Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Beminde des Heeren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Beminde des Heeren

7 minuten leestijd

„Ik ben zwart, doch liefelijk. (Hooglied 1 :5a).

De wereld en naam Christen, kunnen niet verstaan wat de Bruidskerk hier bedoelt, zwart doch llefeigk, gelijk de gordijnen Salome's! Want hier spreekt men het met gelijkenissen: Zwart als de tenten Kedar's gebrand door de stralen der zon, ,wat wijst op de vroegere afstamming van Ismaël, wijl dezen in zulke tenten woonden. Die waren zwart gebrand door de felle zonnestralen in de woestijn, en vanwege stof en zand onaanzienlijk. Dat is nu het beeld van den zondaar, van zijn doodsstaat; zwart vanwege de druk en beslommeringen dezer wereld en de wellusten derzelve; door genade kunnen ze nu spreken dat ze geworden zijn als de gordtjnen Salomo's. Dit ziet op de schoonheid van het genadeleven, want die gordijnen wa ren sierlijk en zeer schoon, alzoo is het nu met elke ziele die eertijds zwart was, maar door de liefde Gods, in het genadeverbond opgenomen, dus lieflijk in de oogen Christi. Van velerlei weefsels waren die gordij

Van velerlei weefsels waren die gordijnen en velerlei zijn ook de zegeningen en weldaden, dierbare beloften en vertroostingen, in het weefsel van Gods Kerk.

De duivel heeft veroorzaakt dat d mensch door zijn val zwart is geworden, Christus heeft zyn edel bloed doen vloeien, opdat het gewaad Zijner Bruid zpu zgn wit als sneeuw. Welk een zegen van den hemel als een mensch daarvan mag getuigen! En toch, zö blijven klein en nederig, want geen opgeblazenheid wordt in hen gevonden. Hoe wierd de bruid in het Hooglied nagespeurd doch Salomo, haar liefste, beschermd haar. De dekkende gerechtigheid van den gees

De dekkende gerechtigheid van den geestelijken Salomo, dekt allen die als verlorenen in hun zelf zijn vrijgemaakt van hun zwarte zonden.

Wat een zegen voor dat volk, hetwelk eertijds leefde in een kommervolle staat der ziele, daar zfl door genade kunnen zeggen, eertijds een doemschuldige, nu door genade eeuwig vrij. En nu kunnen zq wel bespot worden, doch ontnemen kan men het hen nooit!

Die dus de toegerekende gerechtigheid Christi ten deel is gevallen, kunnen wel vervolgd worden, nimmer zal de Heere toelaten dat het geestiyk goed ontroofd wordt, omdat het het werk is van den geestelijken Salomo, die uit liefde dit alles vor en in hen gedaan heeft. Hun postuur, werk en kleeding, ja zelfs hun taal openbaart, dat zij geworden zijn, reizigers naar het beter oord, n.m.: naar het paleis van Hem, die hen ondertrouwd heeft in gerechtigheid en gerichte. Daarom door dien eeuwigen Salomo verlost en gekocht met zijn dierbaar bloed, blflven ze voor altijd Koningskinderen, om straks hun liefde vol hart eeuvrig uit te storten in den lusthof van hun Zaligmaker, hetgeen de onwedergeborenen nooit zullen ervaren.

Hoevelen worden er niet gevonden die spottend neerzien op diegenen die mogen weten dat ze door genade zijn afgewasschen van den drek der zonde, door het albetalend, reinigend bloed des Lams. Die zielen, die door den hemel verlicht zijn, »pre ken over de gruwelijke toestand hunner ziele en dat zulk een zwai'ten zondaar is opgezocht. Zij hebben immers dien Rechtvaardigen beleedigd en toch, toch door dien Souvereine bediend en-bedeeld; zie dat wonder wordt Steeds grooter, zwart, doch liefelijk in de oogen des Heeren. Uit enkel liefde getrokken uit den donkeren kuil der zonde en des doods, dat is zoo groot van allen die daarvan kunnen gewagen. Maar dat wordt doorleefd: „Gij zult door verdrukking Ingaan in het Koninkrijk van den geestelijken Salomo," dat leert Gods arme kudde. Maar allen die met een ingebeelde godsdienst hun weg vervolgen, zullen gemist worden in de reien der dochteren van Salomo. Gods volk ontsluit door hun gesprekken dat zij het alle menschen van harte gunnen, omdat het zulk een groote .weldaad is, als men deelgenoot is geworden van dien Hemelschen Paarl. Elk mensch nu die vanwege die Goddelijke liefde een mond heeft gekregen om te spreken, is erfgenaam geworden van die hemelsche erfenis. En nu wordt het hun wel bestreden. Niet omd^t zij het kunnen bewaren, doch de Heere bewaard het in de hemelen voor hen, alwaar zij eeuwig met hun ziels Bruidegom saam zullen wonen.

