Uit Het Kijkvenster.

Wanneer ik in onze krant — sn ook in andere Kranten — de advertentie­rubriek zoo eiens doorikijk, valt het imij ap, dat jf oroote vraag is naar „dienstbodenj". Wekelijks staan er heele series in en Vbiedt zicli aan" komt heel zelden voor. Er zijn iiuisvroqwen, die na één of twee Iteer geadverteerd te liebben dec/ moed opgeven! óf nog eens een aanlolckelijk voorstel doen met een extra hooge huur, een goede kost in het vooruitzicht, om iog eenige kans van slagen te hebben. lU vraag' mij af, waar dit ,,tekort"

lU vraag' mij af, waar dit ,,tekort" vandaan ko/mt. Allereerst zou mea'daarvoor kunnpn aanvoerer|, dat in deze tijd veel meisjes betrekkingen waarnem'en, die anders door mannelijk personeel werijen bekleed. Gemiddeld is daarin méér te verdienert en het romantische op dit ebied staat vele meisjes wel aan. Maar "it is m.i. toch niet in de eerste (plaats de reden waarom dit ,,tekort" Js ontstaan. Vader verdient wat meer, de gemsmkomsten zijn over het algülmeenl grooter, het is niet meer noodig; dat ­nze dochter dient. V/'e kunnen ze best in het huishouden gebruiken. In veel geallen is dit inderdaad zoo, in andere geallen, niet. Het arbeids­bureau houdt ­eri oog in 't zeil, dat de vrouwelijke exe volledig in het arbeidsproces .wlordt 'ngeschakeld, dat de meisjes zoo maar iet rondhangeiil, terwijl hun dltensten oed kunnen worderl gebruik*. Desaliettemin is er een diervsboden­vraagtuk; de vi'aag is groot en aanbod is ér iet. Vde huismoeders, die een hulpje oodig hebbei^, zijn danig gehandicapt. Antipathie tegen het dienstbodenbeoep behoeft men niet te hebben, ieder ­eisje zou eigenlijk voor haar bestwil ­Dl poos onder anderen mloeten staan, aarom stutjen patroons hun zoons bij ei^ ander ora hun beroap te leeren, vak­ ­eiinis op te doen, terwijl' Vader een, 'gen bedrijf, soms wel een groote fanek heeft? Omdat, kort gezegd, vreemê oogen dwingenl, omdat men daar niet e patroonszoon is, maar gewoon onder 'e gezellen meegaat, éen vasten gang in het iwlerk krijgt en zelfstandiig'er wordt Waardm zoudisn onze meisjes dat niet doen?Er "5üt niets minderwaardigs in. We hebbeiK al eens meer gezegd, dat elk goed beroep een ,.goddelijk beroep" is. Ik vind het boverjdien) gesn geringe kunst, om te kunnen dienen. In hun later leven, wanneer zij eei^ eigen huishouden hebben t« besturen, zullen zij er veel gemak van hebben en het nut er van inzien.

Daar zijn voor de dienistboden dikwifls veel moeUijkheden te overwinnei­8: een humeurige vrouw, een prikkelbare meneer, lastige kinderen en wat al meer

'De eer e Mevrouw weet beter dienstboden te houden dan de ander.

Aan de andere kant kan de dienstbode ook de aanleiding zijn voor haar patrones van veel zuchten, ergernis, klachtenj, v/anhoop soms, door haar gedrags'wlijae en manier van werkeïf. Er kan een eindeloos ge,sukk6l zijn met oraberkwame, langzalme of slechtgehtiimeurde gezinshulpen, waardoor een druk wordt gelegd op heel het huisgezin. 'Een gedienstige, die zich met toewijding len soepelheid aan het gezin geeft en haar werk met belqVvtaamheid en dn een) behoorlijk temipo vei'richt, is .zooals imeni dat wel eens f ig urn lijk uitdrukt: haar gewicht in goud wiaard. Een juweel! Zoo een zal later een lichte^/i spoor nalaten: van haar mevroiiw zal ze dankbaarheid oogsten, dat ze in de awaarste jareni van haar gezinsleven met kleine kinderen, zich wist bijgestaan door een toegiv/lijde kracht. \Alle arbeid geeft pas zijn bevrediging, wanneer wij het werk kennen, kunnen, aankunnen in dejj toegemeteni tijd en het graag doen. Vooral het laaste. Hebben, we dian ons werk niet geheel onder de knie, 'we zullen probeeren het goed te doen. Boven(il dit te _zien: zijn we­.patroon — zijn we knecht; zijn itwe Mevrouw — zijn we dienstbode, we zijn op eikaars weg gêipl^atst; we hebben eikaars' ,,naaste" te zijn en elkaarte dieiilen. Afstand behoort er te zijn, ieder moet zijn plaats v/eten, Imaar dan te het geen onoverbrugbare afstand. Gaan beide partijen van dit lever|3beginsel uit, dan zal als uitvloeisel daarvoor de beste verhouding bestaan er^ elkanders belang worden gezocht. WAiAlRfNEMER

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen