De Provinciale Wet 100 jaar oud
De provincie heeft geen eigen politiek leven als gevolg van de reactie op de souvereiniteit der gewesten tijdens de Republiek.
Thorbecke, de grote liberale staatsman heeft zijn stempel gezet, uiteraard een liberale stempel, op het staatkundige leven van ons land. De waarden van de religie, van de godsdienst, de gebondenheid van wet en verordening aan het Woord van God zijn door hem uit het staatkundige leven verdreven. Naar het liberale beginsel, dat de rede, het menselijke verstand, stelde als vorm voor het regeringsbeleid. Het liberalisme dat van de openbaring Gods als maatstaf voor wetgeving en bestuur niet weten wilde. Het Liberalisme dat onze wetgeving los gemaakt heeft van ’s Heeren Woord. Daardoor in sterke mate heeft bijgedragen tot de ontkerstening van ons land en volk. Als wegbereider het pad heeft gebaand, mede door zijn harde economie, voor het socialisme en communisme. Na de Franse tijd werd een andere koers ingeslagen. Het provincialisme van de Republiek had terecht afgedaan. Mocht niet worden hersteld, omdat het particularisme een gezonde ontwikkeling van ons volk als geheel in de weg stond.
Het is de grote staatsman Thorbecke die aan een en ander vorm en gestalte heeft gegeven. Hij is ook de ontwerper van de provinciale wet die in 1850 van kracht is geworden. De provinciale wet bestond dit jaar dus 100 jaar Dit feit is niet onopgemerkt voorbijgegaan. H.M. de Koningin heeft op de her
H.M. de Koningin heeft op de herdenkingsdag een rede gehouden voor de staten van alle provinciën. Thorbecke de vervaardiger van de provinciale wet is daarbij zeer geprezen. Ongetwijfeld heeft deze staatsman door het scheppen van de provinciale wet bijgedragen dat aan het particularisme uit de dagen der Republiek geen gelegenheid werd geboden om zich weer te doen gelden. Toch lijkt het ons toe, dat Thorbecke daarbij te ver is gegaan. Dat hij te weinig oog heeft gehad voor het goede wat inhaerent was aan de oude provinciën, aan de gewesten, die de Republiek samen stellen. Dat hij aan de provinciën te veel een dorre administratieve taak heeft toegedacht waardoor de provinciën zich niet naar eigen aard en gesteldheid konden ontwikkelen. Dat zijn wetgeving te zeer het karakter van centralisatie heeft gedragen, op zich zelf begrijpelijk als reactie op liet particularisme van de zeven gewesten uit de tijd der Republiek. Te grote eenvormigheid is daarvan het gevolg en te weinig is rekening gehouden met de aard en ontwikkeling van wat provinciesgewijze was gegroeid en tot ontwikkeling gekomen. De provinciale wet laat geen ruimte over voor eigen provinciale politiek. Te groot is de uitwerking geweest van de centrale gedachte. Een eigen provinciale politiek naar de ontwikkeling en verscheidenheid der provincies is daardoor onmogelijk gemaakt. De federale gedachte in Rijksverband is geheel op zij gezet, een provinciale politiek werd in de wortel afgesneden en het provinciaal bestuur gemaakt tot in hoofdzaak van administratieve betekenis. Dat is jammer.
Daardoor zijn grote mogelijkheden voor de ontwikkeling van ons politieke leven verloren gegaan. Het valt moeilijk om de betekenis van het provinciaal bestuur aan het volk duidelijk te maken. De taak van het provinciaal bestuur als verkiezingsorgaan voor de Eerste Kamer spreekt nog het duidelijkste tot ons volk. Overigens is het een orgaan dat aanvullend kon optreden, dat in de regeling van polders en waterschappen en dergelijke zaken zijn werkingssfeer ziet bepaald. Een lichaam dat zijn taak en doelstel
Een lichaam dat zijn taak en doelstelling vindt hoofdzakelijk binnen de limieten van de Landswetten om aanvullend op te treden. Maar een eigen politieke sfeer mist de provincie. Die is voorbehouden voor het leven van de Staat en de Gemeente. Al moet ten opzichte van het laatste opgemerkt worden, dat ook het politieke leven voor de Gemeenten meer en meer verschrompelt en de richting wordt ingeslagen van een sterk centraal bestuur waarbij langzamerhand ook voor de gemeenten evenals voor de provincies een administratieve taak overblijft. Ontegenzeggelijk is door de huidige,
Ontegenzeggelijk is door de huidige, de 100 jaar oude provinciale wet aan het historische karakter der provincie grote schade toegebracht. Het provinciaal besef is in ons land
Het provinciaal besef is in ons land ’ nog lang niet dood, integendeel, hoe ook door de provinciale wet gelijk geschakeld, is het blijven leven en zo de wetgeving er een behoorlijke vorm en gestalte aan had weten te geven zou deze zeker de historische ontwikkeling zeer ten goede zijn gekomen en de mogelijkheid tot een levendige en vruchtbare provinciale politiek hebben geschapen. Daardoor zou de algemene, de lands
Daardoor zou de algemene, de landspolitiek in het bijzonder en het politieke leven in het algemeen niet weinig gebaat zijn.
Van de drie onderdelen van ons staatsbestel, Rijk, Provincie en Gemeente is de Provincie het meest verschrompeld in politiek opzicht, doordat de provinciale wet het bestuur der provincie te zeer heeft gemaakt tot een bestuur met zo goed als uitsluitend administratieve bevoegdheden.
Dat valt te betreuren daar een geleidelijke opklimming van Gemeenten tot het Rijk, via de provinciën, met een telkens grotere armslag naar de mate van het belang van het onderdeel zeker het politieke leven ten zeerste zou bevorderen.
De zelfstandigheid der gemeente als eerste eis van een gezond staatsbestel, verder een zelfstandige provinciale regering, met als slotstuk de regering van het Land. Van een echte provinciale regering kan in feite moeilijk worden gesproken. Het maken van verordeningen, binnen het kader van de Rijkswetten, het vaststellen van de begroting der provincie onder goedkeuring van de Koningin en het verlenen van subsidiën voor allerlei ondernemingen die voor de provincie van belang zijn. IJoe belangrijk deze subsidiën op zich zelf ook mogen zijn, van een eigenlijk regeren is hierbij toch geen sprake. Een uitzonderlijke plaats neemt het college van Gedeputeerde Staten in als medewerkster tot de uitvoering van rijkswetten, terwijl dit college ook wel optreedt als een orgaarf van administratieve rechtspraak, zoals bij de militiewet het geval is.
Het bestuur van de provinciale geregeld door de provinciale wet, heeft met regeren feitelijk weinig te maken, daardoor is er geen sprake van een actieve provinciale politiek. Dat is een gevolg van de provinciale
Dat is een gevolg van de provinciale wet van 1850, die inplaats van het provinciale politieke leven te bevorderen, dit heeft doen verschrompelen.
creaties tegen als werd er voortdurend maskerade opgevoerd. Het is dan ook een soort maskerade van het leven. Sommige vrouwen hebben zich vermond als Zouaven met kleurige pofbroeken en enorme sjerpen, andere lijken op gladiatoren of op de tandemschonen van omstreeks 1900. Maar vooral zoekt men de drachten der exotische landen te imiteren. Vandaar ook de vele strandpakjes van katoen bedrukt met de batikmotieven van de Goudkust. En daartussen krioelen de vrouwen in koelihemden en met koelihoeden op.
Het mondaine strand is de grotemensen zandbak waar de meest vergaande (verder kan het nu werkelijk niet) openbare schaamteloosheid wordt botgevierd naast een kinderlijke verkleedzucht.”
Tot zover het r.k. blad. Overbeschaafd. Inderdaad maar zondèr enige innerlijke beschaving. Overbeschaafd, van buiten een dun vliesje van aangenomen zeden en gewoonten, maar zonder werkelijke inhoud. De onbeschaafde vrouwen bezitten meer wezenlijke beschaving dan de zich zo uitlevende mondaine vrouwen.
In deze zo hoogst ernstige tijden is er een uitleven naar het vlees, dat alle perken van fatsoen en eerbaarheid te buiten gaat. Zedenverwoestend is het moderne
Zedenverwoestend is het moderne strandleven. Schandelijk is het wat in het publiek wordt gezien. Wie prijs stelt op fatsoen en eerbaarheid vermijde het mondaine strandleven. Daar wordt de zonde gelijk ten toon gesteld. Men vreest voor oorlogen. En terecht. Maar op de vreselijke ontaarding der zeden met al de gevolgen daarvan wordt niet gelet. Dat is de kanker die aan het leven der volken knaagt en die de zedelijke waarden uitblust, waardoor de beschaving wordt ten gronde gericht. De beschaving delft haar eigen graf en zinkt verder weg dan de primitieve volken die door haar worden nagebootst.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 augustus 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 augustus 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's