Kamperen te Ouddorp
Woensdag jl. is de kampeer-verordening', die verleden jaar is weggestemd, weer ter tafel gekomen en thans met algemene stemmen in de volste harmonie aangenomen.
Zoals uit het raadsverslag, elders in ons blad opgenomen, blijkt, was een commissie uit de Raad benoemd, die de verordening heeft bestudeerd en noodzakelijke wijzigingen op de reeds bestaande heeft aangebracht.
Men heeft daarbij, volgens mededelingen van een commissielid, gebruik gemaakt van de gegevens van de Nederlandse kampeerraad en om nu de raadsleden een volledig inzicht te geven wat deze verordening behelst, heeft de commissie een breedvoerige toelichting op schrift gesteld, die zeer verhelderend heeft gewerkt.
De strekking van deze verordening is zowel het kamperen als het geven van gelegenheid daartoe te regelen op een wijze, die het noodzakelijke toezicht ter voorkoming van ongewenste toestanden waarborgt en anderzigds aan de bonafide kampeerders niet meer belemmeringen in de weg te leggen, dan voor een goede regeling noodzakelijk is. Zo geeft artikel 1 van deze verorde
Zo geeft artikel 1 van deze verordening aan, wat onder een kampeerplaats verstaan wordt. Niet elk terrein waarop tenten worden aangetroffen is een kampeerplaats. Voorwaarde is, dat op zulk een terrein als bedrijf gelegenheid moet worden geboden tot het opslaan van tenten, al dan niet tegen vergoeding. Men heeft wel getracht de bepalingen van de oude verordening te ontduiken, door voor te geven dat het onderhavige terrein werd verhuurd of verpacht aan de eigenaren, zodat op „eigen terrein" werd gekampeerd en geen gemeentelijke kampeer-vergunning, paspoort of kampkaart nodig was. Natuurlgk wordt het plaatsen van een enkel zomerhuisje op een bepaald perceel niet als een kampeerplaats aangemerkt. Het komt er op aan, of het kampeerterrein bedrijf of nevenbedrijf is tot het plaatsen van tenten e.d. Daarom vormt art. 2 de kern van de verordening, daar door B. en W. voor het kamperen vergunning moet worden verleend. In bijzondere gevallen kan B. en W. vergunning verlenen buiten de officiële kampeerterreinen te kamperen. Deze bepaling is opgenomen om het mogelijk te maken, dat een gezin, jeugdleider of een onderwijzer met een groep kampeert "aan de zeeduinen, de Punt of op een boerderij, dus op een plaats, die niet voldoet aan de gestelde eisen door de Nederlandse kampeer-raad of B. en W. Vanzelfsprekend zal deze bepaling met de meeste voorzichtigheid dienen te worden toegepast.
Het kampeerverbod is niet van toepassing op militairen in dienstverband rechthebbende op eigen terrein en ook niet voor hen die in het bezit zijn van een kampkaart of kampeerpaspoort. Deze behoeven dus geen gemeentelijke kampeer-vergunning.
De kampkaart e. q. kampeerpaspoort, wordt door de Nederlandse kampeerkaarten Centrale slechts afgegeven na gunstig advies van de politie ter woonplaats van de aanvrager en geeft derhalve waarborg, dat ongunstige elementen worden geweerd. De mogelijkheid bestaat, dat wegens wangedrag deze kaarten kunnen worden ingetrokken.
Voorts regelt de verordening individuele vorm van kamperen, kamperen op een niet erkend terrein, geldigheid voor vreemdelingen enz. Een belangrijk artikel is ook (art. 8) dat het is verboden om met personen van andere kunne te verblijven in een kampeergelegenheid tussen 1 uur na zonsondergang en 1 uur voor zonsopgang, tenzij met echtgenoot, of als lid van een gezin indien een der ouders daarbij tegenwoordig is. Ook is er een artikel dat behelst de Zondagsrust zoveel mogelijk te bevorderen. Het is voor Ouddorp zeer noodzake
Het is voor Ouddorp zeer noodzakelijk dat deze verordening waarait we slechts enkele dingen hebben aangestipt, van kracht wordt. Is er géén verordening, leidt dit tot ongebondenheid. Al is het dat het gemeentebestuur niet alles kan regelen, (mazen blijven er altijd), toch heeft men door deze verordening een vaste lijn in de hand, waarmee wettelijk kan worden opgetreden. Ook ten opzichte van hygiëne, wasgelegenheden, W.C.'s enz., moeten de kampeerterreinen aan vele eisen voldoen.
Indien men het kamperen de vrije teugel zou laten geeft dit aanleiding tot ongewenste toestanden. Het is o.i. dan ook toe te juichen, dat deze verordening eenparig is aangenomen, die na goedkeuring door Gedep. Staten nog deze zomer van kracht kan worden.
