Ingezonden Stukken

(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)

Sommelsdïjk, 13 April 1935.

Mijnheer ile Redacteur,

Met aandacht heb ik de verkiezingsredte tse Ddrksland gelezen. Nu vraag ik zoowel lezers ,als hoorders wat men daarvan te zeggen heeft. Zijn het niet heete hoofden en koude harten? Leeft er biji die mienf» sehen nog een gevoel, dat het gaat voor of tegen den Christus? En die niet voor Mij is, is tegen Mij? Ik wilde liever dat elefn ieder maar niet met züj'n beginsel te koop liep, maar in stemtijd en in het publieke leven de liefde betrachtte. Waar liefdei wtoont gebiedt de Heer Zijn zegCn. Waar haat en nijd is brandt de vijandschap. 't Is nu nog vóór de stemtijd en nu

't Is nu nog vóór de stemtijd en nu wilde ik een ieder aanraden: stemt volgens Uw beginsel en waar U van uitgaat. De Heere zal het verder wel beslissen.

Als wlij gaan stemmen moeten wij maar niet zeggen „ik ben van Paulus of ik van Cephas' maar het moet zijn „ik stem voor Christus." Laat een ieder op het eiland Flakkfc|ei

Laat een ieder op het eiland Flakkfc|ei er nu van denken Wat hij wil, ik gelooi dat er een God is, die alles bestiert naar Zijn Welbehagen, het zij goed, het zij kwaad.

A. Terst.

Nasdhrift. Dit eenvoudige stukje van een vreedzamen lezer wilden wiij niet wei<> geren op te nemen. Het is goed bedoeld, maar als hij zegt, dat wij met „ons be« ginsel niet te koop moeten loopen" zïj^ vfe dat niet geheel eens. Ons lidht moet schijnen voor de menschen, opdat ze onze goede werken zien en den Vader die in de hemelen is, verheerlijken, zegt de H. Schrift.

Volkomen is waar, dat een politiek debat meestal heete hoofden en koude harten geeft, Het zou moeten z'ijn „beginsel stel« len tegenover beginsel." Helaas vi'as daar in Dirksland geen sprake van. De A.R. D's. Fokkema heeft met leugenachtige ver« dachtmakingen zijn tegenpartij in verkeerd daghcht gesteld. Foei, en dat van een Dienaar des Woords, die juist zou moe« ten beoogen, al wat U aanvoert.

Men leze hetgeen de heer A. v. Eek over deze vergadering elders in dit nummieitf schrijft.

(Redactie.

Geachte Redactie,

Ik ben den laatsten tyd nogal eens den naam van mijn oud«leermeester Prof. Vis« scher tegengekomen, vooral in ingezonden stukken in Uw blad. Mag ik ook een klein plaatsje voor een kort citaat, dat mij trof in een artikel van zijne hand in het laatste nummer van het Gereformeerd Weekblad? Prof. Visscher zegt daar:

Het is onzen lezers bekend, dat ik niet behoor tot hen, die van oordeel zijn, dat men van de regeering het on« mogelijke eischen kan en mag. Ik geloof, dat die groepen, die zich vooral in ver« kiezingstijd daaraan schuldig maken, on« verantwoordelijk optreden. En ik heb er steeds ernstig tegen gewaarschuwd, geen geloof te schenken aan de groot« sehe beloften, door sommige partijen ter linker — of ter rechterzijde met grooten ophef gedaan onder smaadwöorden aan de regeering. Zulk een politieke actie gevoerd met middelen, die in den diep« sten grond onwaarachtig zijn, is met den eisch van des Heeren Woord in lijn« rechten snijd. Voor mij staat het vast, dat als deze r egeering door een andere. Welke dan ook, vervangen werd, deze evenmin bij machte zou zijn ons van het mon« sterkwaad der werkloosheid te verlossen.

Mag ik verder den ernstigen lezer de vraag stellen, of de verootmoediging van Daniel 9, de Staatsleer van Rom. 13 :1—6 (onder de toenmalige Romeinsche Keizers N.B.!) en de opdracht van 1 Tim. 2 :1 en 2 niet al te zeer worden verzuimd?

Met beleefden dank voor de verleend* ï»l|aatsruimte ,

Hoogachtend,

C. VAN DER WAL Herv. predt.

Dirksland, 16­4­1935.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen