Onbevredigd rechtsgevoel
Tussen straf en overtreding behoort een zekere verhouding te zijn.
Naarmate de overtreding groter is, dient de étraf zwaarder te zijn.
Die gedachte ligt in de volksopinie vast verankerd.
BIJ een lichte overtreding behoort een lichte straf, bij een zware overtreding üen zware straf. In onze strafwetgeving wordt daaraan niet altijd voldaan.
Vooral is dit het geval bij de overtredingen ten opzichte van het verkeer.
Vooral wanneer dronkenschap in het ^pel IS. Een recent voorbeeld daarvan is het volgende: „Een chauffeur was dermate onder invloed van sterken drank dat hij niet in staat was zijn wagen behoorlijk te besturen. De gevolgen bleven niet uit en. die waren vreselijk. Een kind van ruini een jaar en een meisje van veertien jaar werden doodgereden. Bovendien werden twee jongens gewond. Enige voetgangers konden slechts met grote moeite aan het gevaar door de roekeloze chauffeur overreden te worden ontkomen." Het rechtsgevoel van het volk zou slechts dan bevredigd zijn wanneer die onverantwoordelijke chauffeur tot een flinke vrijheidsstraf was veroordeeld. Helaas was dat niet het geval.
Niet omdat de rechter al te zachtmoeg was, neen maar omdat de rechter geen zware straf kon opleggen daartoe verhinderd door de wet.
De uitspraak leidde „negen maanden jevangenisstraf en intrekking van het njbewijs voor de tijd van één jaar." Niet meer omdat de wet het niet toelaat.
Het rechtsgevoel van het volk is met 20'n vonnis niet bevredigd. Tyvee mensenlevens en dan negen maanden gevan- »enisstraf. Ook de Officier van Justitie gaf uiting aan het onbevredigende van de strafmaat. Gaarne had hij een strafmaat geëist van drie é, vier jaar. Maar kon hij niet doen, omdat de wet als maximale straf voor het feit „Hij aan wiens schuld de dood van een ander te wijten is, wordt gestraft met een. gevangenisstraf van ten hoogste negen maanden." En de verkeerswetten laten geen hogere straf toe dan intrekking van het rijbewijs voor ten hoogste één ]aar Bij herhaling hoogstens voor twee ar.
De „misdadiger", zo mag men zo'n chauffeur wel noemen, die dronken achter het stuur zit" kreeg dus de maximum straf en toch is het rechtsgevoel iipl bevredigd. Het manco - het gebrek ligt niet bij de rechter, maar bij do wetgeving. Het vergrijp, de overtreding, met zo funeste gevolgen, wordt niet naar behoren gestraft door zo'n lichte straf. Geen wonder dat de officier van justitie het belachelijk noemde om deze geringe strafmaat te requireren in vergehjking met de zwaarte van de overtreding.
Hier is geen overeenstemming tussen de volksopinie, het volksgevoel, en de strafwetgeving. Daarin dient voorzien te worden. De strafwetgeving en de verkferswetgeving moeten veranderd worden Zwaardere straffen dienen opgelegd te kunnen worden. „Negen maanden" M éen jaar is te weinig voor zulke gewtenloze gebruikers van de weg. Ongelukken kunnen gebeuren. Die kan nieinaul voorkomen. Maar als men zichzelf moedwillig in een staat brengt, door drankmisbruik, dat men een gevaar, oplevert voor zijn medemensen dan is er geen sprake meer van ongelukken, maar kan men gerust spreken van misig: opzet. Wie buiten zijn schuld tot ongelukken komt moet anders worden beooideeld, dan hij, die op onverantwoordelijke wijze het leven van zijn medemensen niet telt, door zichzelf in dronken toestand achter het stuur van een motorrijwiel te plaatsen. Zulke mensen behoren zwaar te worden gestraft en maatregelen moeten worden genomen dat zij niet op de weg komen.
Wijziging van onze wetgeving is op deze punten wel zeer urgent.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 november 1949
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 november 1949
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's