Siaai uw adverieniie niei in dU Blad?
Dat is jammer. Van Ooltgensplaat tot Ouddorp gaat de krant van huis tot huis, van hand tot hand, waardoor zo'n advertentie een buitengewoon grote publiciteitswaarde heeft Zorgt er voor, dat U van de volgende gelegenheid gebruik maakt! In overleg met de „Flakkeese Nieuwsbode" verschijnen we eens per maand niet alleen bij de abonné's maar van huis tot huis. Telkens om de 14 dagen komt er dus een Nieuwsblad in een grote oplage over het gehele eiland uit. Op 1 Juli is de ,,Flakk. Nieuws'bode" aan de beurt, die over heel Plakkee zal worden verspreid.
Staatscommissie afbetalings wezen geïnstalleerd
Afbetalingssysteem een zegen of een vloek
Kopen op afbetaling is ook in * ons land een bekend maatschappelijk verschijnsel. Voor de laatste oorlog kwam het ook
Voor de laatste oorlog kwam het ook in ons land tamelijk veel voor. Zulke afmetingen als dit verkoopssysteem in Amerika heeft aangenomen zal het m ons land niet gemakkelijk verkrijgen. In ons land is momenteel, ook al voor de oorlog meer in zwang het spaarsysteem. Vaak evenwel gaan beide stelsels in elkaar over. Men heeft een bepaald bedrag- ge
Men heeft een bepaald bedrag- gespaard om zeker voorwerp te kopen. Het bedrag is nog niet toereikend, toch wordt het voorwerp geleverd en de verdere transactie vindt plaats in een zeker aantal termijnen van afbetaling. Het spaarsysteem lijkt ons solider en meer aan te bevelen dan het afbetalingsysteem.
Het geeft minder aanleiding tot zekere excessen dan het afbetalingssysteem. Het allerbeste systeem is het dadadelijk betalen bij de koop.
Maar dat kan iedereen, niet. En daarom biedt het spaar- en afbetalingssysteem uitkomst. Toch lijkt dit naar het ons voorkomt meer zo, dan het in werkelijkheid is. Men spaart bij de winkelier of men brengt hem zijn afbetalingstermijnen.
Maar waarom niet zelf sparen? Men zal ons tegemoet voeren dat kunnen de meeste mensen niet. Daarvoor zijn ze te zwak. Men komt er niet zo gemakkelijk toe om zelf te sparen. De dwang in de vorm van de geldophalende winkelier kan niet gemist worden om tot sparen te komen.
En toch, zo er doorgezet werd zou men het evengoed zelf kunnen doen. Dezer dagen is in het departement van economische zaken door de staatssecretaris mr W. C. L. van der Grinten de commissie van onderzoek inzake het afbetalingswezen geïnstalleerd.
Volgens de staatssecretaris valt, als de voortekenen niet bedriegen, in de komende jaren een toenemende ontwikkeling van het afbetalingssysteem te verwachten. De afzet van verschillende artikelen wordt moeilijker. Voor zover de markt koopkrachtig was is ze bevredigd. In deze economische mstructie ligt een als het ware natuurlijke stimulans voor de koop op afbetaling, de koop op crediet. Nieuwe kopers kunnen nog gevonden worden, mits hun crediet wordt gegeven en de betaling van de koopprijs over een lange termijn wordt uitgestrekt.
Het afbetalingswezen kan voor de samenleving strekken tot zegen of tot vloek. Het kan tot zegen strekken, wanneer het aan het minder draagkrachtige gedeelte van de bevolking mogelijk maakt duurzame goederen te verwerven, die arbeid of kosten besparen, mits de afbetalingen niet een te zware belasting van het huishoudelijk budget vormen. Het strekt tot vloek, wanneer het leidt tot aanschaffing van weinig nuttige voorwerpen en tot een zware belasting van het huishoudelijk budget. Het is de taak van de wetgever zoveel mogelijk een ontwikkeling van het afbetalingswezen te voorkomen, welke ten nadeel zou strekken van het welzijn van onze samenleving."
Dood zeker
De dood is onverbiddelijk. Als die de mens komt opeisen, dan moet hij meegaan. Geen kruid is tegen hem in de hoven gewassen. Onder de duizenden van goden, die de heidenen hadden opgericht, hadden ze er geen voor de dood want die liet zich niet door offeranden verzoenen." 't Getal onzer maanden is bij God, en Hij heeft onze bepalingen gemaakt, welke wij niet overschrijden zullen." Als 't uurglas is uitgelopen, zo moeten wij de reis naar het graf aannemen; hier geldt geen tegenspartelen en niemand kan zich hier onttrekken, dat hij aan de dood geen tol betalen zou.
Al waart gij vuriger dan Mozes, sterker dan Simson, schoner dan Absalom, wijzer dan Salomo, rijker dan Job, getrouwer dan Samuel, machtiger dan Alexander, grootmoediger dan Filippus, verschrikkelijker dan Goliath, gij moet echter sterven.
Geen adeldom van voorouders, geen wijsheid der ziel, geen sterkte des lichaams, geen grootheid van heerschappij, kunnen de draad des levens een haar-breed langer maken.
Geen kloekheid der natuur geen hoogheid van torens, geen sterkte van Itastelen, geen dikte van muren, geen geweld van grendelen, geen schildwacht van trawanten, kunnen de dood buiten keren.
De dood mag d' een of d' ander wat langer borgen, maar hij komt ten laatste zijn schuld inmanen. Tegen alle aanval en geweld kan zich de mens wapenen, maar tegen de dood zijn wij gelijk een open stad. Deze sterflijkheid brengen wij zelf mede. Alle ding keert wederom tot hetgeen, daar het van samengevoegd is. Anacagoras kon daarom zeggen, als hij hoorde dat zijn zoon dood was: „Ik wist wel, dat ik een sterflijk mens geteeld had." Als Epictetus in het veld wandelde, een vrouw een aarden vat had zien breken, en des anderen dags sommige kinderen zag wenen over de dood van hun vader, zo zeide hij: „Gisteren zag ik dat broos is breken, en heden dat sterflijk is sterven."
Zijt dan wel op uw hoede, o mens! en wist de gedachtenis van uw sterfelijkheid niet uit uw hart. Wij zien somtijds een mens sterven, en wij denken dan onze gemene sterfelijkheid; maar wij hebben dikwijls zo haast hem niet gelegd in het graf, of vrij hebben ook in het graf der vergetelheid gelegd de gedachtenis van onze zekere dood. Wij zijn zo haast niet uit 't huis, of wij keren tot onze oude zonden: de zweerder tot lastering, de dronkaard tot drinken en zwelgen, de gierigheid tot zijn rapen en schrapen; de hoereerder tot zijn vuiligheid; en zo elk tot zijn oude wegen, zonder te denken dat ieder van ons wel de eerste kon zijn, die haast naar 't graf zal uitgedragen worden. Ik wens dan de overdenking van de
Ik wens dan de overdenking van de zekerheid mijns doods mij ten nutte te maken, en zo altijd leven, of ik terstond zal sterven. Ik weet dat dit lot mij beschoren is. Zal ik wel leven, zo zal ik niet kwalijk sterven. In 't Paradijs waren wij zo gelukkig, dat wij vermochten te leven zonder te sterven. In de we. reld zijn wij zo ongelukkig, dat wij leven en moeten sterven. In de hemel zal 't zo heerlijk zijn, dat wij altijd zullen leven en nooit sterven.
Leert ons Heere Jezus, sterven eer wij sterven, zo zullen wij stervende nooit sterven, maar van 't sterflijke leven overgaan in de eeuwige onsterflijkheid. Visscherus
Hoofdacte zal verdwijnen.
Volledige bevoegdheid voorgesteld na 5-jarige opleiding
Er is een wetsontwerp ingediend tot „regeling van de vorming van onderwijzers en onderwijzeressen voor het algemeen vormend lager onderwijs en van de bevoegdheden, verbonden aan de acten van bekwaamheid tot het geven van dat onderwijs.' Indien dit wetsontwerp wet wordt,
Indien dit wetsontwerp wet wordt, zullen er kweekscholen komen van 5 jaar, verdeeld over drie leerkringen.
In de eerste leerkring, die 2 jaar duurt, krijgt de u.l.o. leerling zijn verdere algemene ontwikkeling en wording. De u.l.o.-school wordt het voorportaal voor de kweekschool.
In de tweede leerkring, de ook 2 jaar duurt, begint de vakstudie of bijzondere vorming tot onderwijzer(es.)
Dit wordt het daarop volgende jaar (derde leerkring) voortgezet, zodat na 3 jaren van vakstudie, de onderwijzersacte kan worden behaald.
De hoofd-acte, die altijd zoveel hoofdbrekens kost, gaat verdwijnen. Na volstrekte studie van bovengenoemde leerkringen, zal de nieuwe acte volledige bevoegdheid geven om onderwijs te geven aan alle lagere scholen (ook u.I.oscholen) en zal men ook benoembaar zijn tot hoofd ener school, mits men natuurlijk het vereiste aantal practijkjaren heeft.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 juni 1950
Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's