Heden met Mij in het paradijs

Onze dierbare Here en Heiland, Jezus Christus, schaamt zich niet voor hen, die door de menselijke samenleving verworpen worden. Hij schaamt zich niet voor hen, wanneer zij zich om genade en verlossing tot Hem wenden. Daarvan hebben wij een voorbeeld in de geschiedenis, die voor ons ligt. Wij hebben hier een mens voor ons, die zich schuldig gemaakt heeft aan straatroof, moord en plundering. Voor deze misdrijven hangt hij hier aan het kruis. Voor zijn misdadigheid moet hij de dood sterven. Met de dood voor ogen wendt hij zich tot de Here Jezus, nadat hij eerst één van zijn metgezellen, die met hem dezelfde straf onderging en de onschuldige Jezus lasterde, had terechtgewezen. Hij wendt zich tot Hem met de bede: ‘Here, denk aan mij wanneer U in uw Koninkrijk zult gekomen zijn!’ En hij krijgt, ten overstaan van heel de wereld, van de Here Jezus het antwoord; ‘Waarlijk (amen), Ik zeg u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn.’

Laten wij dit antwoord van de Here Jezus overdenken. ‘Amen’, antwoordt Hij. Zó hecht Hij zijn Amen aan de bede van de misdadiger; zó hecht Hij zijn Amen aan de bede van de aangevochtene en verbrijzelde, die de moed niet heeft om Amen te zeggen.

En wat betekent het woordje ‘Amen’? Het woordje ‘Amen’ betekent: ‘Het zal waar en zeker zijn; want mijn gebed is veel zekerder door God verhoord, dan ik in mijn hart wel voel, dat ik dit van Hem vraag.’

De persoonlijke verzekering van de Here Jezus: ‘Ik zeg u’, valt ieder ten deel, die als een misdadiger zich tot Hem wendt. Is Hij dan bereid om zo iemand aan te nemen? Hij heeft daartoe de macht. Wat Hij wil, dat wil de Vader ook. Wil Hij zonen vergeven, dan wil de Vader het ook. Wil Hij zich hoeren, tollenaars en moordenaars tot zijn onderdanen verkiezen, dan wil de Vader het ook. Hij kan het dus.

Maar wil Hij het ook? In de misdadiger hebben wij het bewijs, wat Hij wil! Hij wil het zich tot een eer rekenen, het verlorene te redden. Voor hen, die Hem belijden voor de mensen en voor alle duivelen als de enige Redder van hun zielen, voor hen, die zich niets aanmatigen en slechts bidden, dat Hij aan hen zal denken, zal Hij zich niet schamen voor zijn Vader en zijn heilige engelen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen