Avontuur in oud China
„Daar brug zijn. Brug van touw, hangen over kloof. Heel moeilijk overlopen met stoel."
»Dan moeten we de stoel achterlaten', zei Kathlijn terstond. ..Neen" antwoordde Forsyth. „Die
..Neen" antwoordde Forsyth. „Die stoel was een gedachte van Chin. Als We hem hier laten, zal hij door de een of nader gevonden worden en mogelijk Kan het ook ter ore komen van Li WengHoo in PiChow. Bovendien kan die stoel ons nog wel eens te pas komen. We moeten hem zien mede te nemen."
..Laten we dan terstond vertrekken. Mogelijk hebben we heel wat tijd nodig bij de brug."
Zonder uitstel hervatten zij hun reis. De maan verlichtte nu hun weg en duidelijk was nu de brug zichtbaar, waarvan Chin had gesproken. Ze hing over een diepe* kloof en in het maanlicht scheen zg vervallen en verwaarloosd, met een onheilspellende inzinking in het midden. Porstyh onderzocht haar nauwlettend en begon toen voorzichtig er over te lopen. De valei vormde haar een soort van trechter waarin de lucht steeds in beweging was en de lichte brug werd dan ook voortdurend heen en weer geslingerd. Planken, die aan touwen vastgemaakt waren en gladgelopen door de vele voeten die er over gegaan waren, vormden een overtocht. Op verscheidene plaatsen evenwel ontbraken die planken. Daar vertoonden zich dan onheilspellende gapingen, die naar beneden donkere diepten te zien gaven.
Forsyth stak de brug helemaal over. „Dat ziet er slecht uit", zeide hij. „De brug is moeilijk te passeren, maar we moeten het toch wagen. Ik hoop, dat je geen last hebt van duizeligheid, Kathlijn?" „Neen," antwoordde zg.
„Neen," antwoordde zg. „Dan zal ik jou eerst overbrengen en daarna zullen Chin en ik met de draagstoel volgen." Voor iemand, die aan dergelijke din
Voor iemand, die aan dergelijke dingen niet gewoon is, scheen de tocht over zo'n smalle touwbrug, die slechts aan de einden was vastgemaakt, een onmogelijk iets. De touwen, die langs beide zijden waren aangebracht als leuning, boden niet veel steun.
Met iedere stap scheen de brug onder de voeten weg te zakken. De ontbrekende voetplankjes bemoeilijkten de overtocht niet weinig.
Maar Kathlijn Barrington werd niet zo spoedig zenuwachtig en volbracht de overtocht zonder haperen. Forsyth, die haar voorgegaan was, om de gaten in de brug aan te wijzen, liet haar aan de overkant alleen achter en ging terug over de schommelende en zwaaiende brug, om de overtocht te wagen met de draagstoel — een vry wat moeilijker werk.
Met de stoel op hun schouders en met één hand vasthouden — de andere hand was nodig, om de leuning van touw vast te houden — vertrokken ze. Forsyth ging voorop en waarschuwde Chin, als zij een gevaarlijk punt bereikten. Onder hun gezamenlgk gewicht slingerde de brug verschrikkelijk, maar de helft van de brug was al zonder ongelukken afgelegd. Juist op dat ogenblik evenwel werd de brug door een hevige windvlaag op zij geworpen. Chin rekende er niet genoeg mee en stapte op een half vergane plank van de brug. H^ zakte er door, viel voorover en de draagstoel kwam met zijn volle gewicht op Forsyth, die daardoor eveneens zijn evenwicht verloor. Gelukkig kon hij zich goed vasthouden aan de leuning en met veel moeite klom hij weer overeind. Ook Chin was weer terecht gekomen en na verloop van een paar minuten, die in het bijzonder voor Kathlijn wel uren schenen, daar zij alles van de overzijde zag, ging de tocht voorzichtig verder.
„Al klaar", zei Chin, toen zij de overkant hadden bereikt, met een gezicht, alsof er niets bijzonders gebeurd was. „Gode zij dank", zei Forsyth ernstig. „Dat was op het kantje af". „Gelukkig, dat je veilig over bent.
„Gelukkig, dat je veilig over bent. Wat was ik bang", zei Kathlijn.
„Chin ook bang. Verschrikkelijk slechte brug. Nodig herstellen. LiWeng Hoo geen geld geven. Chin zien een weg, brug herstellen. U wachten en zien Chin doen".
