De positie van de Joden Christenen

De .stichting' van de Staat Israël, — zo schrijft ds J. H. Grolle in ,,Kcrk en Israël" — betekent een omwenteling in de verhouding van de Joden en Christenen. Vele eeuwen lang kon de Jood in een christen, die ook hem het Evangelie zocht te brengen, slechts een vertegenwoordiger zien van die volken, waardoor hij en zijn volksgenoten onderdrukt, achteruitgezet o£ in het beste geval geduld werden. Nu de Joden een vrije onafhankelijke natie vormen of deze althans achter zich weten, is de verhouding radicaal gewijzigd. Dit brengt mee, dat er in het ,,gesprek" met Israël veel meer openheid gevonden kan worden en mogelijkheden tot een werkelijke ontmoeting geboden worden. Evenzeer verandert er iets in de verhouding van het volk der joden tot die volksgenoten, die Jezus Christus als hun Zaligmaker leerden kennen en zich lieten dopen. Vele eeuwen lang­ beschouwden de Joden hen als verraders. Zij ineenden, dat zulk een overgang naar het Christendom alleen maar uit bijbedoelingen voortkwam. Men kon het zich niet anders denken dan dat men zich liet dopen om van het gehate Jood­zijn af te komen. Heine noemde de doop het cntreebiljet in de christelijke maatschappij. Gedoopt worden bracht in zekere zin voordelen mee en om die voordelen zou het dan geschieden. Ook op dit punt is er door de stich

Ook op dit punt is er door de stichting van de nieuwe Staat een gewijzigde toestand ingetreden. De doop in de naam des Heren Jezus Christus betekent nu voor de Jood, die tot 't Christendom overgaat, zeker niet meer een toegang tot een meer bevoorrechte maatschappelijke positie, maar veel meer het opgeven van zijn veilige plaats in 't eigen volk. Zo wordt in „De Stem van Israël", waarin deze vragen eveneens besproken worden, het geval vermeld van een Joodse Christen, die zich bij de Mischmaz Esrachl, dat is de burgerwacht, meldde en werd afgewe. zen. Alsook dat van een Joodse Christin, die om haar geloofsovertuiging niet mocht deelnemen aan een Hebreeuwse taalcursus.

Het is duidelijk, dat Israël thans niet meer kan zeggen, dat de overgangen van Joden naar het Christendom alleen maar om het daaraan verbonden voordeel plaats vinden. Wanneer nu Joden zich tot Christus bekeren, moet daar toch iets anders achter zitten dan men altijd had aangenomen. Dat kan voor de verkondiging van Christus' Naam onder de Joden een grote zegen zijn.

Dit kan blijken uit de volgende beschouwing van een Jood uit de Staat Israël, Schalom Ben­Chorin, door ds G. uit ..De Stem van Israël" aangehaald: „Een Protestants geestelijke vroeg' mij eens, hoe het kwam, dat de meeste Joden een Christelijke geestelijke of ook een gelovig Christen met achting en vriendelijkheid tegemoet treden, maar tegenover Joden­Christenen dikwijls werkelijk hatelijk zijn? Er was een hele tijd mee gemoeid, eer ik hem duidelijk kon maken, hoezeer de weinige gelovige Joden­Christenen van zelf in de ogen van het eigen volk in discredict zijn gebracht door de menigte van hen, die zich uit opportuniteit, lafheid, of desertie lieten dopen. In Erets Israël ligt het probleem fei

In Erets Israël ligt het probleem feitelijk geheel anders, dan in de Christe lijke landen der verbanning. Het is niet te loochenen, dat ook hier nog doop uit overwegingen van opportuniteit mogelijk is — bijv. om een werkkring te krijgen in de grote sociale, geneeskundige of opvoedkundige werken van de „Missionsgesellschaften"; maar in andei'c gevallen wordt voor een jood, die onder de Jischuw wil leven, de hoop heel klaarblijkelijk tot een nadeel. Om hier eens het beruchte woord van Heine met een variatie te gebruiken: de doop is het „Austrittsbilct" uit de Joodse maatschappij in Palestina. Mensen, die een dergelijke isoleiing op zich willen nemen, moeten wel geacht worden bona fide te handelen,"

Hoeveel radioluisteraars telt nederland?

