Raadsleden vergaderden en bloc tegen de samenvoeging gemeenten
Zoals bekend is verleden jaar het voorstel tot samenvoeging van gemeenten op ons eiland met de veel gewraakte memorie van toelichting door Ged. Staten ingetrokken. Er is toen veel actie geweest, de raadsleden van het eiland kwamen massaal bijeen om te protesteren. Thans, nu opnieuw door Ged. Staten door middel van een ontwerp van wet voorstellen worden gedaan tot herziening van de gemeentelijke indeling, zfln de raadsleden weer en bloc te Middelharnis saamgekomen om hierover meningen uit te wisselen. De belangstelling was vrijwel even groot als verleden jaar, de stemming gematigder, omdat ook de memorie van toelichting gematigd is. Unaniem verklaarde men zich echter tegen samenvoeging.
Inleidend woord van Weth. Dijkers
De heer Dijkers opende de bfleenkomst en heette de aanwezigen hartelijk welkom. Hij wees er in de eerste plaats op, dat verleden jaar eenzelfde vergadering is belegd, voor eenzelfde doel. De samenvoeging is toen niet doorgegaan, het voorstel en de memorie van toelichting werd ingetrokken. Het is in de geschiedenis nog niet voorgekomen, dat zo iets in zijn geheel werd teruggenomen. De verontwaardiging bö de Flakkeënaars was toen groot.
Wat verwacht werd is gebeurd, men is opnieuw met een voorstel gekomen. Het nieuwe College van Ged. Staten zond ons een wetsvoorstel met memorie van toelichting dat thans ieder raadslid in zijn bezit zal hebben om te bestuderen.
Deze memorie van toelichting ziet er wel anders uit, de harde kanten zijn er afgevijld, beledigingen komen er niet in voor, waar spr. het college van Ged. Staten dankbaar voor is.
Toch staan er veel dingen in, die nader behoren te worden belicht. Wij, die hier op Flakkee wonen, voelen de dingen anders, dan de heren in Den Haag. Spr. kan ze niet kwalijk nemen dat ze met dezelfde zaken komen, maar de motieven zijn niet steekhoudend.
buiten het eiland, doch bovendien zal deze zeer dienstig zijn voor de bestrijding van de werkloosheid op het eiland. De mening, dat een eventuele heffing tot dekking der kosten geen ideale oplossing is, kunnen wij onderschrijven, maar een andere oplossing is hier vooralsnog niet mogelijk. O.i. kan de zaak zo gesteld worden, dat thans een bepaald bedrag wordt uitgegeven voor verbindingen, waaraan zeer vele bezwaren kleven, terwijl met hetzelfde bedrag of lagere kosten — omdat een sterke toename van het verkeer mag worden verwacht — een vaste verbinding is te verkregen. Voorts betreft het hier een tijdelijke maatregel.
Over de vorm, waarin deze regeling is gegoten, kan verschillend worden gedacht. De opvatting, dat in deze aan een regeling, als bedoeld in de Wet van 1 April 1950, no. K. 120, of aan een stichting de voorkeur zou moeten worden gegeven, kunnen wij niet delen. Juist de omstandigheid, dat hier ter dekking van kosten een tijdelijke heffing nodig zal zijn, maakt het gewenst, de regeling in handen te leggen van een lichaam, dat deze zaak op soepele wijze kan regelen. De publiekrechtelijke lichamen zullen in de op te richten N.V. zeggenschap krijgen, zodat met het algemeen belang voldoende rekening zal worden gehouden. Voorts gaat het er in deze voorlopig om de zaak voor te bereiden en nader uit te werken, zodat o.i. niet betoogd kan worden, dat ons voorstel te vérstrekkend zou zijn. Nu de Staten in de Tweede Gewone zitting 1949 zich met ons voorstel hebben verenigd om voorlopig van 1950 af ieder jaar ƒ 100.000.— in uitgave te brengen op de gewone dienst, ter storting in een te vormen fonds, hetwelk moet dienen om te zijner tijd een bijdrage te verlenen in de kosten van een zodanige verbinding, kan het o.i. geen overwegend bezwaar ontmoeten om de uit het plan van de Flakkeese Gemeenschap voortvloeiende kosten, welke de voorbereiding met zich draagt, te putten uit dat fonds. Veler medewerking, in het bijzonder die van het Rijk, zal — alvorens tot een uitvoering van het gehele plan zal kunnen worden overgegaan — in' deze nog zijn vereist. Daarvoor is overleg geboden. Nu de localiteit zelve bereid is een belangrijk offer te brengen in de vorm van een heffing, menen wij op de gronden hiervoren vermeld, dat het op de weg der Provincie ligt, hier de behulpzame hand te bieden en de verdere voorbereiding van dit plan mogelijk te maken.
