Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het Kijkvenster

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het Kijkvenster

7 minuten leestijd

Vraag­rubriefeen ij» ;;ranten — He gebed In de consistorie — De beteekenis van het hand ­ geven aan den predikant vóór den kansel — Broederlijke eenheid en viyandschap.

Het is in veel kranten de gewoonte, dat een vrag­ea­rubriek een deel van dem inhoud uitmaakt. Ik mag zoo'n rubriek graag lezen, al kom Ik dikwijls tot de conclusie, dat één dwaas meer kan vragen, dan zeven wijzen kunnen beantwoorden.

De vragen­redacteur moet een veelzijdig ontwikkeld man zijn, want hfl kan voor allerlei problemen komen te staan en de encyclopaediën helpen hem niet altijd uit den brand. Het wordt hem wel eens moeilijk gemaakt en ik heb als krantenman er altijd bewondering voor, hoe gevat zij zich uit neteUge kwesties weten te redden, wegschuilend achter woorden, veel zeggen en — eigenlijk de vraag de vraag laten. Dat is er de kunst van, alet U!

Een vragen­rubriek moet een leerzame inhoud hebben. De lezer vraagt wat, de redacüe antwoordt en dat antwoord moet zóó zijn, dat de geheele lezers­schaar er wat van opsteekt. In Kerkbladen komt ook meestal zoo'n

In Kerkbladen komt ook meestal zoo'n rubriek voor, waarbij de vragen zich dan meer bewegen, op kerkelijk of dogmatisch gebied. Ik geloof, dat door weinig lezers het vragenhoekje wordt overgeslagen, het behoort, om zoo te zeggen, tot het interessante nieuws.

In het „Gereformeerd Weekblad" komt ook een wekelijksche vragenrubriek voor, verzorgd door de bekwame hand van Ds I. Kievit te Baarn. Ds. Kievit heeft er slag van, gestelde vragen op onderhoudende en leerzame wijze te beantwoorden. Ik laat er hier een proeve van volgen.

Zekere X.stelde een vraag naar de beteekenis van het geven van de hand bij hetopbrengen van den Dienaar des Woords naar den kansel en over het gebed in de consistorie.

Eerst antwoordend op het laatste zegt Ds. K., dat het niet waarschijnlijk is, da het gebed vóór en nä den dienst in de consistorie gebruikelijk is geweest in de 16e, 17e en 18e eeuw bij onze vaderen. Tenminste, de kerkelijke acta spreken

Tenminste, de kerkelijke acta spreken daarover nergens. Ook Voeüus, die zeer uitvoerig handelt over de kerkelijke gebeden, spreekt er nergens van vóór of in zijn ti)d. Zeker zou hij, ware het in gebruik geweest destijds, hieraan aandacht hebben besteed en bepaalde regels hebben aangegeven die behooren in acht te worden genomen.

Zeer waarschijnlijk is dit gebed pas in gebruik gekomen bij de afscheiding van 1834. De samenkomsten werden vaak uiteen gejaagd door de Overheid uit pure liberale verdraagzaamheid. Daarom was er behoefte den Heere te bidden voor den dienaar om genade en kracht om getrouw te zijn en de bede om een rustig« samenkomst. Zoo ontstond waarschijnlflk dit gebed in de consistorie voor den dienst des Woords en werd nu verder gewoonte ook in de kerken der doleantie. Ook bij ons (in de Hervormde kerken, Red.) is het in vele gemeenten gewoonte geworden en mits op de juiste wijze verstaan kan' tegen dit gebed voor den dienst natuurlijk geen bezwaar zijn. De dienstdoende ouderling spreekt als ambtsdrager een gebed uit namens den kerkeraad, om den dienaar op te dragen aan den troon der genade voor zijn dienstwerk in het midden der gemeente. __ Dit gebed is dus iets anders dan het per

Dit gebed is dus iets anders dan het persoonlijk gebed van de leden der gemeente of hetgebed in het huisgezin, of op een kerkeraadsvergadering, enz. Vóór den dienst is de kerkeraad in de

Vóór den dienst is de kerkeraad in de regel met den predikant in de consistorie bijeen, om straks gezamenlijk in het huis des Heeren binnen te gaan als ambtsdragers, teneinde een wettige dienst des Woords gehouden worde.