Het aantal aangegeven radiotoestellen in Nederland bedroeg op 1 Mei j.1. 1.402.024 tegen 1.389.257 op 1 April. Op 1 April jl. waren er 494.478 aangeslotenen op het Rijksradiodistributienet tegen 495.814 op 1 Maart.

Voordeliger bouwen

Een iiii0uwe dakcO'HStructie

Architect J. A. M. C. Scholberg uit Tilburg heeft een bouwplan voor huizen ontworpen, waarvan de dakconstructie afijdt van de traditionele aldus schrijft de Nieuwe Rotterdamse Crt. Dezer dagen heeft de architect — die voort bouwt op de Fraase vinding van de fusée céramique — in een bijeenkomst welke was belegd in samenwerking met het Bouwcentrum ons nader ingelicht over zijn ontwerp, dat naar hij verklaarde, de goedkeuring van de minister van wederopbouw en volkshuisvesting heeft kunnen wegdragen.

In afwijking van de traditionele bouwwijze heeft hot dak van de ontworpen woningen een boogvorm. Bij een normale dakconstructie wordt o.a. een houten bebording gebruikt en verder de nodige spanten, gordingen, goten, panlatten, gootklossen etc. Het nieuwe dak bestaat uit een kapconstructie fusee céramique, met twee lagen bitimineuze dakbedekking, afgestrooid met lei of panslag. Dit systeem zou een besparing aan hout, lood en zink van ongeveer ƒ 700 geven. Verdere voordelen zouden zijn: een aanzienlijke besparing aan arbeid en materiaal. De daJïconstructie kan door onge

De daJïconstructie kan door ongeterwijl de isolatie bij het systeem fuséc céramique groter wordt geacht dan bij een dak van traditionele structuur. Tot dusverre is dit daksysteem in Nederland reeds gebruikt bij verscheidene fabriekscomplexen, doch nog niet bij woningen, (wel in het buitenland, o.a. in Marokko.) Bij een aantal van 50 stuks zal de

Bij een aantal van 50 stuks zal de prijs van de ontworpen huizen als volgt zijn: Type A, geschikt voor een gezin van 5—6 personen, ƒ 7050; voor type B 6—7 personen; ƒ 7200 en type C voor 4—5 personen; ƒ 6500.— de rijksbijdragen zouden dan komen op resp. ƒ 121, f 115 en ƒ 10.—.

Een plan voor het bouwen van huizen met deze dakconstructie zal eerstdaags worden voorgelegd aan B. en W. van Etten-Leur (N.B.) Een punt van belang zal zijn of de

Een punt van belang zal zijn of de schoonheidscommissies in den lande, die over het ontwerp hun oordeel hebben te geven, het zullen kunnen aanvaarden. De grote woningnood zal echter wellicht leiden tot een tegemoetkomende houding.

Een paar suggesties voor belasting-verlaging

,,Burgerrecht" schrijft: De persdienst van het ministerie van Economische Zaken kostte in 1949 ,f 100.000.—. Voor zover bekend geeft deze dienst alleen het weekblad (vroeger een dagblad) uit, getiteld: „Economische Voorlichting"! Een duur weekblad!

De Economische Controledienst kost ƒ 3% millioen. Wat moet er nu nog gecontroleerd worden? De meeste prijzen zijn inmiddels vrij. De huren misschien? Maar het Prijzenbureau voor Onroerende Zaken kost nog ƒ 790.000.— per jaar daarenboven. Dan moet er op die 3i/^ millioen nog flink te bezuinigen zijn. Het is ons bekend, dat de ambtenaren van sommige afdelingen van Economische Zaken weinig of niets meer te doen hebben. Maar het Centraal Bureau voor de Statistiek deelt mede, dat het overtollige ambtenaren aanneemt op maximum salarissen!!!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen