Enkele kanttekeningen bij de resultaten van de volkstelling, die op 31 Mei 1947 in Ouddorp gehouden werd
II.
In 1947 bleek, dat van de totale bevolking van Ouddorp 1964 mannen en 1914 vrouwen in Nederland geboren waren, zodat in totaal slechts 6 personen uit het buitenland afkomstig waren. De meesten waren in de woongemeente geboren, want van de mannen waren 1825 uit Ouddorp afkomstig, hetgeen neerkomt op een percentage van bijna 93. Dit is buitengewoon hoog, want behalve Goedereede, waar het zelfs 95 bedraagt, vmden wij lagere cijfers, nl. voor Ooltgensplaat 82, voor Stad aan 't Haringvliet 81, voor Oude Tonge 76, voor Herkingen 70, voor Dirksland 68 en voor Middelharnis 64. Dit zelfde wordt bij de herkomst der vrouwen gezien, want van 1917 aanwezige vrouwen waren 1680 in de woongemeente geboren, hetgeen over eenltomt met een percentage van 88. Deze cijfers waren voor enkele andere eilandgeraeenten: Goedereede zelfs 91, Ooltgensplaat 77, Stad aan 't Haringvliet 69, evenals Oude Tonge, Middelharnis 62, Herkingen 61 en Dirksland zelfs 56, maar dit is grotendeels het gevolg van de aanwezigheid van verpleegsters, die voor het grootste gedeelte niet afkomstig zijn uit de woongemeente.
Evenals in Goedereede komt het huwen binnen de dorpsgemeenschap veelvuldig voor. Do gevaren, welke verbonden zijn aan deze ,,inteelt" zijn zeker niet denkbeeldig. Is dit ook een verschijnsel dat inhaerent is aan het te sterk verouderen van een gemeenschap ?
Het aantal immigranten is dus zeker zeer gering. De meesten kwamen uit een andere gemeente van de provincie ZuidHolland, waarbij wij wel mogen aannemen, dat het grootste aantal afkomstig was uit een andere gemeente van GoereeOverflakkee. De percentages, welke op deze groep betrekking hebben, bedragen voor de mannen bijna 5 en voor de vrouwen bijna 10. Het gewest, dat dan volgt, is Zeeland, dat no ruim 1% der mannen (22) en 1% der vrouwen (19) leverde. Uit de overige provincies kwamen 21 mannen en 25 vrouwen. Hoe was dit vroeger? In 1899 bleek, dat 93% der mannen en bijna 92% der vrouwen uit de woongemeente afkomstig waren. Reeds in die tijd was de immigratie zeer gering. In onderstaande tabel vindt men de kerkelijke gezindten aangegeven.
Kerkelijke gezindten in Oiiililorp (in piHicenten.)
(in piHicenten.)
Ned. Herv. Ger. Kerken Ger. Gem. Doopsgez. Overige kerken Geen kerkgen. 31 121879 31121930 93.5 3.5 — 2.9 0.1 — 91.4 3.2 — 2.6 2.6 0.2 3151947 90.4 3.0 4.0 1.6 0.3 0.7
De achteruitgang der Ned. Herv. Kerk is in deze gemeente met zo stcrl;; als elders, want nog steeds rekent de overgrote meerderheid der bevolking zich tot dit kerkgenootschap. De Ger. Gemeente is, evenals elders sterk ge
Gemeente is, evenals elders sterk gegroeid. Deze groei is des te opmerkelijker, omdat deze niet verklaard kan worden door de afweziglieid van dit kerkgenootschap tijdens oudere volkstellingen, want het aantal belijders van overige kerkgenootschappen komt niet overeen met dat der Ger. Gemeente. Dit laatstgenoemde kerkgenootschap moet dus ook gegroeid zijn ten koste vart andere kerkelijke organisaties. Opvallend is het geringe percentage onkerkelijken. Een afzonderlijke groep wordt in deze gemeente door de Doopsgezinden ingenomen. Hun aantal is echter aan het afnemen, want in 1930 waren nog 94 Doopsgezinden aanwezig en dit aantal bedroeg in 1947 nog 62.
Teneinde enigszins een beeld te kunnen krijgen van een mogelijke verdere ontwikkeling is onderstaande tabel dienstig. In deze staat zijn met behulp van indexcijfers kerkelijke gegevens betreffende leeftijdsgroepen verwerkt. Indexcijfers betreffende kerkelijke gezindten in Oudd>orp
Leeftijden Ned. Herv. 31121899 Doop. Geref Kerk Bevolk. Ned. Herv, 315 1947 Doop, Geref Kerk Bcvolkir
020 jaar 100 100 100 100 97.6 36.5 58.5 91.9
2040 jaar 100 100 100 100 150.0 115.4 163.6 165.0
4050 jaar " 100 100 100 100 170.5 500.0 125.0 184.6
5070 jaar ' 100 100 100 100 204.7 300.0 206.6 224,4
70 j. enz. 100 — 100 100 140.6 •> 275.0 160.0 In de loop van een halve eeuw blijkt de bevolkingsgroep van O tot 20 jarigen achteruitgegaan te zijn. De Ned. Herv.
