Late Lentet
„Moeder, tob daar toch niet meer over," smeekt zij. „Ik heb het u al lang vergeven... ik moet u mijn zonde tegenover u ook belijden; zonde van liefdeloosheid, van verwaarlozing' van kinderplicht... En de Heere, dat is het voor naamste, moeder, wil ons ook vergeven."
„Marie, wil je mij vergeven?" De zieke steekt haar magere hand uit, die Marie met graagte vat. Zij doet nog meer. Zij staat op, buigt zich over haar moeder en kust haar. „God is mijn getuige, moeder. Ik ver
„God is mijn getuige, moeder. Ik vergeef u alles. Ik zelf ga ook niet vrijuit."
„Dat moet je niet zeggen. Ik was het alleen. Maar ik ben zo dankbaar, dat nu alles goed is tussen ons."
„Gode zij dank wel, moeder. Zullen we nu Hem om vergeving vragen?" „Ja, ja," is het gretige antwoord. Marie Ireeft nog nooit hardop gebeden. Zij hakkelt dan ook. Maar de woorden komen rechtstreeks uit haar hart, waarin volkomen vrede daalt. Het is een heilig ogenblik, dat niet onder woorden te brengen is.
Wel een uur lang is het daarna stil. Moeder Saalmink beweegt zich niet. En Marie durft niets te zeggen. Vindt het ook beter, het niet te doen. Moeder moet met God in het reine komen. Dan kan zij sterven.
„Marie?" ,,Ja, moeder." „De bijbel." „Zal ik voorlezen, moeder?" „Ja, graag." En Marie bladert in een bijbeltje, dat
En Marie bladert in een bijbeltje, dat in de buurt ligt en leest met zachte stem verschillende gedeelten voor, die naar haar mening, toepasselijk zijn.
.Dan valt moeder in een lichte sluimering. Marie verlaat het vertrek, om zich even te vertreden, anders zou ze door de slaap overmand worden.
Als zij terugkeert, wordt haar moeder wakker en ziet haar aan. De wilde blik is geheel verdwenen. „Het wordt licht,. Marie."
„Het wordt licht,. Marie." De bedoeling van die opmerking dringt niet direct tot Marie door.
„Neen, moeder, het is nog nacht, hoor." ,,Neen, neen, het is licht..."
,,Neen, neen, het is licht..." „Heerlijk is dat, moeder" — nu begrijpt Marie — „God verhoort de gebeden."
Het verdere gedeelte van de nacht verloopt in de grootste rust. De zieke valt van de ene sluimering in de andere.
Al vroeg verneemt Marie gestommel, voor haar, als boerderijmens, niets bizonders: Evert staat op. Een kwartier later komt hij behoedzaam binnen. ,,Hoe gaat het?" fluistert hij.
,,Heel rustig. We hebben nu en dan wat gepraat." Marie heeft zich voorgenomen tegen nieinand bizonderheden van het gesprek te vertellen. „Moeder heeft wat geslapen." ,,Ben jij dat. Evert?"
,,Ha, moeder, Hoe gaat het?" „'t Gaat wel. Ik voel me wat beter. En de Heere wil mijn zonden vergeven."
„Ja, moeder, dat wil Hij altijd, als wij oprecht om vergeving vragen." Hij wisselt met Marie een blik van verstandhouding.
Reeds om negen uur arriveert de dokter met zijn wagen en onderzoekt de zieke, in tegenwoordigheid van Marie. Als het onderzoek afgelopen is, wenkt hij haar naar het ander vertrek en zegt, terwijl Evert en diens vrouw er ook bij zijn: „Ik weet het niet, mensen. Dit is óf een laatste opflikkering óf een klein begin van herstel. Het oudje is stukken beter dan gister, dat staat vast. Ik sta er verbaasd van. Misschien kom ik tegen de avond nog eens kijken." Ook dominee Semplonius, die in loop van de morgen komt, keert de met een blij gezicht uit het ziekenvertrek terug.
„Het wonder van God ia geschied" zegt hij. ,,De duivel heeft zijn spel met haar verloren."
