Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het Kijkvenster

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het Kijkvenster

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zo genaken wij dan weder door des Heeren sparende genade de 31e December, 't Is alsof deze dag ons tot inkeer roept; behalve de jongere kinderen zijn er maar weinigen die niet een ogenblik peinzen op dit vervliegen van de tijd. Wonderlijk blijft het voor de mens, de tijd te onderkennen. In de jonge leeftijd, o dan ligt er een zee van jaren voor ons. Komen wij tot de middelbare leeftijd, wij zien al eens over de schouder, zo men dat noemt en wij gaan verder, want ach, wij kimnen maar niet onze dagen tellen. Wie begrijpt nu wat tijd is, wie kan er bij ? En zelfs de oude van dagen, zo vol van levenservaring, zat van woelingen, zat van strijd, hij staart terug op de afgelegde levensbaan en ziet, die is als een vliegende vogel voortgegaan. En vooruitblikkende, ja, dan is er de wetenschap dat het hoofd eens zal worden neergelegd, en wat dan? Ja, wat dan. Daar is geen ware wijsheid en geen kennis, noch van God noch van onszelven, dan waar de Heere die heeft geschonken. Daarvan spreekt nu het Woord, dat ontsteekt licht in de duisterheid der ziel, uit dat Woord wordt weer kennis verworven, die ons in onze val totaal ontvallen is. Het schijnt dat ook de dichter van de 102e Psalm vol geweest is van de verbrokenheid en smar­ ten des levens, een verdrukte.... en overstelpt! Maar hij roept den Heere aan: o Heere hoor mijn gebed en laat mijn een afgaande schaduw en ik verdor als geroep tot U komen. Mijn dagen zijn als gras! Dat is bevinding. oor neigt tot de ellendigen. Want Hij Troostrijk echter, dat de Heere het geeft zijn volk nieuwe kennis van Zijn der woorden brengen, dat Gods kinderen goddelijk Wezen, ja, wie zal dat nu on­ Hem kennen. Die in Ps. 68 genaamd en aangeroepen wordt als het Aanbiddelijk Opperwezen! Zie, hoe donker de tijden zijn, hoe onvruchtbaar eigen leven, hoe vol van ontrouw het' achter ons liggende jaar: dat de Heere dit alles gewe­ ten heeft en van ons geen verwachting had, maar daarom ook die Eengeboor'ne gegeven heeft, opdat in Hem de deur des hemels en der herstelde gemeenschap zou opengaan, o, het is ziels overklimmend. Mijn lieve Heere en Zaligmaker, om mijnentwil zo laag afgedaald in Uwe armoede in Kribbe en Kruis! Zie daar ligt nu troost in bij een wegstervend 1949 en een komend 1950. De­ ze verdrukte blikt ook vooruit: aarde en hemel zullen voorbijgaan: Maar Gij hebt o Opperwezen, nooit verandering te vrezen, Gij die d' eeuwen acht als uren, zult all' eeuwigheid verduren! Met deze geschonken Godskeimis kan een mens het jaar uit en het jaar weer in. Put hij er troost uit in al het rumoer der volkeren, in al de tegenspoed van een schuldig Nederland: God zal Zijn Raad volvoeren, 't Gaat alles op één vastgesteld doel aan. Geen mensenwerk, dat we midden in ons plan soms veranderen ­ neen, Godswerk, dat onveranderlijk en eeuwig wijs voortgaat. Troost ook in de droefenis om de verdeeldheid der kerk. Gij zult U ontfermen over Zion, want de tijd om haar genadig te zijn is gekomen. Daar kan wel eens om gezucht worden, door degenen die medelijden hebben, met haar scenen en haar gruis. Men twist over het Verbond, of de beloften wel al de bondelingen gelden, ja dan neen. Men vergeet, dat de aloude gereformeerde leer theologisch is gedacht, zij ziet al de werken Gods van God uit. Vandaar het zo omstreden Doopsformulier zo als het er nu ligt. Verbond en Verkiezing aan elkander gesnoerd. De beloften alleen de uitverkoor'nen toegezegd, al weten wij tevoren niet wie dat zijn. Kunnen de goederen des genadeverbonds toekomen aan wie verworpen is? Lees er al de Oudvaders op na. En laten de nieuwe kerkvaders hun nieuwe licht eens goed verdedigen, maar zonder aantasting van de Verkiezing. Men schij it de roeping des Evangelies maar niet met de Verkiezing en Verwerping te kunnen overeenbrengen. Dat is jammer. Ik hadde beter en meer van U verwacht. Hier is geen rekensom, geen mechanisch denken, maar de religie heeft haar eigene religieuze gedachtenleven. Geen leerstuk heeft de kerk ooit ontwikkeld of het is haar eerst een levensstuk ge

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 31 december 1949

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Uit het Kijkvenster

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 31 december 1949

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's