Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De melaatsche gereinigd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De melaatsche gereinigd

4 minuten leestijd

„En zie, een melaatsche kwam en aanbad Hem, zeggende: „Heere, indien Gij wilt. Gij kunt mij reinigen" .... „Ik wtl, word gereinigd". , Mat-h, 8 i, J;«.

De Bergrede door" Jezus gehouden, heeft geweldigen indruk gemaakt. Ja, de scha­ U, die Hem volgen, zijn verbaasd en ontzetten zich over zijn leer, want Hij leerde hen als machthebbende en niet als \it Schriftgeleerden.

Zi) zullen zich nog meer verbazen! Want ji) zal nu ook als machthebbende gaan Ikiulelen !

„En zie", zegt Mattheus, „een melaatsche kwam en aanbad Hem". Daar komt dus een diep .ongelukkig mensch tot Jezus, diep ongelukkig! Zoo mocht met recht een melaatsche genoemd ivorden.

Melaatschheid toch maakte den lijder lot een afzichtelijke. Witte plekken ver­ Loonden zich op het lichaam, die uitbraken in wonden, knobbels en zweren. Het |tor op de aangedane plaatsen viel uit of »erd wit, de nagels lieten los, soms vertokerden zelfs de ledematen. I Daar de ziekte zeer besmettelijk was,

I Daar de ziekte zeer besmettelijk was, |«areti de melaatschen uitgestooten uit de samenleving en moesten zij afgezonderd 10 de woestijn wonen.

I Naderde hen iemand, dan moesten zij waarschuwend roepen: „Onrein, onrein!" ja, zulk een melaatsche kon een verloren Biensch worden genoemd. Niemand kon liietn genezing bezorgen. Menschelijke kun­ : schoot bi) deze kwaal tekort.

Vreeselijke toestand dan, waarin zulk Iten melaatsche verkeerde!

Wat heeft de zonde toch een leed en tllende in de wereld gebracht.

En nu is de­melaatschheid niet alleen ten [evolg van de zonde, maar ook een mli van de zonde. Lees dat maar na in hesaja 1 vers 6, waar de verschijnselen der melaatschheid worden opgesomd,, om daar Imee de zonden van Israël te teekenen.

De man vol melaatschheid is een beeld van den zondaar.

Een beeld dus ook van u en mij. Voor­ |waar geen schoon beeld! Het is het beeld van een ellendige en •mlgehjke. Mjar het teekent de waarheid jEn daar gaat het om. Het gaat om waariieid! Ons zelf schooner te zien dan we !i)n is zelfbedrog. Dat we toch eens eerlijk werden tegenover onszelf. Onszelf |(ens zagen als een onreine. In Gods oog melaatsch geheel en al. Alles aan ons verfoeilijk. Als de melaatsche.... .^ een uitgestootene. Uitgestooten uit de gemeenschap Gods. Ons hart vol zonde, dood en verderf. Dat we het eens eerlijk erkenden.

Want een eerlijk gemaakt mensch gaat in zijn ellende uitzien naar redding. Die gaat vragen: „is er voor zulk een nog genezing?" En dan mag gezegd worden: „Een is

En dan mag gezegd worden: „Een is er, hij Wien raad is tegen deze krankheid!" Dat is Hij, tot Wien ook de melaatsche kwam met een bede: „Heere, indien Gij wilt. Gij kunt mij reinigen."

Deze melaatsche kan van Jezus niet v/egblijven. Hij moet Hem naderen, hij kan in zijn ellende niet buiten Hem. Zoo valt hij aan de voeten van Jezus met een kort gebed. Zoo smeekt hij om hulp. Ja, zijn bidden wordt een aanbidden. Hij brengt den Heere de eere toe: „Gij zijt de Machtige! Gij kunt mij reinigen, indien Gij wilt". En hoor dan het antwoord van Jezus

En hoor dan het antwoord van Jezus „Ik w)l, word gereinigd!" Zie dan de uitgestrekte hand van den Heiland zegenend neerdalen op den ongelukkige en zit hem terstond als een gereinigde daar staan.

Zoo kan JEZUS CHRISTUS ook nu nog melaatsche zondaren redden van het verderf. Daartoe liet Hij zich in de plaats van zijn Kerk onrein verklaren, opdat een onreine, door dat Middelaarswerk, nog rein verklaard kon worden. Hij is nog de machtige, maar ook de gewillige / Het is nog zijn lust ellendigen, die walgen van zichzelf vanwege hun onrein bestaan voor God, en die Hem bij dagen en nachten aanroepen om genezing en redding, te helpen en te reinigen.

Wie het door genade bij Hem zoekt, wordt niet verstooten. Dat dan de „gezonden" nog eens waar­ lijk ziek werden, opdat zij niet blijvend den grooten Medicijnmeester voorbij loopen tot hun eeuwig verderf.

Dat de zieken de reinigmakende kracht van Christus mochten ervaren en het in geloof vernemen: „Ik wil, word gereinigd". Zalig de mensch, wien dat mag gebeuren.

Hij zinge in stille ootmoed: „Loof Hem, Die u, al wat gij hebt misdreven, Hoeveel het zij, genadig wil vergeven. Uw krankheen kent en liefderijk geneest". H.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 november 1944

Eilanden-Nieuws | 2 Pagina's

De melaatsche gereinigd

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 november 1944

Eilanden-Nieuws | 2 Pagina's