Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Advent

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Advent

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Adventslicht in de donkere Paradijsnacht.

,,En Ik zal vijandschap zetten tussen u en deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve za) u de kop vei­morzelen en gij zult het de verzenen vermorzelei'."

(Gen. 3 : 15.)

Adventstijd is voorbereidingstijd, en wat is een betere voorbereiding om „Het Licht dat nu ontstoken is", gelijk Simeon het zo duidelijk zegt, in haar volle luister te aanschouwen, dan door een wijle terug te treden in de schaduw van het oude verbond?

Temeer daar dat de lijn is, in Gods Woord ons getekend, en in de harten van Zijn volk uitgewerkt, want hoe zullen wij ons verblijden in het Licht van Bethlehem, als wij de duisternis van Eden niet hebben doorleefd?

God heeft ons allen in Adam naar Zijn beeld geschapen, in ware kennis van God, gerechtigheid en heiligheid, met het doel dat Hij eeuwig in ons en door ons verheerlijkt zou worden.

Om tot dat doel te geraken, heeft Hij ons de eigenschappen niet onthouden, maar ten overvloede een liefde geschonken, om Gods Vaderlijke geboden te onderhouden en de wet der liefde te volbrengen.

Dit vast te stellen is nodig om het gruwelijke van die diep rampzalige val, in het juiste licht te zien, om er ons voor te wachten de hemeltergende uitdrukking te bezigen van „Zalige val". Dit kan alleen gezegd worden door hen, die het dieprampzalige van die val niet hebben ingeleefd.

Vraag het maar aan al Gods ware volk, en zij zullen u met smart in de ziel verhalen, hoe zij daar stonden, geschapen naar Gods beeld, in volkomen harmonie met dat lieve Goddelijke Wezen, maar ook hoe zij met het eten van de verboden vrucht zichzelf als voelden wegzinken in de peilloze diepte van een drievoudige dood, hoe zij door die daad. God de bron van leven en zaligheid, moed­ en vrijwillig: de rug hebben toegekeerd. ^ Want Adam is niet per abuis van God

Want Adam is niet per abuis van God

afgedwaald, maar hij heeft de liefde welke door God zelf in zijn hart was ingelegd, geweld moeten aandoen, en zich welbewust van God losgescheurd.

Maar nu Gods onbegrijpelijke genade, neen, zij storten niet beiden levenloos ter aarde, om voor eeuwig van voor Gods aangezicht te worden weggevaagd, maar Hij komt als naar gewoonte, en Adam hoort Hem naderen aan de wind des daags. Wie beschrijft de gedachten zoals zij zich in dat eerste mensenpaar vcrmenigvuudigden ? En daar klinkt het door de hof: ,,Adam, waar zijt gij?"

Ook nu aict een „Ga weg van Mij, want gij he^bt niet gewild dat Ik koning over u zij", neen, maar „Adam, waar zijt gij?", wat zal hem dat meegevallen zijn! Wel probeert hij nog heimelijk de schuld op God te werpen door te zeggen: „De vrouw die Gij bij mij gegeven hebt", dat is niet slechts een onredelijk, en zwak verweer, maar wij beluisteren er ook een ondertoon van vijandschap in, en het is loutere genade, dat de Heere zich niet in toorn voor eeuwig van Hem afwend. Maar nu gaat God Zijn onuitsprekelijke genade verheerlijken aan vijanden, want door de val is de mens een vijand Gods geworden, en wordt het adventslicht in de donkere Paradijsnacht ontstoken, met de woorden: ,,Ik zal vijandschap zetten" enz.

God zelf is de brenger van deze boodschap, waarin Hij de strijd der eeuwen tekent, maar ook van de uiteindelijke glorie verzekert.

Hef treffende is, dat de eerste evangelie prediking door God zelf geschiedt, deze moederbelofte is dan ook het fundament waarop het gebouw der profetieën gegrond is.

En als de Heere de strijd der eeuwen voorzegt, dan is de toekomst donker en dreigend, maar aan de gezichtseinder gloort de gouden streep van de lichtende morgen, wa:it God laat Zijn volk nooit in de wanhoop omkomen.

De strijd zou lang, zwaar en bitter zijn, om der zonde wil allerhande ellende onderworpen, in en uitwendig, als de gevolgen van die diep rampzaligen val daardoor komt de mens aan de weet wie en wat hij toegevallen is en wie er van nature rocht op hen heeft.

Het eten van die vrucht was de daad van ééi ogenblik, maar o, hoeveel strijd moet er gestreden en hoeveel leeds moe er geleden worden, om weer bij vernieuwing met God in g'emeenschap te komen, want dat is toch het doel van a Gods volk ?

Niet alleen van des mensen zijde, maar ook van Gods zijde. Laten wij eens bedenken wat het God zelf gekost heeft nl. Zijn enige Zoon, het liefste wat Hij had, gegeven tot een rantsoen voor velen.

Maar ook wat heeft het de Zoon gekost, om een vloek en doemwaardig zondaar terug te brengen tot Zijn Vader. Hij heeft kroon en troon verlaten, is

Hij heeft kroon en troon verlaten, is nedergedaald uit de hemelse heerlijkheid, in de pestwalm van onze zonden, om geboren te worden in een beestenstal en dat als de God van hemel en van aarde! Wie zal de diepte van dat lijden peilen, wie beschrijft de strijd door Hem gestreden daar in Gethsemané, waar Zijn zweet werd gelijk grote droppelen bloeds, toen Hij aan het kruis uitriep; ,,Mijn God,­Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" Toen daar God van God verlaten werd en de Satan met heel de hellemacht op Hem losstormde?

Daar zinkt alle menselijke strijd, moeite en verdriet bij in het niet, dat is de weg welke wij zelf gekozen hebben, want: „Ten dage als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven!"

Maar hoe heet die strijd ook moge zijn, al zijn het de vruchten van eigen gekozen wegen, voor hen die zien waarlijk vanwege hunne zonden mishagen, daai' een droefheid over waarnemen een droefheid naar God, voor hen is Satan's kop verpletterd, de eindoverwinning is verzekerd. God Zelf heeft gezegd: „Datzelve zal u de kop vermorzelen." Dat is gebeurd toen alle helse stormaanvallen op de Rots der eeuwen te pletter sloegen en de triumpf kreet weerklonk: ,,Het is volbracht."

Toen is volbracht dat de dichter heeft gezongen:

Gewis, hoe hoog de nood mag gaan, God zal Zijns vijands kop verslaan. Dien haar'gen scheldel vellen.

Is dat geen Advent?

Ja, gewis een voorbereiding op de strijd, maar ook op de overwinning, door God in het uitzicht gesteld, als een zekere belofte en met deze belofte werden Adam en Eva biddend werkzaam, want hij noemde haar naam Heva, dat is: Moeder aller levenden! Daar kwam het geloof in uit waarmede zij de Messias verwachtte en zij is niet beschaamd geworden, want:

,,Die de Heere verwachten. Zullen niet beschaamd worden."

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 december 1949

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

Advent

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 december 1949

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's