Zorgelijke ontwikkelingen
ATwee presidenten
A Als ik dit schrijf, is de oorlog in Oekraïne zijn vierde week ingegaan. Duidelijk is dat het het Russische leger niet gelukt is om in enkele dagen tijd een regimechange te bewerkstelligen. Niet één stad is volledig door de Russen ingenomen, zelfs Marioepolis niet, laat staan Kiev. De Russen slagen er zelfs maar steeds niet in de hoofdstad te omsingelen.
Dagelijks laat president Zelensky van zich horen en spreekt hij het Oekraïense volk moed in. In de afgelopen weken heeft hij via beeldverbinding beurtelings het Britse en Europese parlement, het Amerikaanse congres, de Duitse bondsdag en de Israëlische Knesset toegesproken. Daarbij maakte hij zo’n indruk dat hij keer op keer een staande ovatie kreeg. Veel lof wordt hem toegezwaaid vanwege zijn moed en doortastendheid.
Hoe groot is het contrast met zijn rivaal Vladimir Poetin! In veel kranten werd afgelopen week de vraag luider waar de president van Rusland zich bevond. Men signaleerde dat hij zich niet in het openbaar vertoonde. Dit werkte speculaties in de hand: Poetin zou zich teruggetrokken hebben in een bunker en zou slecht toegankelijk zijn – uit wantrouwen zelfs voor hen die zich ophouden in zijn directe omgeving. Het feit dat hij staatslieden, die hij aan de vooravond van de oorlog ontmoette, aan een lange tafel liet zitten, voedde de speculatie: was hij bangelijk – voor corona, wellicht voor een aanslag op zijn leven?
Een toespraak
Op vrijdag 18 maart verscheen hij echter ineens op het toneel. De Russische televisie liet zien hoe hij in een vol stadion optrad. Dat gebeurde onaangekondigd, ook voor tal van mensen in het stadion. Sommigen waren van de straat geplukt en naar het stadion gedirigeerd. Anderen was een dag vrij beloofd, áls ze maar naar het stadion zouden gaan, weer anderen werd gezegd dat ze een concert zouden gaan bijwonen. De mensen zaten er, toen plotseling duidelijk werd dat hun president hen zou toespreken. Poetin richtte zich tot de menigte (en het Russische volk) terwijl Russische vlaggen wapperden. Hij oogstte applaus, er werd gezongen. Voor iedereen was duidelijk dat het hele vertoon was geënsceneerd. Hij wilde een boodschap afgeven.
Speculaties moesten de kop worden ingedrukt: de president komt onder de mensen – onder zijn eigen volk wel te verstaan; niet alleen Zelensky is geliefd, Poetin is het óók; het volk kan vertrouwen hebben in de afloop van de oorlog – de bijzondere expeditie, zoals Poetin het (desnoods onder dwang) genoemd wil hebben.
Verraders en helden
Poetin kwalificeerde degenen die protesteerden tegen de oorlog als verraders. Daags voor zijn optreden had Poetin soortgelijke woorden gesproken. Met zichtbare verachting sprak hij over hen. Ontstellend was de vergelijking die hij maakte: ze waren als een vlieg die je bij het eten in de mond komt en die je uitspuugt. Zelfs het beladen woord ‘zuivering’ viel.
De president sprak over de Russische soldaten en schetste hun heldendaden. Ze zouden schouder aan schouder in het gevecht staan terwijl ze hun levens voor elkaar over hadden.
Natuurlijk was dit pure peptalk. In werkelijkheid worden in Oekraïne veel jonge Russische levens vernield, zijn er moeders die niet weten of hun zonen nog in leven zijn of waar ze zich ophouden; wordt er voor de lichamen van gesneuvelde soldaten nauwelijks zorg gedragen en worden gewonden naar ziekenhuizen gebracht op de Krim, waar ze in anonimiteit worden verpleegd – om maar te voorkomen dat men in Rusland te horen krijgt dat de oorlog niet echt wíl en velen gesneuveld zijn. Thuis mag men gissen naar het lot van de jongeren. Moeders krijgen te horen dat ze op het slagveld zijn, buiten het bereik van directe communicatie. Poetin schetste echter een heel ander beeld.