Zg zetten de stoel neer en de Chinees ging terug. Hij klom op een der posten, waaraan het touw van de brug was vastgemaakt en begon met zijn mes aan het touw te kerven wat hg kon. „O", zei Kathlgn, toen zg in het licht
„O", zei Kathlgn, toen zg in het licht van de maan het geschitter van het mes zag. „Ik geloof, dat hij de brug vernielt.'
„Ja", lachte Forsyth, „dat is de Chinese manier, om te zorgen, dat een brug hersteld zal worden, veronderstel ik. Maar ik vermoed, dat Chin nog een ander doel voor ogen heeft."
Chin bleef kalm zijn gang gaan en nam toen de andere helft onder handen. „Verschrikkelijk slechte brug. Niemand lopen meer over brug."
„O zo", lachte Forsyth. „Ik dacht wel, dat er achter je nationaal gevoel nog zoiets zat. Het is een goede en wijze voorzorgsmaatregel, maar nu is het ook hard nodig, dat we zo gauw mogelijk uit de buurt vertrekken, want er is mogelijk nog een brug en als de mensen ons hier zien, konden ze ong wel eens in de rivier gooien. China houdt niet van hervoTmera". „Ja", zei Chin grhmekend, „vlug weg
„Ja", zei Chin grhmekend, „vlug weggaan en lopen hard. Dan niemand ons zien". En zonder aarzeling volgden zij het voetpad, dat grillig verlicht werd door de maan, die zo voor en na achter de wolken verdween.
Hoofdstuk XDC.
Nog steeds was het donker en het pad zou zeker nog wel een paar uur duren, eer de dag aanbrak. Uitgeput en doodmoe bereikten zij een dicht struikgewas, dat hun een mooie schuilplaats bood. Hier besloten zij te rusten.
Het duurde niet lang, of Kathlijn Barrington, die in de draagstoel was gaan zitten, viel in slaap. Forsjrth, die met zijn rug tegen een boomstronk zat en zijn benen uitstrekte op een dik bed van verdroogde bladeren, keek naar Chin, die een doosje had gehaald uit de lade van de stoel.
„Sigaret?" vroeg Chin onverschillig, terivijl hij de dokter een doosje voorhield. „Sigaretten! Chin, je bent een kerel!" „Hopen, dokter", grinnikte Chin, een
„Hopen, dokter", grinnikte Chin, een lucifer aanbiedend. „Hoe kom je daar nu aan. Chin?" „Lenen van mijn broer. Hij een rijk
„Lenen van mijn broer. Hij een rijk man", antwoordde Chin op zo'n ernstige toon, dat Forsyth er om lachen moest. „Die broer van jou is onbetaalbaar,
„Die broer van jou is onbetaalbaar, Chin".
„Broer blij zijn, Chin doden de mandarijn".
„Chin, ik dacht dat je een Christen was".
„Chin Christen, maar Chin ook denken: oog om oog en tand om tand. Heel goede regel voor LiWengHoo". „Ik ben bang, dat, als we LiWeng Hoo nog eens ontmoeten, het onder omstandigheden zal zijn, dat je aan wraak niet meer zult denken, Chin".
„LiWengHoo ons niet vangen", zei Chin op zekere toon. „Hij zoeken aan rivier en niet in de heuvels. Hij denken mij naar Canton en niet naar Yunnan. LiWengHoo dom". „Dat geloof ik niet", antwoordde For
„Dat geloof ik niet", antwoordde Forsyth. „Ik geloof eerder ,dat hij een doortrapt sluwe Chinees is. We zullen de uiterste voorzichtigheid in acht moeten nemen".
„Chin ook voorzichtig zijn". Forsyth rookte een tweede sigaret op. Toen kwam hij met Chin overeen, dat hij eerst een uur zou gaan slapen en daarna Chin. Nauwelijks had hij het hoofd neergelegd, of hij viel in een diepe slaap. Na geruimen tijd werd hij verschrikt wakker. Het gloeiende puntje van Chins sigaret stemde hem weer gerust. Weer sloot hij de ogen, om wakker te worden bij helder daglicht. Daar zag hij, dat Chin door vermoeidheid en uitputting eveneens in slaap was gevallen. Hoewel het Chin niet kwalijk te nemen was, verweet Forsyth zich toch zijn achteloosheid. Gelukkig, dat tijdens hun slaap vermoedelijk niemand in de omgeving was geweest. Hij nam zich evenwel voor, voortaan zelf eerst de wacht te houden. (Wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 juni 1950
Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's
