Bekendmaking
HET DRAGEN VAN ORANJE-INSIGNES VERBODEN.
'GRAVENHAGE, 2 Mei (A.N.P.) — Het Rijkscommlssariaat maakt het volgende bekend:
Op grond van par. 5 van het besluit van den Führer over de uitoefening van de regeeringsbevoegdheden In Nederland van 18 Mei 1940 (Reichsgesetzblatt I bladzijde 778)
en in aanmerking nemend par. 1 van verordening 20 van 7 Februari 1941, vaardigt de hoogere S.S. en Polizeiführer de volgende bekendmaking uit: 1. Het openbare dragen en toonen van af
1. Het openbare dragen en toonen van afbeelding van levende leden van het huis van OranjeNassau, op welke wijze en in welken vorm dan, ook, alsook het demonstratieve dragen en toonen van de kleuren van het Oranjehuis, wordt hierbij verboden.
Ditzelfde geldt van het al of niet tegen betaling verder verspreiden van dergelijke voorwerpen.
2. Handelingen in strijd hiermee worden — voorzoover niet strengere straiffen bepaald zijn — ingevolge par. 1 der verordening nr. 20—1941 van 7 Februari 1941 bestraift.
TOELICHTING.
De volgende officieele commentaar werd bij deze bekendmaking gegeven:
VERSCHILLENDE incidenten van den laat stj3n tijd brachten het bewijs, dat afbeeldingen van levende leden van het huls van OranjeNassau, alsook de kleuren van dit huls, tot een demonstratie tegen de bezet, tingsmacht misbruikt werden, en wel zeer opmerkelijk het meest door kleine groepen uit het Sociaaldemocratische en Roomsch Katholieke kamp, die voorheen slechts in zeer bijzondere gevallen bereid waren, om de zaak van het huis van OranjeNassau tot de hunne te maken. Daarbij werd geenszins aan een erkenning van de verdiensten van vroegere leden van het huis van Oran. jeNassau gedacht, een erkenning, voor welke een algemeene waardeering aangenomen kan worden, aan welke deze bekendmaking geenszins te kort doen wil. Het geval ligt bij het publiek toor<3n van afbeeldingen van levende leden van het huis Oran jeNassau echter geheel anders; reeds op grond van het feit, dat deze leden van genoemd huis nadat zij haar land en volk verlieten, zonder uitzondering geheel naar de zijde der Engelschen zijn overgegaan, moet dit als demonstratie worden opgevat. Dit demonstratieve toonen heeft dan ook tot verstoringen der orde geleid, die tot het boven weergegeven verbod leiden moesten. De bekendmaking der politie heeft in het bijzonder ook betrekking op het dragen van uitgezaagde geldstukken (van 10 en 25 cents) en het neerzetten van afbeeldingen in etalages. Niet door de bekendmaking getroffen worden de ook als „prinsenvlag" bekende oranjeblanjebleuvlaggen, daar deze heden als een uitdrukking van den volkschen wil kunnen worden beschouwd.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 mei 1941
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's