's-Gravenhage, 18 Juli 1950 .
De Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Holland, L. A. Kesper, Voorzitter. G. W. van Dokkum, lo. Griffier.
Het advies van Ged. Staten is dus zeer gunstig. Er is met deze zaak tot heden zeer veel spoed betracht. De zitting van de Prov. Staten waarin dit vraagstuk zal worden behandeld, wordt heden Dinsdag 25 Juli gehouden. In ons e.V. nummer hopen wü daarvan verslag uit te brengen.
De kracht van de Staat in Nederland gaat niet uit van de grote steden, maar berust op de plaatsen van het platteland. Dat komt daarvandaan zegt spr., dat de burgerij in kleine gemeenten meer meeleeft met de politiek. In de steden laat de meesten dit koud. De besluiten van de gemeenteraden die ze in de kranten lezen worden door de dorpsbewoners compleet verslonden. De kleinste gemeente in ons vader
De kleinste gemeente in ons vaderland heeft toch gemiddeld 1000 inwoners. Dat geeft groter meeleven, groter saamhorigheid, groter vaderlandsliefde, door het intense medeleven.
Spr. vindt het een vreselijk iets, dat de neren in den Haag nu zeggen, de kleine plaatsen moeten weg en we moeten eenheden van bv. 5000 inwoners krijgen. Dit neemt de liefde van de plaatsen weg. Wat gevoelt bv. Stellendam voor Goedereede of omgekeerd, wanneer het wordt samengevoegd? Waren het nu plaatsen die vlak bijelkaar lagen, dan was het wat anders. In de memorie wordt doodleuk gezegd: „de bevolking is gelijk gericht!" Dit is zeer aan te vechten. Er is bv. een ontzettend verschil in geaardheid tussen de verschillende gemeenten, al wordt dit oppervlakkig niet gezien. Als Stad nu opgeheven wordt, is het voor de mensen daar funest. Niet alleen het zelfstandige gaat weg, maar men kan daar toch nooit voor Middelharnis voelen! Het gemiddelde van het ontstaan van de dorpen op Flakkee dateert zo ongeveer uit het jaar 1400, wat nu met één slag zal worden teniet gedaan. We krijgen méér bestuurskracht door
samenvoeging zeggen Ged. Staten, omdat er niet voldoende ambtenaren zijn te krijgen! Spr. zou dan in de eerste plaats wel willen zien, dat de classificatie werd opgeheven. Dan zou het ambtenarencorps beter kunnen worden betaald.
De ambtenaren in kleinere gemeenten zijn veelzljdiger ontwikkeld dan in de grote plaatsen, ze moeten het hele terrein overzien. Daar heeft spr. veel respect voor. Daarom mag helemaal niet gezegd worden, dat ze weinig zouden presteren.
