderen geboren, van wie er ook één heel jong overleed. 10


Noten
1 Eduard Böhl, 18 nov. 1836 Hamburg - 24 jan. 1903 Wenen.
2 Anna Johanna Theodora Kohlbrugge [Anna], 27 jun. 1836 Elberfeld - 6 maart 1873 Elberfeld.
3 12 april 1861.
4 Urseline Philippine Amelie, 29 jul. 1864 Wenen - 16 apr. 1866 Wenen.
5 Hermann Friedrich Ursul Philipp [Frits], 6 jan. 1862 Bazel - 8 mrt. 1890 Berlin.
6 Maria Antoinette [Marie], 11 dec. 1862 Bazel - 8 apr. 1897 Delft.
7 Jakob Ludwig [Louis], 8 mrt 1869 Wenen - 11 febr. 1943 Ahlhorn in Oldenburg.
8 ‘die de eerste liefdesbetuigingen losmaakte.’
9 Jacqueline van Verschuer, 31 okt. 1846 Nijmegen - 18 mrt. 1921 Leiden.
10 1. Jacoba Wilhelmina, 12 aug. 1875 Wenen - 9 okt. 1875 Wenen. 2. Anna Wilhelmina, 7 aug. 1877 Wenen - 1 apr. 1934 Leiden. 3. Johanna Suzette Bartholda, 16 jun. 1880 Wenen - 21 apr. 1945 Leiden. 4. Franz Marius Theodor, 16 aug. 1882 Wenen - 16 nov. 1976 Nijmegen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 oktober 2016

Ecclesia | 8 Pagina's

Een troostbrief van Kohlbrugge aan zijn schoonzoon

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 oktober 2016

Ecclesia | 8 Pagina's