Nieuwe Richtprijzen Voor Tarwe, Aardappelen En Suiker
Verhoging over de gehele linie
De afdeling voorlichting van het ministerie van landbouw meldt: De minister van landbouw, visserij en voedselvoorziening heeft, na overleg met de Stichting voor de Landbouw, de prijzen voor tarwe, aardappelmeel en suiker voor de oogst 1950 vastgesteld. Bij de berekening van deze prijzen is rekening gehouden met de voorgenomen afschaffing van de ondernemersbelasting. De kostenvermindering, die hiervan het gevolg zal zijn, weegt globaal genomen op tegen de kostenstijging, welke voortvloeit uit de loonsverhoging van 5 pet. De richtprijs voor tarwe is thans bepaald op ƒ 22.85 per 100 kg, hetgeen dus neerkomt op een verhoging van ƒ 0.35 per 100 kg. In deze prijs zijn de verhoogde kosten opgenomen, die als gevolg van de devaluatie zijn ingetreden en die o.m. tot uitdrukking komen in een stijging van de prijzen voor werktuigen en kunstmest.
De prijs van fabrieksaardappelen is evenals het vorige jaar afhankelijk gesteld van een gegarandeerde overnameprijs voor de hoeveelheid aardappelmeel, welke niet op normale wijze zou kunnen worden afgezet. Deze overnameprijs is als gevolg van de stijging van de verwerkingskosten voor het seizoen 1950 met ƒ 0.50 per 100 kg verhoogd en bedraagt derhalve thans ƒ 31.—. De nieuwe overnameprijs geldt even
De nieuwe overnameprijs geldt evenwel slechts tot een productie van 200.000 ton aardappelmeel. Mocht deze hoeveelheid worden overschreden dan zal dit teveel tegen een prijs van ƒ 20.— per 100 kg aan de overheid ter beschikking moeten worden gesteld. Het ligt in de bedoeling, hieraan een zodanige bestemming te geven, dat hierdoor de eigen afzet van de industrie niet wordt belemmerd.
Hierbij is rekening gehouden met de omstandigheid, dat als gevolg van de toepassing van de wet ter bestrijding van de aardappelmoeheid en met het oog op de vooruitzichten van de afzet van aardappelmeel een belangrijke wijziging in de bedrijfsvoering in de veenkoloniale gebieden zal moeten intreden. De suikerprijs is verhoogd van ƒ 39.50 (naderhand vermeerderd met ƒ 1 per 1000 kg bieten) tot ƒ 42.50 per 100 kg. In de nieuwe prijs is de stijging van de verwerkingskosten van suikerbieten opgenomen, terwijl voorts in aanmerking is genomen, dat de opbrengst van de bijproducten melasse en pulp aanmerkelijk lager zal zijn tengevolge van de reeds ingetreden prijsdaling van deze producten.
Voor voergranen zijn — gezien het prjjsverloop over het afgelopen oogstjaar — geen richtprijzen vastgesteld. De prijzen houden nauw verband met die, waarvoor de geïmporteerde granen als veevoeder worden gedistribueerd. Wel blijft de mogelijkheid geopend eventueel door aankopen door middel van het A.V.A. steun aan de markt te verlenen.
Land en Tuinbouw
Een nieuwe cultuur voor ons land Voor de oorlog verwerkte de Nederlandse lijnolie-industrie meer dan 350000 ton lijnzaad. De lijnolie die hieruit verkregen werd, ongeveer 140.000 ton werd voor het grootste gedeelte, plm. 100.000 ton in ons eigen land gebruikt, ongeveer 40.000 ton werd geëxporteerd. De lijnkoeken vonden voor onze veeteelt een gemakkelijke afzet. De lijnolie werd gebruikt voor verf, linoleum, zachte zeep fabricage enz.
Na de oorlog is de situatie geheel veranderd. Argentinië, een der grootste leveranciers, heeft zelf grote olieslagerijen gebouwd en wenst thans zelf de lijnolie te exporteren. Anderzijds is de geweldige uitbreiding van de melkveeteelt in Argentinië ook een reden, dat ze daar de veekoeken zelf willen houden. De huidige import in Nederland zal niet veel meer dan plm. 24.000 ton per kwartaal bedragen. Voor het jaar 1948 waren hiervoor nog ruim 100.000.000 gulden in Dollars nodig en toch kon nog niet 1/3 van het vooroorlogs peil bereikt worden. Het is niet te verwonderen, dat men in de laatste jaren is gaan uitzien naar mogelijkheden om zelf de productie van olielijnzaad ter hand te nemen. Het voorbeeld van Zweden, dat op dit gebied met 48.000 ha uitzaai geheel zelfsupporting is geworden heeft ook hier navolging gevonden. Het Nederlandse Vlasinstituut is namelijk begonnen, om in 1948 een aantal proefvelden met olievlas aan te leggen. De resultaten van deze proeven waren niet onbevredigend en opvallend was, dat, in vergelijking met het buitenland de opbrengsten op een hoog niveau lagen.
Ook in 1949 werd in ons land ongeveer 150 ha zaad van het Deense ras Daehnfeldt Elite 369 geïmporteerd en over geheel ons land op alle grondsoorten verspreid, uitgezaaid. De proefvelden met de grootste oppervlakte lagen in Noord-Limburg en het Oldambt.
De resultaten met genoemd ras, waren wederom zeer gunstig te noemen. Afgezien van enkele percelen welke door vervuiling niet tot hun recht z|jn gekomen, blijkt toch dat de opbrengst boven de 2000 kg per ha is gelegen. Wat deze nieuwe cultuur voor ons land betekent, blijkt wel uit de grote hoeveelheid lijnzaad die wordt ingevoerd.
De belangrijkste leveranciers zijn Ca- nada, Mexico, Uruguay en de Verenigde Staten, welke grotendeels in dollars betaald moeten worden. De teelt van olievlas zal dan ook voor ons land een grote deviezen besparing opleveren.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 maart 1950
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's