Inderdaad is er een wonder geschied. De dokter heeft vrouw Saalmink nog twee dagen leven gegeven. Maar de werkelijkheid is, dat Marie, een week na haar komst, weer naar Oesburg terugkeert, zij kan ook niet langer blijven, met de vrijwel zekere wetenschap, dat herstel is ingetreden. En Evert kan haar, na enkele weken, berichten, dat moeder weer óp is en mot de dag aansterkt.
Moeder Saalmink sterft dan niet. Er sterft wel een ander, heel ver weg. Maar daar heeft Marie geen kennis van. Zij weet niet, dat bij de familie in Zwolle en in het Achterhoekse met onstellende bericht binnenkomt, dat Sanne, na een heftige, kortstondige ziekte, overleden is. Het is dan midzomer 1938.
Marie gaat, zoveel haar mogelijk is, naar de ouderlijke woning, soms maar voor een enkel uur. De verhouding' tot moeder is uitstekend. Zy verstaan elkaar volkomen. Moeder lijkt wel een nieuw mens geworden, Gods Geest heeft krachtdadig' gewerkt. Het is algeheel vrede. In de wereld is het geen vrede. Br
In de wereld is het geen vrede. Br gebeuren schokkende dingen. Duitsland palmt Oostenrijk in; overheerst Tsje choSlowakije; heeft oen gespannen verhouding met Polen, wat, als de bom barst, oorlog' met Frankrijk en Engeland betekent.
Onlanks allerlei pogingen, om de wereldvrede te bewaren, barst de bom en rukken de Duitse troepen Polen binnen. De tweede wereldoorlog is begonnen Polen wordt onder de voet gelopen. In het Westen gebeurt er voorlopig heel weinig. Tot Denemarken en Noorwegen verraderlijk worden overvallen en bezet.
Het is even na die gemene daad van de Duitsers, dat Marie weer een verontrustend bericht van Evert ontvangt: moeder is erg ziek. Zij snelt re heen en als zij vertrekt neemt zij afscheid. Van dit ziekbed staat moeder niet meor op. Op de 7de Mei, in de morgen, komt
Op de 7de Mei, in de morgen, komt op „Ysselzicht" hot telegram: ,,moeder vannacht overleden. Begrafenis Vrijdag." Op Vrijdag 10 Mei 1940 wordt moe
Op Vrijdag 10 Mei 1940 wordt moeder Saalmink begraven. De kleine stoet moet bij de hoofdweg wel een half uur stilstaan en wachten. Want de Duitse formaties rukken verder ons land binnen: een onafzienbare colonne van tanks, auto's vol zingende soldaten, fouragewagens... er komt geen eind aan.
Nederland is in oorlog met Duitsland. De strijd is in de vroege morgenuren begonnen. Daarover is in de familie moer ontzettting dan over de dood van moeder Saalmink, die immers nu de eeuwige vrede geniet?
HOOFDSTUK XV. Na een korte nacht komt in stralende luister de zon van achter de bergen te voorschijn. En nauwelijks een half uur later baden de bouwlanden en prairicén van Granum in de rosse gloed van de dagvorstin, die haar zengende stralen de ganse dag zal neerzenden. Want het is volop zomer. Dat betekent warmte. Wat! Hitte! Je loopt de kans, dat het over een paar weken vriest. Dat is nu eenmaal de tegenstelling hier: verzengende hitte en even later strenge nachtvorsten.
Als je de lange, brede betonweg, wa?v reeds een druk verkeer is, al is het nog vroeg in de morgen, afziet en je hellt een weinig verbeelding, dan zie je in gedachten het stadje Granum liggen. In gedachten in werkelijkheid is liet een behoorlijk eind weg. Van die grote verkeersweg gaat ei
Van die grote verkeersweg gaat eigens een zijweg de prairie in. Als je van dät punt met de car (auto) drie Engelse mijlen rijdt, duikt een flinke farm op, omringd door golvende korenvelden, hoofdzakelijk beste tarwe. 'Wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 november 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 november 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's