De regering is er van uitgegaan om kringen te vormen, bv. schoolartsendienst enz. — waarom vormt men t.o. van verschillende administratieve aangelegenheden ook geen kringen vraagt spreker ? In Den Haag zweert men bij een stel
In Den Haag zweert men bij een stelsel, waar de kleine gemeenten aan ten offer moeten vallen. Het probleem ligt niet bij de kleine gemeenten, maar bij de Staat. De Staat wordt de oorzaak, dat er een vernietiging komt van het bestaan der hleine eenheden.
Dat die kleine gemeenten geen bestuurskracht hebben wil spr. sterk bestrijden. Hij voert Thorbecke aan, die ook een tegenstander was van kleine gemeenten, maar in feite heeft hij het zelf niet willen doorvoeren, omdat hij zag, dat het funest was voor de gemeenschap. Wij zouden hier ten achter zijn op ve
Wij zouden hier ten achter zijn op velerlei gebied. Spr. betwist dit zeer en zegt dat Goeree en Overflakkee in de rij der Nederlandse gemeenten zéker kan meedoen. Onze landbouw staat op een hoge trap van ontwikkeling. Dat moet men in Den Haag zelf toegeven. Die achterlijke boeren hebben dus wel een gezond stel hersenen, dat ze de landbouw tot zulk een peil hebben weten op te voeren, dat ze op dit gebied bovenaan staan. Hetzelfde kan gezegd t.o. van de andere beroepen. Spr. kan die gezegden daarom geenszins aanvaarden. Dat wij in ontwikkeling van de streek achter x^n gebleven, daar zijn de heren in Den Haag mede de schuld van. Als voorbeeld noemt spr. de verbindingen van en naar het eiland. We hadden tenslotte niets als de R.T.M, met een monopolistisch streven en uit eigen initiatief zijn de veerdiensten te iDen Bommel en Ooltgensplaat geschapen! Ook is het nu zo, dat men de problemen voor de vaste oeververbinding door middel van de Flakkeese Gemeenschap zélf tot stand zal zien te brengen door zelf de brug te bouwen. Achterlijke mensen doen zo iets niet, zoiets doen alleen mensen die initiatief en geestkracht bezitten! Nu krijgen we wel een pluimpje, dat we ons na de oorlog bijzonder hebben ingespannen. Dat is ook zo zegt spr., zie maar wat een ruïne het was na de bezettingsjaren en de inundatie. Onze mensen hebben van het eiland weer een prachtstreek gemaakt, al is het dat eerst allerlei instanties werden gezonden om hulp te bieden. Uiteindelijk is de opbouw aan eigen energie te danken. Grotere gemeenten kurmen mogelijk wat meer doen dan kleine, gezien hun finantieel budget. Wanneer nu de samenvoeging komt, kan men bv. toch niet op een afstand van 7 km met één verenigingsgebouw, één sportveld enz. volstaan. Dan zal men toch van alles twee moeten hebben. Vele kleine gemeenten hebben hiertoe zelf het initiatief toen al genomen. De eisen van een kleine gemeente kan men niet zo hoog stellen dan in een grote. Er wordt gezegd dat in de jaren 1920
—1940 slechts 68 woningwetwoningen zijn gebouwd, spr. wil dat niet betwisten maar particuliere woningen werden er zeer veel gebouwd. We moeten ook niet vergeten dat de sociale toestand toen heel anders was. De gemeentebesturen werden toen onder druk gezet, geen 5 cent kon worden uitgegeven zonder toestemming van Den Haag. Het kleuteronderwijs moest zelfs in sommige plaatsen worden opgeheven omdat het niet kon worden betaald.
Het bouw- en woningtoezicht deugde ook niet — mogelijk mankeerde er wat aan — maar vandaag de dag zijn er 5 volwaardige opzichters! De memoi'ie voert aan, dat het zó mirakel slecht was, dat het bureau v. d. Wederopbouw de zaak moest reorganiseren! De heren die er mee op de hoogte zijn weten, dat men daar nu niet zo coulant behandeld werd. Aan ambtenarij is er op dat bureau meer aan salaris uitgekeerd dan aan oorlogsschade is uitbetaald. Het was dan ook een verademing voor Flakkee dat het werd opgeheven.
