Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In memoriam: ds. P.J. Stam

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In memoriam: ds. P.J. Stam

7 minuten leestijd

Op 26 januari 2023 ontsliep ds. Pieter Johannes Stam op de leeftijd van 71 jaar. Aanvankelijk wilde hij scheepskok worden, totdat hij zich geroepen wist tot het heilig ambt, om de geestelijke spijze op te dissen. Gedurende 37 jaar is hij predikant geweest; eerst in Ter Aar en vervolgens bijna 20 jaar in wijkgemeente Sion in Katwijk aan Zee. Door afnemende gezondheid moest hij voortijdig zijn gemeente werk neerleggen. Al eerder had zich een bloedziekte geopenbaard, die zijn leven verdiepte en hem bonustijd gaf. Ook in het emeritaat bleef hij een prediker die in verschillende gemeenten graag werd gehoord en gezien. In het ‘niemandsland tussen de kerkelijke fronten’ koos hij zijn positie. In de kring van Vrienden van Dr. H.F. Kohlbrugge was ds. Stam geen onbekende. Eerder publiceerde hij een aantal artikelen in Ecclesia en nog vorig jaar schreef hij samen met mij voor het blad het verslag van de mei conferentie in Vianen. Uit zijn bibliografie vermelden we onder meer de werken Hermann Friedrich Kohlbrugge – een licht des vuurs bij nacht (1988) en Mystiek geloof. Tauler, Luther, Kohlbrugge (1990).

Ds. Stam en ik kenden elkaar al zijdelings uit de tijd voor Katwijk. In het zeedorp werden we collegae in het predikantsministerie en later vrienden. Op verzoek van het echtpaar Stam-Vermaat kon ik pastorale bijstand geven toen het pancreascarcinoom het einde van zijn leven inluidde. Het was een periode van diep gesprek en samenzijn. Ik heb ook mijn taak kunnen vervullen als voorganger in de dankdienst voor zijn leven, op 2 februari in zijn Oude Kerk aan de Katwijkse Boulevard. Bij de media-uitzending haakten inmiddels velen aan. Andreas en Matthias Stam spraken karakteristieke woorden over hun vader. De predikanten ds. G.M. van Meijeren (Zeist) en ds. J.W. Verboom (Apeldoorn) gaven hun eigen couleur aan leermeester Stam, die zij vooral rond de totstandkoming van zijn boek ’Het oog omhoog, het hart naar boven!’ Een leven lang leerling van ‘dominee’ doctor Willem Aalders hadden ontmoet. Het was Stams magnum opus dat hij in korte tijd gereed maakte; zonder wetenschappelijke pretentie leverde hij een uitgebreide inleiding en persoonlijke visie op het werk en gedachtegoed van dr. W. Aalders. Het werd in juni 2010 in de Dorpskerk in Katwijk aan den Rijn gepresenteerd. Bij deze gelegenheid spraken demissionair minister prof. dr. E.M.H. Hirsch Ballin, ds. L.J. Geluk en ondergetekende een beschouwelijk woord over Stams zoektocht naar de betekenis van dr. Aalders, die kritisch in de cultuur en krachtig in het christelijk getuigenis stond bij het open venster op de eeuwigheid.

In de rouwdienst van ds. Stam ontleenden we aan Mattheüs 17 over de verheerlijking op de berg de tekst voor de verkondiging: ‘Toen zij hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan Jezus alleen’. Jezus alleen – overal – altijd, dat was het ankerpunt in de prediking van ds. Stam. Zijn spiritualiteit verbond hij met een sterke christologie van het Lam Gods die hij van de Elberfeldse pastor Kohlbrugge had geleerd. Wat hem bij dominee Aalders trof was het visionaire. Het Woord Gods is niet aan de tijd gebonden maar wel op de tijd betrokken. De oude bedeling verdwijnt; het Godsrijk in glorie komt. Wie zou dan nu niet ‘Maranatha’ roepen?

Ds. Stam heeft zijn lijden in moed en rust gedragen. Hij beoefende de stervenskunst, kende het verdriet van het loslaten en ook het verlangen naar het

Vaderhuis. ‘Na een dienstbaar, rijk en zinvol leven, door de Heere tot hoger heerlijkheid bevorderd’… het zijn de typerende woorden op de overlijdenskaart. Ik verwijs ook naar het ’In memoriam’ boekje dat door de kinderen werd samengesteld en na de uitvaartdienst werd uitgedeeld. Digitaal kan het worden toegestuurd.

Als man van uitersten was Pieter Stam bepaald geen grijze muis in de renbaan van het leven. Gul, vrolijk en humoristisch stond hij tussen de mensen in. Raak van woord, kleurrijk van beeld en met gepeperde uitspraken wist hij de geloofsweg te schilderen. Hij preekte de rechtvaardiging van de goddeloze, klassiek-hervormd in de leer en ruimhartig in de toepassing. Het tekende hem als Vlaardingse zoon van een belijnde, confessionele moeder en een veel lossere zeeman als vader. Dat maakte Pieter tot een man van het gewone volk, die feilloos de ziel van de ander wist te raken. Uit de schatkamer van Luther, Kohlbrugge, Jonker, Rustige en Aalders wees hij – soms op verheven toon – de weg naar de eeuwigheid.

In toga in een witte kist, met een palmtak erop, werd hij uitgedragen. Zo ging hij de bruiloft uit het boek Openbaring tegemoet. Lopend achter de met Friese paarden bespannen rouwkoets – al zijn kleinkinderen gingen voorop – hebben we hem naar de godsakker ‘Duinrust’ gebracht en daar heb ik uit Kohlbrugges schedelpreek voorgelezen. We willen het werk van Pieter Stam dankbaar gedenken en condoleren zijn vrouw Els en verwanten. Hij was een levensreisgenoot die de genade van Christus heeft verstaan.

Kohlbrugges schedelpreek

Dr. H.F. Kohlbrugge (1803-1875) eindigde zijn lijdenspreek over Jezus op de hoofdschedelplaats Golgotha (Johannes 19: 16b-17) met een typisch mensverhaal. Dat is de reden waarom die preek ook wel de ‘schedelpreek’ is genoemd. Bij de begrafenis van ds. P.J. Stam was het verzoek dat ik het typische slot van die preek na het dalen van de kist in de groeve zou voorlezen. Zelf had hij het fragment bij veel teraardebestellingen gebruikt en zo moest het nu ook gebeuren bij zijn laatste gang. Het volgende werd gehoord:

“Daarom, wanneer ik sterf, – ik sterf echter niet meer, – en iemand vindt mijn schedel, zo verkondige hem deze schedel nog: ik heb geen ogen, nochtans zie ik Hem; ik heb geen hersenen, geen verstand, nochtans omvat ik Hem; ik heb geen lippen, nochtans kus ik Hem; ik heb geen tong, nochtans zing ik Hem lof met u allen, die Zijn Naam aanroept. Ik ben een harde schedel, nochtans ben ik zeer week gemaakt en gesmolten in Zijn liefde; ik lig hier buiten op het kerk hof, nochtans ben ik in het Paradijs! Al het lijden is vergeten! Dat heeft Zijn grote liefde teweeggebracht, toen Hij voor ons Zijn kruis droeg en uitging naar Golgotha. Amen.”

Later heeft ds. W.A. Hoek (1885-1975), ooit secretaris van de Ethische Vereeniging, behorend tot de Vriendenkring van Kohlbrugge en auteur van het boekje ‘H.F. Kohlbrugge, de onheilige heilige’, het fragment uit de ‘schedelpreek’ in berijmd Nederlands gezet en het de titel ‘Levenslied’ gegeven:

Wanneer ik eens gestorven ben,

– maar ik zal nimmer sterven –

en iemand vindt mijn schedel dan,

die alle licht moet derven;

dan predike die schedel nog:

ik zie Hem zonder ogen,

ik mis verstand, toch grijp ik Hem,

zal eeuwig Hem verhogen.

Ik heb geen lippen en geen tong,

maar kus Hem, mag Hem loven

met de belijders van Zijn Naam

op aarde en hierboven.

Ik, hard en dood, ben wonderbaar

versmolten in Zijn liefde,

want Hij ging uit naar Golgotha,

waar ’t zwaarste leed Hem griefde.

Ik ben hier ver van ’t Paradijs,

op sombere dodenakker,

toch leef ik ’t volle leven nu;

Zijn liefde riep mij wakker.

Ik ben een dorre schedel slechts,

maar alles trilt van ’t leven,

dat Zijne liefde wonderbaar,

mij, arme, wilde geven.

En alle leed is nu voorbij,

omdat Hij, wreed geslagen,

de vloek van zonde en van dood

voor mij heeft weggedragen.

Het past in de Lijdensweken van 2023 dat Kohlbrugges ‘schedelpreek’ aandacht ontvangt. Er worden vele graven gedolven, zowel op oorlogs- en aardbevingsvelden als op rustige kerkhoven. Het geloofsleven – met Christus in het middelpunt – wordt in bovenstaande zinnen goed onder woorden gebracht, hoe paradoxaal ze ook klinken. Boven alle schijnbare tegenstrijdigheid uit en tegen alle ervaring in is er het ‘nochtans’ van het christelijk geloof. Wat het mijne is, werd het Zijne; wat het Zijne is, werd het mijne. Daaraan mag een mens zich vastgrijpen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 2023

Ecclesia | 8 Pagina's

In memoriam: ds. P.J. Stam

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 2023

Ecclesia | 8 Pagina's