Een bijbeltekst
Toen kwam het moment waarop Poetin een Bijbeltekst citeerde. Hij haalde een woord van Christus aan: ‘Niemand heeft groter liefde dan dat hij zijn leven stelt voor zijn vrienden.’ Het was het hoogtepunt of liever het dieptepunt van zijn toespraak, waarvan de uitzending overigens – waarschijnlijk door hackers – plotseling onderbroken werd. Die miste zijn effect niet. Er viel een stilte in het stadion. Was het omdat de mensen aanvoelden hoe precair dat was, of was men werkelijk onder de indruk?
Het is niet voor het eerst dat een Russische leider, om het volk mee te krijgen, bij de Bijbel te rade gaat. Ooit deed Stalin hetzelfde. Voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog begon hij zijn toespraken met ‘kameraden’. Deze aanspraak wisselde hij in, toen hij het volk moest motiveren voor de strijd tegen de Duit-sers, voor de woorden ‘broeders en zusters’. Hij deed dat bewust. De christelijke terminologie was niet gehaat bij de bevolking, zoals de communistische aanhef dat wèl was.
Poetin maakte het nog erger. Hij gebruikte, om aan te geven wat er om zou gaan in de Russische soldaten die in zijn opdracht dood en verderf zaaien (en die dat met zo weinig overtuiging doen dat Poetin genoodzaakt is om een beroep te doen op Assad en op Tsjetsjeense strijders die berucht zijn om hun wreedheden), uitgerekend de woorden waarmee de Here Christus duidelijk maakte dat Hij zijn leven als offer over had voor het heil van de wereld.
Wat de Bijbel vertelt
De zondag na die bewuste vrijdag zou ik een preek houden over de gevangenneming in Gethsemane uit Lucas 22. Het viel me op – met Poetins toespraak nog in de oren – hoe actueel de Bijbel is. Ik wijs op drie dingen.
Wat Judas deed
Lucas vertelt dat Judas in de hof verscheen met de wacht (de manschappen) van de hogepriester. Het was in het holst van de nacht, omdat de belangrijkste leden van het Sanhedrin Jezus onopgemerkt gevangen wilden nemen. Een begroeting, die gepaard ging met een kus, zou duidelijk maken aan de wacht wie ze moesten grijpen. Judas had de soldaten voorgehouden: ‘Die ik kus, die is het.’ Terwijl dat gebeurde, zei Christus: ‘Judas, verraadt u de Zoon des mensen met een kus?’
Deed Poetin niet iets soortgelijks? Vriendelijke woorden sprak hij, ogenschijnlijk welwillend naar het Evangelie toe en naar de soldaten die in Oekraïne vechten. In werkelijkheid verraadde hij het Evangelie en maskeerde hij met vriendelijke woorden zijn sinistere bedoelingen.
Wat de discipelen belet werd
Tijdens de gevangenneming kwamen de discipelen in het geweer en vroegen verlof aan de Here Christus om het zwaard te grijpen. Eén van hen had zijn zwaard al gegrepen en begon een gevecht. Ongetwijfeld ging er door hem heen dat nu het moment was aangebroken om zich te verweren. Bij velen leefde de hoop dat de Here Christus het Koninkrijk van God zou oprichten, door een beweging te beginnen tegen de Romeinen. Jezus had bewezen dat Hij het hele volk op de been kon brengen en mobiliseren. Meerderen vroegen zich ongeduldig af waarom Hij zijn kans niet waarnam. Sommige uitleggers van de Bijbel veronderstellen dat zelfs bij Judas heimelijk de hoop leefde, dat Hij dat alsnog zou doen, als hij de zaken op de spits dreef door met manschappen in de hof te komen. Er was inderdaad niet veel voor nodig om het revolutionaire vuur dat bij het volk leefde aan te wakkeren, zoals dat enkele tientallen jaren later wèl zou gebeuren. Hoe dit ook zij: de discipelen grepen naar het zwaard om zodoende de komst van het Koninkrijk van God te verdedigen of te forceren. Eén van hen begon een gevecht en verwondde een dienaar van de hogepriester aan het oor. Christus kwam echter tussenbeide en verbood het hun.
Die weg ging Christus niet.
Opnieuw is er een parallel te trekken met wat vandaag de dag gebeurt. Meer dan eens sprak Poetin met verachting over het Westen, dat decadent zou zijn. Onlangs hekelde minister Lavrov de ‘arrogantie en permissiviteit’ van het Westen. Op CNN zei een kenner van China: ‘Dit is iets wat het Russische regime en de Chinese leiding verbindt: hun verachting voor de westerse wereld. Zij kunnen niet anders dan met dedain kijken naar de westerse wereld, waar het tot in regeringskringen toe een issue is hoeveel wc’s er in publieke gebouwen moeten zijn en voor wie ze bestemd zijn. Het tekent in hun ogen de decadentie en het verval van het Westen.’
En ook de patriarch van Moskou, Kyrill, rechtvaardigde de oorlog in Oekraïne door te wijzen op de westerse decadentie.
Het zal waar zijn dat allerlei ontwikkelingen in het Westen te denken geven. Ik denk ook aan polarisatie, die zich onder meer in Amerika aftekent, doordat men van twee kanten de zaken op scherp zet, waarbij de radicaliteit van de ene groep die van de andere voedt. Aan de ene kant is er Trump, die stug volhoudt dat hem tijdens de verkiezingen groot onrecht is aangedaan en iedereen die hem in de weg staat met verachting aan de kant schuift. Aan de andere kant van het spectrum is er een links-radicaal blok dat zijn eigen ideologie, ook op gendergebied, door wil drukken. Dat neemt men ook in China waar en in Rusland – en die kant wil men dáár niet op.
Een dergelijke zorg kan echter geen oorlog rechtvaardigen! Hoe anders was de geest van Christus, die zei: ‘Steek het zwaard in uw schede, want ieder die het zwaard opneemt, zal door het zwaard vergaan.’ In plaats van te bezwijken voor deze verzoeking (in Getsemane en ook al bij de verzoeking op de berg, Lucas 4), gáf de Here Jezus zijn leven tot heil van de wereld.
In de nacht
Bij de gevangenneming richt de Here Christus zich tot de manschappen van de hogepriester en vraagt hen: ‘Bent u eropuit gegaan met zwaarden en stokken als tegen een misdadiger? Toen Ik dagelijks bij u was in de tempel, hebt u de handen niet naar Mij uitgestoken. Maar dit is uw uur en de macht van de duisternis.’
Het Sanhedrin durfde Jezus niet overdag op het tempelplein te grijpen, omdat men er ernstig rekening mee hield dat het volk dat niet zou nemen. Wat men van plan was, kon letterlijk het daglicht niet verdragen. Dat brengt Christus hier aan het licht. Hij raakt hen op een buitengewoon gevoelig punt: de openbaarheid van hun doen en laten. Ze hebben de nacht nodig voor hun plannen en het uitvoeren ervan.
Precies deze houding vindt men in China en het Rusland van nu. Het lot van de tennisster Peng Shuai, die enkele maanden geleden op twitter aangaf dat zij was misbruikt door een partijbons in Peking, spreekt boekdelen. Ze heeft geen kans meer gezien om zich vrij in het openbaar te bewegen. Wat te denken van de mensen die in Peking protesteerden tegen het wegnemen van hun vrijheden en van de Oegoeren? Ze verdwijnen in het niets. Wat de schone schijn in de weg staat, wordt vakkundig weggehouden en verdoezeld. En wat Rusland betreft: men hoeft maar te denken aan de schijnprocessen, zoals die van Navalny, en aan het stelselmatig verzwijgen en verdraaien van wat er in Oekraïne gebeurt. Waarom is dat?
En wat decadentie betreft: als men daar zo’n bezwaar tegen heeft, hoe rijmt zich dat met de opeenhoping van rijkdom van de oligarchen, die hun geld hebben uitstaan in het Westen en dáár vooral verblijven?