Wat een vreugde was het in 't paleis van Salomo, toen hij met die zwarte in 't huwelijk trad en allen waren verbaasd, want zjj was wel zwart, doch liefelijk in de oogen van dien grooten Koning.

Alzoo was er vreugde in den hemel als Christus kwam om arme doemsöhuldigen vrij en los te koopen door Zijn af betalend dierbaar bloed. Maar ook een blijdschap als er een zondaar tot God bekeerd wordt; want dan is er weer een toegebracht tot de geestelijke gemeente van Salomo, n.1. van Jezus, de zoon van God; de Gezondene des Vaders. De zwarte bruid was de verkorene van Salomo, alzoo zijn alle uitverkorenen wel zwart in hun zelf, doch voor dezen heeft Christus zijn bloed geplengd, zijn liefde hun geschonken, opdat zij zouden getuigen: ,,zwart vanwege mijn doodstaat, doch liefelijk in de oogen des Heeren,"

Het was voor de Bruid in het Hooglied zulk een wonder, dat zij juist werd uitverkoren, alzoo is het met allen die daarvan mogen getuigen: „Mij, de groolcite der zondaren is barmhartigheid geschied,. En nu moge veel strijd hun deel zijn, zij

En nu moge veel strijd hun deel zijn, zij weten dat de liefde welke zij gesmaakt hebben in het wijnhuis Gods, door geen rivieren en wateren van druk kunnen uitgebluscht worden.

Die weldaad Gods is eeuwig, dus onvergankelijk en daarom zullen al Salomo's kinderen wel veel te doorworstelen hebben, doch zij weten dat Hij voor hen bidt met onuitsprekelijke verzuchtingen. Dat doet hen voortgaan in het geloof dat straks de strijd voorbij is en de rust wacht.

De stem des drijvers wordt wel op aarde, maar nadien nimmermeer vernomen, want de Bruid van Salomo heeft vrede bij haar Man. Dus zal het eenmaal met allen zijn

-siaiz 'u93xtnaS3ï ua p.öJ^s ap^B do jcaiij

vijand laat hen vaak geen oogenblik met rust, daar hij niets en niemand ontziet.

Doch Gods Bruidskerk gebracht in het eeuwig paleis, zal dan verlost zijn en met al dat eertijds arme zwarte volk, doch door Christus vrijgemaakt, altoos genieten het Leven hetwelk hun is toegezegd. In de tent van den geeselijken Salomo, daar worden allen verwacht die hier op aarde met tranen moesten zaaienu om voor eeuwig met gejuich te maaien.

Salomo, Christus heeft hen verkoren ten leven en geen klauw zal achter blijven, daar om zal Gods kind met Gods beeld eeuwig versierd blijven en eeuwige blijdschap zal hunlieder: deel zijn, want de strijd is voorbij en de rust breekt eeuwig aan.

Maar allen, die dat volk bespot en gelasterd hebben, zullen te laat ervaren, dat de strijd der genade voorbij is en dat zij eeuwig zwart blijven.

Hier op aarde spreidt de Kerk Gods geur van zich en zelfs moeten zij voor hun vijanden bidden, hier spreken zij met een verootmoedigd hart over de deugden Gods, die uit enkel eeuwige zondaarsliefde hen heeft getrokken uit den ruischenden kuU van modderig slijk der zonde. Hunzwarte ziel, wit gemaakt, zoodat zij niochten beluisteren:

„Ik leef, en gij zult leven!" O, welk een wonder was het voor die zwarte ten tijde van Salomo, als zij mocht aanzitten aan zijn disch. Maar veel grooter is de geestelijke weldaad, als men mag weten dat men niet eeuwig in Kedars tent moet wonen, doch straks in de brujloftszaal met al de gekenden Gods mag aanzitten met den geestelijken Salomo aan dien eeuwlgep maaltijd des Lams. Hoevelen zullen daar gemist worden, die hier op aarde wel ter Nachtmaal togen, doch niet met een hongerende ziel en dan voor eeuwig de deur op slot. Maar allen die eertijd zwart waren, doch door Christus gekocht, zullen eeuwig lieflijk blijven In de oogen des Heeren, die hen om Jezus wille als kinderen heeft aangenomen. Gods Bruidskerk wordt srtaks afgelost en worden opgenomen om eeuwig te geniten.

V.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 november 1938

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

De Beminde des Heeren

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 november 1938

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's