Bezwaren tegen straatbelasting te Nieuwe Tonge
Het Verenigingsgebouw aanbesteedt
De gemeenteraad van Nieuwe Tonge vergaderde Vrijdagavond. De vergadering ving eerst te 8.30 uur aan. Burgemeester van Hofwegen presideerde de voltallige bijeenkomst. Hij opende met gebed en daarna stelde men de notulen vast.
Medegedeeld werd de goedkeuring bij K.B. van de Verordening straatbelasting; schrijven d.d. 19 Juni 1950, waar bij jaarrekening van het Groene Kruis, schrijven van G.S., houdende bericht van vaststelling van de jaarrekening 1947; schrijven waarbij door de schoolartsendienst werd aangeboden de jaarrekening 1949; schrijven van G.S., d.d. 27 Juni 1950, betreffende herziening gemeentelijke indeling op het eiland GoereeOverflakkee; goedkeuring d.d. 7 Juli 1950 van het raadsbesluit betreffende verhuur lokalen o.l.school; controlerapport Centr. Bur. Verificatie en financiële adviezen, houdende accoordbevinding kas en boeken gemeenteontvanger; dankzegging van de ïuinbouwvereniging GoereeOverflakkee d.d. 22 Juli 1950, voor het beschikbaarstellen van leslokalen voor tuinbouwcursussen. Verslag met balans en verlies en winstrekening over 1949 van de drinkwaterleiding Goeree en Overflakkee. Al deze stukken werden voor kennisgeving aangenomen. In de vergaderingen van het college
In de vergaderingen van het college d.d. 14 Febr. en 22 Juli 1950, werd vastgesteld een „verordening tot regeling van een uitkering over het eerste kwartaal (en tweede kwartaal) 1950 aan een deel van het gemeentepersoneel", waarvoor door de regering verstrekte voorschriften werden aangehouden. De regering heeft besloten van harentwege over te gaan tot bestendiging van deze maatregel voor het derde en vierde kwartaal 1950 en B. en W. stelden voor dit besluit te volgen. De inspecteur van het l.o. in deze
De inspecteur van het l.o. in deze inspectie en het hoofd der o.l.s. in deze gemeente hebben, desgevraagd, bericht te kunnen instemmen met een vaste aanstelling van mej. G. Oortman tot onderwijzeres aan de openb. school voor gewoon lager onderwijs, met ingang van 1 Augustus. B. en W. stelden voor daartoe te besluiten.
De heer Opstelten had geen gegevens bij de stukken gevonden. Die werden alsnog verstrekt. De heer Opstelten vroeg voorts of het de in dienst zijnde onderwijzers betrof, hetgeen het geval bleek. Sollicitanten waren wel opgeroepen, maar mej. Oortman was de enige, die zich meldde. Na stemming bleek zij benoemd. Alle raadsleden vulden de naam van de voorgestelde in, behoudens één blanco.
Reclame straatbelasting Door de heer J. P. de Wilde is bezwaar ingebracht tegen een aantal aanslagen in de straatbelasting voor het belastingjaar 1950, voor zich en voor anderen. In het midden latende het feit, dat de heer de Wilde voor anderen optreedt zonder bijzondere machtiging, merkten B. en W. ten aanzien van deze reclame het volgende op.
In de eerste plaats zij vermeld, dat „vrijstelling van betaling" wordt verzocht hetgeen neerkomt op ontheffing van belasting. Door vermelding van 't Arrest van de Hoge Raad van 5 Januari 1949 wordt o.l. door dhr de Wilde bedoeld, bezwaar te maken tegen de in het schrijven genoemde aanslagen, zodat daarop van toepassing is artikel 299 der gemeentewet. Omtrent de ontvankelijkheid zij op
Omtrent de ontvankelijkheid zij opgemerkt, dat het bezwaarschrift binnen de in art. 299 der gemeentewet genoemde termijn is ingekomen.
Voorts zij opgemerkt dat voor elke aanslag eigenlijk een afzonderlijk bezwaarschrift ingediend moet worden. Omtrent het motief, waarop het bezwaarschrift is ingediend kan het volgende worden gezegd: Art. 280 van de gemeentewet bepaalt ten aanzien van de heffing van straatbelasting: „Wegens gebouwde eigendommen en daarbij behorende erven, die aan openbare land of waterwegen in de gemeente belenden of in de onmiddellijke nabijheid daarvan gelegen zijn, en wegens ongebouwde eigendommen, die aan deze wegen belenden of op deze wegen uitgang hebben, kan een belasting geheven worden naar grondslagen volgens welke een billijke bijdrage gevorderd wordt in de kosten ten laste der gemeente komende voor aanleg en onderhoud dier land of waterwegen, voor hunne verlichting en voor afvoer van water en vuil."