Wat de straten en wegen betreft, was het in de crisisjaren niet mogelijk er veel aan te doen. Na de oorlog is er een loffelijk streven tot verbetering merkbaar, zodat er kan worden geconcurreerd met vele plaatsen in Nederland. Spr. vindt het niet mooi dat het
„doorgaand verkeer" wordt aangevallen, daar heeft men zelfs moeite mee in een stad als Londen! Dan had men de Prov. wegen maar langs de gemeenten om moeten leggen. Spr. vindt het niet fair dat dit voor de voeten worden gevforpen, evenmin de kwesties van de riolering. Ter vergelijking noemt spr. verschillende plaatsen die er wel erger uit zien, spr. noemt Gouda e.a. steden met stinkende grachten! Dit zijn dus geen motieven om tot samenvoeging van gemeenten te komen!
De uitpoldering is een heel moeilijke kwestie omdat dit veel wrijving geeft tussen polder- en gemeentebesturen. De ontpoldering stuit meer af op behoudzucht der polderbesturen dan dat het ligt aan conservatisme van de gemeentebesturen. Vele gemeenten onderhandelen hierover moeizaam, zodat dit ook geen argument is. De voorgestelde grenswijziging is niet
De voorgestelde grenswijziging is niet zo mooi. Spr. vraagt de heren, die plaatselijk te bestuderen. Aangevoerd wordt het kerk- en schoolgaan, maar bij nader inzicht zullen vele gemeentenaren meer km moeten afleggen om scholen en kerken te bezoeken. De grenswijzigingen zijn het meest aanvechtbaar van al de aangevoerde motieven. Het zal van de raadsleden zéker de voUe aandacht eisen om hier grondig nota van te nemen.
Credachten-wisseling Na deze uiteenzetting en een ogenblik pauze, ging men over tot gedachtenwisseling.
De heer C. v. d. Meide te Middelharnis heeft uit het betoog van de Voorzitter de meeste instemming met de opmerkingen over de grenswijziging. Deze grenswijziging loopt bv. midden door de haven van Dirksland, ook bij de Armenweg is het vreemd. De landbouwer M. K. v. Eek komt bv. bij Oude Tonge terecht en Dabbe zal bij Middelharnis worden gevoegd! De samensteller blijkt totaal onbevoegd te zijn op dit punt. Het tweede wat spr. frappeert is, dat
Het tweede wat spr. frappeert is, dat hij in de memorie geen enkel cijfer heeft gelezen, dat er voordelen in zouden zitten. In het geheel is spr. er tegen omdat de kleine gemeenten die dikvidjls zeer welvarend zijn, zoals Nieuwe Tonge en Stad worden weggewerkt. Gezegd is ook, dat er in deze plaatsen geen ambtswoningen gebouwd worden, waarvan hij het tegendeel bewijst met als voorbeeld Nieuwe Tonge.
Wanneer Gedeputeerden het toch doordrijven zou de meest logische oplossing zijn om van Flakkee één gemeente te maken! (Hilariteit.) Als er één gemeente is kunnen van de 126 raadsleden er 100 op stal worden gezet wat een voordeel geven zou van ƒ 5000.— per jaar. Dan het voordeel op burgemeesters en secretaris salarissen daar men met één kan volstaan. In deze samenvoeging ziet hij niets, als groot ongenoegen, aanwijsbare voordelen zijn niet aan te tonen.
De heer Dekker wethouder te Nieuwe Tonge vindt dat de besprekingen op andere wijze moeten gevoerd. We moeten Flakkee en de voorstellen tot samenvoeging centraal zien. Het heeft geen nut om ieder zijn mening over de voorstellen te zeggen, het moet z.1. tot daden komen. Bij spr. (Zie voor vervolg pag. 4 Ie kolom.)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 juli 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's