Ingezonden stukken
Mijnheer de Redacteur,
Naar aanleiding van het ingezonden stuk van de Heeren Mans in uw blad van 27 Nov. j.1. een enkel woord. Bij plaatsing bij voorbaat mijn dank.
Alleen wat mij persoonlijk wordt aangewreven.
In de eerste plaats dat de zaak door mij niet behoorlijk is onderzocht is een absolute onwaarheid. Door mij is uw stuk nagezien bij de ingekomen stukken.
Dat stuk maakt den indruk van een wanhoopspoging maar is het niet. Ir. Snelleman wordt voorgesteld in dat schrijven als zou deze niets voor de gemeente doen. Het tegendeel is waar.
In 1937 is die grond door u speculatief gekocht, niettegenstaande u wist dat die grond wel aan een hoofdweg lag, maar tevens vlak naast de tramlijn. Dat die schuur aan de overkant van den weg niet herbouwd mag worden voor het uitzicht van de tram en uw grond precies in dezelfde richtlijn ligt en daarom in het bouwplan niet was opgenomen. Bovendien uw klachten behooren thuis bij B. en W. Daar wordt beslist over het werk van Ir. Snelleman en niet in den raad. De raad bemoeit zich te veel met al die kleine beuzelingen en daardoor is dikwijls al dat geharrewar, een gemeenteraad onwaardig.
Vandaar dat door mij gezegd is, laten wij het in besloten zitting behandelen, want de vorige periode van mijne zitting, toen er een hetze was tegen den gemeente architect deden wij het ook, en hadden de beeren er geen plezier vaji wat er van gezegd werd.
De heeren kunnen nu begrijpen dat het mijn principe is een goed uitbreidingsplan ten uitvoer te brengen en zoo weinig moge lijk er aan te voegen.
En al snap ik er dan niets van, ik ben zelf bereid aan Gedeputeerden te schrijven, met het oog op de gevaren ter plaatse, geen vergunning te verleenen.
Van te voren wist ondergeteekende wel, daarvoor de heer Esselink niet mede te hebben. De trouwe vriendschap tusschen elkander was mij daar reeds borg voor.
De beeren kunnen er op aan, dat ik voor hen mijn mijn mond niet dicht zal houden.
De Voorzitter vermaande den heer Esselink en daarom is door mij gezwegen, niet uit onmacht mijnerzijds.
Nog één opmerking, de Voorzitter geeft nog al eens, (volgens verschillende bouwers en ambachtslui) onjuiste voorstellingen, wat bij nader onderzoek blijkt de juiste waarheid te zijn. Er is dan dikwijls meer sprake van toegeven dan van een onjuiste voorstelling.
MIDDELHARNIS, Dec. 1940.
A. KRIJGSMAN Pzn,
Naschrift. Volgens onze bescheiden meening geeft de heer Krijgsman het feit niet juist weer. Mevrouw Koert, de beeren Esselink, Koppelaar en v.d. Slik zijn op het adres niet ingegaan omreden het niet voorzien was van praeadvies van B. en W^ De kwestie waar het debat over liep was daarover,
wanneer een burger zich met een verzoek tot B. en W. wendt en daar in 3 jaar tfld geen lamtwoord op kräjgt, wat moet deze dan tenslotte doen?
Zich tot de raad wenden of niet? . Over het verzoek zelf werd zwaar ge
. Over het verzoek zelf werd zwaar geboomd ,,het zou duizenden guldens kosten!!! — het geheele plan zou moeten worden omgewerkt enz. enz." — doch toen de heer Koppelaar de Voorz. vroeg of dit nu werkelijk zoo was, zouden B. en W. het nader bezien. Naar ons ter oore kwam zijn B. en W. denzelfden middag zich ter plaatse nog wezen overtuigen.
(Verslaggever.)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 december 1940
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 december 1940
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's