De Hoge Raad heeft bij Arrest van 19 Maart 1924 beslist, dat art. 280 der gemeentewet de heffing van de straatbelasting niet beperkt tot de eigendommen, die aan openbaie wegen in de gemeente belenden enz., waarvoor kosten voor aanleg enz. door de gemeente worden gemaakt. Het maken van genoemde kosten door de gemeente in 't algemeen voor openbare land of waterwegen in de gemeente is dus voor de heffing van straatbelasting voldoende. Hoewel dit Arrest niet unaniem aanvaardbaar wordt geacht, zal men zich aan de uitspraak van het Hoogste Rechtscollege dienen te houden.
De verordening op de heffing van de straatbelasting in deze gemeente geeft in art. 1, uiteraard beperkt tot de wegen, een overeenkomstige omschrijving als art. 280.
Het Arrest van de Hoge Raad van 5 Jan. 1949 heeft betrekking op de toepassing van de straatbelastingverordening der gemeente Callantsoog. Die verordening bezigt dezelfde omschrijving, als die van deze gemeente echter onder toevoeging aan het Ie lid van art. 1, van de woorden „waarvan kosten voor aanleg of onderhoud enz. ten laste der gemeente komen."
De Raad van Callantsoog heeft derhalve in zijn verordening een zodanige beperkende bepaling opgenomen, waar door het voor de heffing van de straatbelasting in die gemeente wel noodzakelijk is dat voor de wegen, waaraan de aangeslagen eigendommen zijn gelegen, onkosten worden gemaakt.
Door E. en W. van die gemeente nu werd een belanghebbende aangeslagen voor zijn eigendommen enz., hoewel die Hiet aan een weg belenden, waarvoor de gemeente kosten waren gemaakt! De Raad heeft de aanslagen in be
De Raad heeft de aanslagen in beroep gehandhaafd. Daarna heeft de raad van beroep de beslissing van de gemeenteraad bevestigd, daarbij echter alleen als grondslag nemende art. 280 der gemeentewet. De hoge raad heeft deze laatste uitspraak bij zijn Arrest van 5 Jan. 1949 echter vernietigd, omdat geen aandacht was geschonken aan de plaatselijke belastingverordening, met zijn beperkende bepaling. Het geschil tussen art. 280 der gemeen
Het geschil tussen art. 280 der gemeentewet (en dus ook de verordening' van deze gemeente) en de belastingverordening van Callantsoog is appellant blijkbaar niet bekend geweest. Op grond van bovenstaande zijn er volgens B. en W. geen gronden aanwezig de heer de Wilde in zijn bezwaarschrift tegemoet te komen.
De heer Opstelten kon heel goed de bezwaren inzien. In ieder geval wenste hij, dat deze mensen aanspraak op rechten mogen maken, zoals electriciteit en waterleiding. Hij noemde dat een consequentie van de straatbelasting. De Voorzitter antwoordde, dat dit 'n
De Voorzitter antwoordde, dat dit 'n punt van voortdurende zorg van B. en W. is. De heer Tijl deelde de opvatting van
De heer Tijl deelde de opvatting van de heer Opstelten. Hij noemde het bedroevend, dat die mensen al zo lang verstoken zitten. Het verzoekschrift werd voor kennisgeving aangenomen.
Door particulier initiatief is voor de eilanden Goeree Overflakkee, Voornen en Putten en Roozenburg in het leven geroepen een Stichting Tandheelkimdige jeugdzorg. B. en W. stelden voor te besluiten tot
B. en W. stelden voor te besluiten tot de gevraagde subsidie en de stichting te machtigen tot behandeling der kinderen op de 0.1. school in deze gemeente. De heer van Zielst vroeg of de ouders
De heer van Zielst vroeg of de ouders toch wel vrijgelaten worden en niet veel zullen moeten betalen. De Voorz. antwoordde van ja en neen.
De Voorz. antwoordde van ja en neen. De heer Tyi juichte de dienst zeer toe. De heer Opstelten merkte ietwat sar
De heer Opstelten merkte ietwat sarcastisch op, dat men het wel moest aannemen, wilde men niet de naam van achterlijk krijgen. Spr. vond dat feitelijk toch weer een deel der verantwoordelijkheid der Ouders afgenomen wordt.
De Voorzitter deelde' de laatste mening niet, en verwees voorts naar de publicatie, die juist dezter dagen in de kranten is opgenomen. De heer van den Doeil vreesde, dat
De heer van den Doeil vreesde, dat de begroting niet voldoende zal blijken, maar de Voorz. verzekerde, dat men niet over één nacht t^st gaat! Het voorstel werd aangenomen. Nieuwe maaimacldme
Nieuwe maaimacldme Er wordt behoefte aan .gevoeld voor de grasvelden, in onderh(,)Ud bij deze gemeente, te beschikken over een goede grasmaaimachine. Met belangstelling hebben B. en W. de werkzaamheden met de thans bij de Kerkeraad der Ned. Herv. Kerk in gebruik zijnde machine gevolgd. Daar deze machine blijkt te voldoen
Daar deze machine blijkt te voldoen stelden zij voor tot aankoop van eenzelfde machine over te gaan. De destijds aangekochte handmaaimachine wordt teruggenomen voor de prijs die men daarvoor betaalde. De kosten komen nu op: aankoop nieuw apparaat 490 gld. inruilen gebruikt apparaat 80 gld, blijft te betalen ƒ 410.—.
De heer Tijl merkte op, dat het eerste apparaat helemaal niet deugdelijk is gebleken. Hij was voor het voorstel.
De heer van den Doel vroeg of het machientje gebruikt zal worden voor het sportveld. De Voorz. antwoordde, dat dit niet
De Voorz. antwoordde, dat dit niet de bedoeling is. Ook dit voorstel werd dan z.h.s. aangenomen. Aangeboden werd de rekening dienst
Aangeboden werd de rekening dienst jaar 1948, sluitende voor de gewone dienst: inkomsten ƒ 245.550.32; uitgaven ƒ 239.194.34; batig saldo ƒ 6.355.98. Voor de kapitaaldienst: inkomsten ƒ 361.395.51; uitgaven ƒ 361.395.51. In een volgende vergadering zal de commissie van onderzoek rapport uitbrengen over deze rekening.
Verenigbigsgielwmw Alvorens de gelegenheid te openen voor de rondvraag sloot de Voorzitter de deuren ter bespreking van enige onderwerpen. Na heropening bleek dit te betreffen
Na heropening bleek dit te betreffen de 's morgens gehouden aanbesteding van het verenigingsgebouw, alsmede kleuterschool en dienstwoning concierge. Naar wij vernemen heeft de inschrijving de navolgende cijfers te zien gegeven: Mackloet ƒ 44.000.—; C. Both (Dirksland) ƒ 43.575 en Drooger en Mosselman ƒ 44.788.—.
Deze aannemers woonden de vergadering bij en werden in de geheime zitting, gedurende korte tijd toegelaten. Na heropening deelde de voorzitter mede, dat B. en W. voorstelden om van gemeentewege ƒ 15.000.— te veteren om bij het bedrag te voegen dat voor het verenigingsgebouw bijeen is, zodat bij dit gebouw een kleuterschool en dienstwoning gezet kunnen worden.
De heer vam den Doel zei zijn stem alleen aan dit voorstel te geven als 't werk door de plaatselijke ambachtslieden wordt uitgevoerd. De Voorz. antwoordde, dat de gunning
De Voorz. antwoordde, dat de gunning tot de competentie van B. en W. behoort. Het voorstel werd daarop in stem
Het voorstel werd daarop in stemming gebracht en aangenomen. Tegen stemden de heren Van den Doel en Opstelten. Rondvraag
Rondvraag In de rondvraag verzocht de heer v. Zielst voortaan geen openbare vermakelijkheden meer toe te laten als er kerkdienst gehouden wordt.
De Voorzitter zei het beding gesteld te hebben dat geen muziek zal worden gemaakt. Hij wilde met het verzoek evenwel rekening houden. De heer Opstelten informeerde naar
De heer Opstelten informeerde naar herstel of dergelijke van twee woningen aan de Molendijk.
De Voorzitter zei, dat via de gemeente-opzichter, het werk aan de plaatselijke patroons was opgedragen, maar die ambachtsman liet op zich wachten, waarna een ander er mede belast is. B. en W. hebben nu trouwens een ander plan. In beide woningen moet een keuken komen.
Hoelang duurt het?" vroeg de heer Opstelten.
„Als onmiddellijk begonnen wordt, kan het in veertien dagen klaar zijn!" dacht de Voorzitter. De heer Tijl vroeg of het nuttig is,
De heer Tijl vroeg of het nuttig is, dat met de brandweerauto aan een betrouwbaarheidsrit wordt deelgenomen. Hij had gelezen, dat de auto van de dijk reed. De Voorzitter achtte die oefening wel
De Voorzitter achtte die oefening wel nuttig. Het was een prachtige gelegenheid om te oefenen. Dat de auto van de dijk reed was een ongelukkige omstandigheid; de chauffeur stond voor de keus om drie kinderen aan of van de dijk te rijden. Men kon verwachten dat spr. wel meer met de auto zal laten rgden.
De heer Tijl zag het nut van een en ander niet in. De heer Opstelten drong erop aan,
De heer Opstelten drong erop aan, om voortaan betrouwbaarheidsritten niet meer door het dorp toe Ie staan.
De Voorzitter wilde rekening houden met dit verlangen. De heer Zwéerus betoogde tenslotte,
De heer Zwéerus betoogde tenslotte, dat de brandspuit in het dorp behoort te blijven, maar de Voorzitter antwoordde, dat men tegenwoordig ook een reuze spuit in Battenoord heeft.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 augustus 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 augustus 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's