Hoe anders is de geest van Christus, die altijd in het openbaar leerde en die met een enkele opmerking machinaties in het licht stelt. Hoe zuiver is Hij!
Zoon des mensen
Ondertussen gaat het geweld in Oekraïne door en wordt de waarheid geweld aangedaan. Om aan het beklemmende daarvan te ontkomen, is het belangrijk er de vinger bij te leggen hoe de Here Jezus zich typeert als Hij Judas aanspreekt: ‘Judas, verraadt u de Zoon des mensen met een kus?’
Hij noemt zich de Zoon des mensen. Gethsemane ligt achter Christus. Daar heeft Hij gebeden of de beker van het lijden aan Hem voorbij mag gaan, maar de wil van de Vader heeft Hij daarbij voorop gesteld. Nu stelt Hij tegenover het kwaad dat op Hem afkomt en waarvoor Hij terugschrok, dat Hij de Zoon des mensen is. Wat wil dat zeggen?
In Daniël 7 is de Zoon des mensen de hemelse figuur die van God, de ‘Oude van dagen’, de macht ontvangt over alle dingen. Altijd weer is het de vraag in de wetenschap van het Nieuwe Testament hoe het kan dat deze titel, die hoogheid en macht uitdrukt, verbonden kon worden met Christus die lijdt?
Wellicht dat de brief aan de Hebreeën een antwoord geeft. In het tweede hoofdstuk staat dat God de mens geschapen heeft om koninklijk (en priesterlijk) te heersen over de schepping. Dat is zijn bestemming. Die bestemming heeft hij niet waargemaakt. Zó zien wij, zegt de schrijver aan de Hebreeën, de mens niet – integendeel. Zo zien we hem nóg niet. Wel zien we iemand anders, iemand die ‘korte tijd minder is geworden dan de engelen, maar die nu met heerlijkheid en eer gekroond is: Jezus.’ Die ander is Gods Zoon, die door mens te worden, minder werd dan de engelen.
Waarom deed Hij dat? Om de mens, op wie Hij betrokken was, tot zijn bestemming te brengen. De mens is immers bestemd om over álles te heersen. Dit kan hij niet zolang hij onderworpen is aan de boze, de angst en de krachten van de dood. De Zoon werd mens om in dit krachtenveld te komen, om deze te ontzenuwen en te overwinnen. De Zoon des mensen krijgt de macht over álles. En daarbij hoort ook de onderwereld, het krachtencentrum van de boze en de leugen.
‘Daarom moest Hij in alles aan zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en getrouw Hogepriester zou zijn in de dingen die God betreffen, om de zonden van het volk te verzoenen. Want waarin Hij zelf geleden heeft, toen Hij verzocht werd, kan Hij hen die verzocht worden, te hulp komen.’
Jezus overwon door zijn zuiverheid. Die zuiverheid wordt ook van ons gevraagd. Ook als er veel op ons afkomt. De mogelijkheid ertoe is geschapen door Hem. Want de Zoon des mensen heeft statuur tegenover de leugen – zelfs tegenover die van Judas in Gethsemane.
Waar God de Heer zijn schreden zet
Waar God de Heer zijn schreden zet
daar wordt de mens, van dwang gered,
weer in het licht geheven.
Als ’s Heren woord weerklinkt met macht
wordt aan het volk dat Hem verwacht
de ware troost gegeven.
Zijn Geest weerstaat de valse schijn
en schrijft in harten het geheim
van ’s Vaders grote daden.
Zo leven wij om Christus’ wil
te allen tijd gerust en stil
alleen van zijn genade.
O Heer, uw onweerstaanbaar woord
drijft rusteloos de eeuwen voort
wat mensen ook verzinnen.
En waar de weg onvindbaar scheen
mochten wij door geloof alleen
de tocht opnieuw beginnen.
Gij hebt de vaderen bevrijd
en uit het diensthuis uitgeleid
naar ’t land van melk en honing.
Hervorm, herschep ook ons geslacht,
opdat het door de wereldnacht
de weg vindt naar uw woning.
Jan Wit
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 maart 2022
Ecclesia | 8 Pagina's