Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rondom de Landbouwschool

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rondom de Landbouwschool

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor een rationele teelt onzer gewassen zal het noodzakelijk zijn de meststoffen op die landerijen te brengen, waar ze het meeste profijt zullen afwerpen. Willen we onze meststoffen evenwel kunnen brengen op die percelen, welke deze voedingsstoffen het meest nodig hebben, dan zullen we onze grond moeten kennen. We zullen moeten weten, hoeveel fosforzuur en kali m de grond aanwezig Is, teneinde te kunnen nagaan, hoeveel we van deze stoffen bij de bemesting moeten toevoegen. Weten we dit niet, dan is het helemaal niet denkbeeldig, dat we mest brengen daar, waar het niet nodig is, terwijl andere gedeelten, die een «ware bemesting zouden behoeven, door ons stiefmoederlijk worden behandeld. Alleen door grondonderzoek kunnen we de nodige gegevens verkrijgen, omtrent de behoefte aan fosforzuur en kali van onze grond en alleen dan pas kunnen we rationeel aan deze behoefte voldoen. Hoe staat het nu met de wijze van bemesten in de praktijk? Kennen onze landbouwers hun grond en wordt dus het geld voor de aankoop van meststoffen economisch besteed? Deze vragen hebben we jl. Vrijdag be

Deze vragen hebben we jl. Vrijdag besproken op de jaarvergadering van de Klein Landbouwersvereniging „De Eendracht" te Mlddelhamis. Aan de hand van vele analyses van grondonderzoek hebben we de grote verschillen, die bestaan in de voorreiad forsforzuur en kali op onderscheiden percelen nagegaan. Opmerkelijk is daarbij, dat zeer veel gronden grote behoefte aan kalt hebben, terwijl de voorraad fosforzuur op zeer veel percelen zo groot is, dat op de fosforzuurbemestlng zeer zeker bezuinigd kan worden. Proefvelden van de Landbouwvoorllchtingsdienst aangelegd met verschillende gewassen, met opeenvolgende hoeveelheden fosforzuur en kali, en op gronden, waarvan de aanwezige voorraad fosforzuur en kali bekend was, hebben ons geleerd, hoeveel % kali en fosforzuur de grond moet bevatten, willen de verschillende gewassen op deze grond een maximale opbrengst kunnen geven. Verschillende percelen reageerden helemaal niet op bemesting met fosforzuur of kali omdat het P. eitroenzuurcijfer of het kaligehalte hoog genoeg was. Toch verdient het, ook bij een hoog P. citroenzuurcijfer aanbeveling een kleine hoeveelheid super of fertifos te strooien. De voorraad in de grond is weleens minder gemakkelijk voor de planten bereikbaar dan de vers gestrooide meststof. Speciaal op de kieming en de wortelvorming van het jonge plantje heeft dit verse voedsel een stimulerende invloed. Dat de behoefte aan kali op zeer veel

Dat de behoefte aan kali op zeer veel gronden wel groter is, laat zich verklaren uit de grote schaarste aan kalimeststoffen gedurende de laatste jaren, terwijl veel landbouwers de kalibemesting hebben verwaarloosd, met de gedachte, dat hun grond van nature veel kali bevatte. Zware gronden hebben inderdaad een grote kallvoorraad, maar op ons eiland worden vele zgn. „kalivreters" verbouwd, zoals suikerbieten, aardappels, uien etc, zodat aan deze voorraad langzamerhand een euid begint te raken. Op vele lichte gronden is het met de kallvoorraad allerbedroevendst gesteld en kaligebrek bij de verschillende gewassen en daardoor opbrengstvermindering is daar schering en inslag. Dit alles is aan het licht gekomen, door het grondonderzoek. Verheugend is het dat reeds meer landbouwers de noodzake lljkheld van grondonderzoek gaan inzien en wij hopen gaarne, dat vele van de veertig kleine­landbouwers, die wij Vrijdag onder ons gehoor hadden, zullen hebben begrepen, dat het leren kennen van hun grond een der middelen kan zijn, het bedrag op „het onderste regeltje" aan het eind van het boekjaar groter te maken. Dat één onzer oud­leerlingen voorzitter is van „De Eendracht" is stemde ons tot verheugenis en het geeft ons het vertrouwen, dat we op een volgende jaarvergadering van de Eendracht grondanalyses van een groot aantal leden dezer vereniging met elkaar kunnen bestuderen. Vrijdag is ons gebleken, dat de kleine­landbouwers aan dachtige toehoorders zijn, terwijl we door het vraaguurtje, dat volgde in onze overtuiging werden gesterkt, dat btj onze kleine­landbouwers nog die toewijding tot de arbeid leeft, die de arbeider zijn loon waardig doet zijn, niet alleen het stoffelijk loon, maar ook het loonj dat iedere toegewijde arbeid in zien draagt, nl. de innerlijke bevrediging. \

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 februari 1950

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Rondom de Landbouwschool

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 februari 1950

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's