hebben hiervan minder nadelige gevolgen ondervonden dan de Geref. Kerken en de Doopsgezinden, die wel zeer sterk achteruitgegaan zijn. Ik waag mij niet aan een verklaring. Een en ander zou eens ter plaatse bestudeerd moeten worden. Oorzaken kunnen geweest zijn het verschil in kindertal, maar het kan ook zijn, dat bepaalde groepen zich afwendden van de Ger. Kerken en de Doopsgezinde Gemeente. De toekomst dier laatste kerkgenootschappen mag evenwel niet rooskleurig genoemd worden. Van de overige leeftijdsgroepen moet gezegd worden, dat de toename der Ned. Hervormden en Gereformeerden achterbleef bij de totale bevolkingsgroei. Dit verschijnsel is het gevolg van de uitbreiding, die de Ger. Gemeente ondervond. De oudsten der Gereformeerden vormen schijnbaar een uitzondering, maar dit verschijnsel vindt zijn verklaring in het feit, dat in 1899 zeer weinig ouderen tot het jonge kerkgenootschap toetraden. In genoemd jaar werden slechts 4 personen van hogere leeftijd als behorend tot de Ger. Kerken geregistreerd. De Doopsgezinden vertonen n die hogere leeftijdsgroepen een bui tensporige stijging, maar ooit deze is het gevolg van het feit, dat in 1899 practisch geen oudere Doopsgezinden aanwezig waren. De stijging is verder in verband te brengen met het grote aantal jongeren uit die oude tijden.
In Ouddorp werden bij de laatste volkstelling 536 mannen en 1600 vrouwen zonder beroep aangetroffen, terwijl van hen, die ouder dan 14 jaar waren 16 mannelijke en 3 vrouwelijke ingezetenen nog dagonderwijs genoten, hetgeen neerkomt op een percentage van het totaal aantal werkenden van 1.1 voor de mannen en 1.0 voor de vrouwen. In enkele andere gemeenten werden de navolgende percentages aangetroffen: Goedereede 2 en 7 (het eerste cijfer is steeds voor de mannen het tweede voor de vrouwen). Herkingen 2, 5 en 5, 5, Dirksland 4, 5 en 4, Middelharnis 4 en 12,5 Stad aan 't Haringvliet 3 en 8, Oude Tonge 3 en 7 en Ooltgensplaat 4 en 7. Ouddorp maakt dus geen goede indruk, hetgeen misschien ook het gevolg van de geïsoleerde ligging kan zijn. Het totaal aantal werkenden in de
Het totaal aantal werkenden in de gemeente bedroeg 1349 mannen en 312 vrouwen; 12 mannen en 1 vrouw werden geregistreerd als werkzoekenden, terwijl 53 mannen zich tijdelijk in militaire dienst bevonden. Van het totale aantal mannelijke gezinshoofden (867) oefenden 818 een beroep uit, hetgeen betekent, dat ruim 94% dier gezinshoofden tot de beroepsbevolking behoorde. De meesten, ruim 66%, vinden een bestaan in de landbouw. In deze tal\ va bedrijf zijn 937 mannen en 116 vrouwen wcritzaam, van wie 369 mannen en 34 vrouwen als zelfstandig bedrijfshoofd In 1909 arbeidden 647 mannen en 14 vrouwen in de agrarische bedrijven, In genoemd jaar werden 149 mannen en 13 vrouwen als zelfstandig bedrijfshoofd geregistreerd. Uit deze cijfers blijkt duidelijk, dat het aantal bedrijven zeer vermeerderd is, hetgeen wederom op een verkleining der oppervlakten der afzondcrlijlte bedrijven wijst. De vorming van vele kleine bedrijven is ook wel de oorzaak van de vele medewer Ii^ende echtgenoten (42) en in het ouderlijk bedrijf werkzame kinderen (160 zoons en 39 dochters)). Als arbeiders in agrarische bedrijven werden in 1909 geteld 498 mannen (in 1947 : 401)). Uit deze gegevens blijkt, dat het aantal landarbeiders ondanks de groeiende bevolking afgenomen is. Is er voor de jeugdigen nog wel een bestaanskans in de landbouw? Men moet wel zeggen, dat deze steeds kleiner wordt, toch waten nog 49% der werkers jonger dan 40 jaar. Van de landbouwwerkers leizen 36 dagelijlcs per tram en 38 dage Iijlcs per rijwiel naar het bedrijf, dat buiten Ouddorp lag.
Een andere belangrijlc be.staansmiddel is dat der zeevisserij en jacht, waarin 72 personen, van wie 26 als zelfstandig bedrijfsleider, weilczaam waren. Dit aantal is ondanlis de groei der bevolking onveranderd gebleven, want m 1909 werden geteld 22 zelfstandigen en 55 employe's.
Behalve deze beide bestaansmiddelen komen de beroepen voor, die in elke gemeente aanwezig zijn en die ik verder niet zal behandelen. Dr J. VERSBPUT.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 december 1949
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 december 1949
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's