Het is misschien goed — al moest het niet noodig .zijn — er op te wijzen, dat dit samenzijn In de consistorie niet bestemd is om nog allerlei nieuwtjes uit de gemeente te bespreken, zooals helaas vaak geschiedt. Zelfs gesprekken over het weer kunnen gevoeglijk achterwege blijven. Indien wij den ernst beseffen van de ambtelijke bediening des Woords en het neerzitten als ouderlingen om opzicht te hebben op de leer, dan zal daartoe zeker geen lust bestaan. Stille ingetogenheid is hier op zijn plaats om biddende op te gaan naar den kansel en de ouderlingenbank. En wat hetgebed aangaat door den dienstdoenden ouderling, dit heeft een beperkte tiedoellng, het opdragen van den Dienaar des Woords om het Woord recht te snijden en voorlichting des Geestes. Het is niet de taak hetgebed in de consistoriete maken tot een copie van het gebed, da de dienaar publiek doet op den kansel, voor zieken, land en volk, enz. Ook moet het niet in lengte, maar in kracht zgn beteekenls hebben.

Nog iets moet hieraan toegevoegd worden. Vaak is het gemeentegezang reeds aangevangen als de kerkeraad met de dienaar binnenkomt, soms bijna geëindigd Dit mag niet, is onordelijk, want als he gemeentegezang begint, is de dienst begonnen en behooren de leden van den kerkeraad hunne plaatsen te heben ingenomen en de dienaar den kansel te hebben beklommen. Laat men toch deze dingen ter harte nemen en waar noodig verbeteren wat verbeterd moet worden tot stichting der gemeente. De Heere is een God va orde. Wlanneer het gebed soms een preek

Wlanneer het gebed soms een preek wordt is het geen steun meer maar een last voor hem die er door gesterkt moet worden en beseft, dat zgn plaats is op den kansel om met de gemeente te verkeeren» ook in het Psalmgeziang .

Wordt ook nä den dienst een gebed gedaan In de consistorie, dan moet het bepaald blijven tot dankzegging voor ondervonden ondersteuning en nooit gebruikt of misbruikt worden om .persoonlijke gevoelens over de preek naar voren te brengen. Ddt behoort in de kerkeraasvergadering thuis..

Op een betrekkelijk korte vraag is dit een zeer leerzaam antwoord, waarvan we nog een deel weglieten wegens onze plaats ruimte. Vele kerkeraadsleden kunnen er een lesje aan nemen! Ds, K. legt hier de vinger op meer dan één euvel, die bij de broeders kerkeraad veel in zwang zijn. Komend op het geven van de hand aan den dienstdoenden ouderling aan den trap van den kansel, valt uit het antwoord op te maken, dat dit beteekent een bewijs van saamhoorigheld en instemming met de bediening. Is dat er niet, dan heeft het geen zin.

Zoo zei eens een ethische ouderling, aldus ds. K., vóór den dienst tot mijn plaatsvervanger — nog wel een Professor — als U van den kansel komt geef. ik U geen hand, want ik ben het niet eens met Uw leer. De Hoogleeraar merkte op: „ik zou eerst maar eens luisteren." Maar het hand­geven bleef achterwege

Maar het hand­geven bleef achterwege voor en na den dienst. Ach ja, wij zijn wel wat gewoon. Dit geschiedt en wordt nagelaten uit pure liefde natuurlijk. Och ja, de man zorgde, als hij mij een haiid moest geven bij het verlaten van de consistorie, zfl'n handschoenen aan te hebben!

Er ligt dus in het hand­geven van den dienstdoenden ouderling aan den predikant meer dan enkel vorm, ook al is het dikwijls vorm. In de hierboven aangehaalde gevallen was de ouderling, die ,op de leer zat" wel eerlijk door de handdruk van broederlijke eenstemmigheid te onthouden maar tevens een openbaring van pure vijandschap. Vijandschap tegen de leer der godzaligheid, die naar de reine meening des Geestes is.

Onze Gereformeerde Predikanten in de Hervormde Kerk komen in een jarenlange ambtsbediening zoo hier en elders heel wat tegen. Ze zijn wel wat gewoon maar ze moe ten ook veel verdragen. Verdragren en smaadheid lijden om de zaak van Christus. Doen ze dat in waarheid, past op hen het woord uit den Fillipenzer­brief: „dat gij in geen ding verschrikt wordt van degenen die U tegenstaan, hetwelk him wel een bewijs is des verderfs, maar U der zaligheid en dat van God.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 april 1940

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

Uit het Kijkvenster

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 april 1940

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's