Het eene noodige

Het eene noodige

n. En Jezus antwoordende, zeide tot haar: Martha, -Martha gij bekommert en ontrust U over vele dingen; maar één ding is noodig; doch Maria heeft het goede deel uitgekozen, hetwelk van haar niet zal weggenomen worden. Luc. 10 : 41 en 42.

We maken ons zoo druk over vele dingen terwijl het ééne noodige wordt vergeten. Dat ééne noodige is niet alleen dat we bekeerd moeten worden, maar volgens onzen tekst, dat die bekeerden gemeenschap zullen oefenen met Christus en Hem aankleven als een rank in den wijnstok. Ook en juist voor Gods kinderen is het niet overbodig nu gedurig bepaald te worden bij de vermaning die boven deze overdenking staat afgedrukt.

De Heere was met Zijne discipelen van Galilea naar Judea gekomen WEiarschijnlijk om te Jeruzalem het loofhuttenfeest te vieren. Bij die gelegenheid brengt Hij een bezoek ten huize van Martha. Zeer waarschijnlijk is Martha een rijke weduwe bij wie haar zuster Maria en haar broeder Lazarus inwoonden. De Heere heeft als waarachtig mensch behoefte aan spijs en drank, maar ook aan sjrmpathie. Bethanië is dan ook voor Hem een lieflijke oase in een dorre woestijn. De familie is in blijde en feestelijke stemming als zij vernemen dat de Heere hen met een bezoek zal vereeren.

Het Woord is vleesch geworden, en heeft onder ons gewoond, en wij heb- ben Zijne heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eengeborenen van den Vader, vol van genade en waarheid. Het is een bijzonder voorrecht als die Persoon ons met Zijn heil bezoekt. De bedrijvige Martha is dadelijk in de weer om het Hem zoo aangenaam mogelijk te maken. Het beste is voor Hem nog niet best genoeg. Een kostelijke maaltijd moet worden gereed gemaakt. De stille Maria met haar mystieke aanleg heeft terstond een bescheiden plekje gezocht aan Jezus voeten. Zij ziet Hem niet als gast maar als Gastheer, 'die gekomen is, niet om gediend te worden, maar om te dienen. Haar ziel is als een dorstig land om met de wateren des levens te worden besproeid. Martha, die door al de beslommeringen in verwarring is geraakt ergert zich aan dat rustig neerzitten van haar zuster. Hoe kan de Heere dat gedogen. Zij richt dan ook hare be schuldigingen op Hem. De Heere neemt echter Maria in bescherming om haar zoeken van geestelijke dingen, en bestraft Martha oia haar opgaan in de stoffelijke dingen.

Neen, ge moogt hier geen verkeerde tegenstelling maken alsof Maria een bekeerde en Martha een onbekeerde vrouw is. De Heere had immers Martha en Maria en Lazarus lief. Niet onze liefde tot Hem, maar Zijne liefde tot ons is beslissend. Wij hebben Hem lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.

Ook mogen we in Martha niet zien een vrouw die genoeg heeft aan, de stoffelijke dingen en de geestelijke dingen versmaadt. Ook Martha is een begenadigde vrouw. Ook Martha werd getrokken uit de duisternis en heeft Christus als haar Zaligmaker leeren kennen. Maria echter zoekt met Hem dadelijk gemeenschap en kleeft Hem aan als een. levende rank.

Gods kinderen kunnen na ontvangene genade zoo verkeerd werkzaam zijn. Zij denken vaak aan de woorden die Graaf van Zinzendorf inspireerde: „dat deed Ik voor tJ, en wat doet gij voor Mij." Dan worden ze in het stuk der dankbaarheid werkzaam uit een werkheilig beginsel. De Heere heeft gezegd: Zonder Mij kunt gij niets doen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen