Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van onze Lezzers: Een kasteel te poortvliet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van onze Lezzers: Een kasteel te poortvliet

4 minuten leestijd

EEN KASTEEL TE POOBTVLIET Poortvliet, een der oudste gedeelten Van het eiland Tholen, heeft in vroeger dagen nog een ridderlijk verblgf in zijn midden gekend. Hoewel de verschillende bronnen, die

Hoewel de verschillende bronnen, die over dit voormalige kasteel handelen, niet in staat zijn mede te delen waar de juiste standplaats van de burcht is geweest, zijn er toch diverse veronderstellingen gedaan.

Zo lezen wij in het in 1794 uitgegeven werk van J. Ermerins: ,,Zeeuwsche Oudheden"... Deel 8, dat de oude burcht haar standplaats heeft gehad „ten Zuiden van het Dorp, tusschen hetzelven en het zoogenaamde Oude-Kerkhof." Deze schrijver baseert zijn veronderstelling op het feit, dat op deze plaats, „noch buitengewone zwaare stukken Muurwerk op een stuk Lands te vinden zijn."

Mr J. Verheye van Gitters deelde in 1790 mede, dat de plaats gezocht moest worden in Gaensdijk (vermoedelijk werd bedoeld Gouwsdijk). Het land dat aan de Gouwsdijk grenst heet Aanhovenhoek, wat dan zoveel zou betekenen als „aan den hove palende." (Het oud-Nederlandse werkwoord „palen" betekent thans „grenzen"). Aanhovenhoek zou dus tegen de oude burcht aangelegen hebben.

De toenmalige gemeentearchivaris van Tholen, de heer C. Hollestelle, schreef in 1927 dat volgens hem de plaats gezocht,moet worden ten Noorden van de Rijksweg, waar de bodem nog onregelmatigheden vertoont.

Het enig duidelijke is dus, dat men niet met zekerheid de juiste plaats weet aan te wijzen. Maar al is dan niet bekend waar dit

Maar al is dan niet bekend waar dit oude kasteel heeft gestaan, een afbeelding ervan heeft men wêl. Deze is nl. in het bezit van het Zeeuwsche Genootschap der Wetenschappen. Op die afbeelding zien wij een bouwwerk met aan de voorzijde een grote vierkante toren, waarin zich een poort bevindt. Aan de achterzijde had het kasteel een ronde toren. Verder was het slot, zoals alle burchten in die dagen omgeven door een gracht.

Meermalen wordt dit oude ridderverblijf in de geschiedenis van Poortvliet genoemd.

Het was in het jaar 1199 toen Heer Hugo van Voorne in Poortvliet enige landen verkreeg van het Kapittel van Sint Salvador of Oud Munster, tegen een erfpacht van twee marken per jaar. Deze landen en goederen waren dus leengoederen, die niet konden worden vervreemd. Bij overlijden kwamen de leengoederen weer terug aan het Ambacht.

Op de op die wijze verkregen landen bouwde Hugo van Voorne een burcht. Maar slechts kort zou Hugo het kasteel zijn sterkte kunnen noemen, want wat was het geval?

Toen Graaf Dirk de Vierde op 3 November 1203 was overleden liet hij zijn vrouw Aleida van Cleef met twee dochters achter. De oudste, toen nog ongehuwde dochter Ada, gold als de eerste, die op het grafelijk bewind aanspraak kon maken. In Holland echter was men niet erg ingenomen met een heersende vrouw. Dit was een reden voor Aleida van Cleef om een middel te zoeken, dat aan het bezwaar van een vrouwelijk bewind zou tegemoetkomen. Zij vond een oplossing; en spoedig ook. Want nog vóór de dag, dat Dirk de Vierde te grave zou worden gedragen, liet zij Ada huwen met een edelman uit Vlaanderen, Lodewijk van Loon. Toch bleek dit niet de juiste oplossing te zijn. Aleida had blijkbaar buiten de waard gerekend, want ook de oudste broer van Dirk de Vierde, de uit de kruistocht naar Damiate bekende Graaf Willem de Eerste, beschouwde zich als de opvolger van zijn overleden broer.

Bij de twist, die hierdoor ontstond, schaarde Hugo van Voorne zich aan de zijde van Ada en de Graaf van Loon. Here Hugo verschanste zich bij de aldus ontstane strijd in zijn kasteel te Poortvliet. Het duurde echter niet lang of Heer Hugo werd in zijn vesting belegerd door een andere broer van de overleden Dirk, die zich aan de zijde van Graaf Willem I had verklaard, nl. Ploris de Domproost van Utrecht. Heer Hugo kon de sterkte niet hou

Heer Hugo kon de sterkte niet houden. Na een zware verdediging, waarbij het slot werd verwoest, moest hij zich gewonnen geven.

Door deze nederlaag kwam Heer Hugo tevens zijn bezittingen te Poortvliet te verliezen.

Niet lang daarna echter schijnt de burcht weer te zijn herbouwd. Als bewijs hiervoor geldt een rekening van de rentmeester Beoosten de Schelde van 1318—1319, waarin wordt gesproken van verrichte herstellingen aan ,,mijnsheren huisinghe te Poortvliet." Over de verdere lotgevallen van het kasteel is niets meer bekend. Naar alle waarschijnlijkheid is het in de eerste helft van de 17e eeuw afgebroken. I. V.

Naschrift van ide Bedacfe. Het is waarschijnlijk dat de schrijver van het zo juist verschenen boek: Simon Gieke, ,,De ketter van Scherpenisse" ook op dit kasteel te Poortvliet zinspeelt. Men leze daarover het tweede deel van dit werk.

Abonneert U nu op „EILANDEN-NIEUWS" ƒ 1.50 per 3 maanden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 oktober 1950

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

Van onze Lezzers: Een kasteel te poortvliet

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 oktober 1950

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's