Bij Griep en Kou helpt DAMPO trouw
Rondom de Landbouwschool
Er gaat geen voorjaar voorbij, of we zien tijdens het aardappelpoten hier en daar iemand op het land bezig met het snijden van pootgoed. Wanneer we op het verkeerde daarvan wijzen, is iedereen het met ons eens, doch als verontschuldiging wordt meestal opgemerkt: Ja, het is verkeerd, maar we komen v\?at pootgoed te kort. Wanneer evenwel een paar ,,meedjes" met op het land gesneden pootgoed, worden gelegd, dan blijkt hieruit duidelijk, dat de berekening van de benodigde hoeveelheid pootgoed weer zeer nonchalant is gebeurd. ledere boer weet hoeveel oppervlakte hij met aardappelen wil bepoten. Hij kent de rijenafstand, en weet op welke afstand in de rij hij de aardappelen gepoot wil hebben m.a.w. hij kan dus berekenen hoeveel planten er op de ha komen, en weet tegelijkertijd hoeveel poters hij per bunder nodig heeft.
De pootaardappelen liggen natuurlijk in kistjes. Even een kistje geteld en we weten hoeveel kistjes we nodig hebben. Wanneer we dit aantal dan iets te ruim nemen, weten we zeker, dat we, als het poten is begonnen, geen aardappelen te kort komen, en we behoeven geen verkeerde dingen, hetgeen het snijden vlak voor het poten te allen tijde is — te doen. De meeste landbouwers houden daarom liever een kistje pootgoed over, dan dat ze er een te kort komen.
't Snijden van pootgoed mag eigenlijk slechts dan voorkomen, wanneer we alleen de beschikking hebben over te groot pootgoed, zodat we wel gedwongen worden elke aardappel in tweeën te snijden. Over het algemeen beschouwen we dit snijden als een noodmaatregel en is het beter hele knollen van een kleinere maat te gebruiken. De waarde van een goed gesneden, goed bewaarde halve poter is echter gelijk aan een hele poter van hetzelfde gewicht.
Dit snijden moet gebeuren minstens vier weken, voordat de aardappelen worden gepoot. De bedoeling hiervan is, dat zich op de snijvlakken een kurklaagje vormt, waardoor het rotten wordt voorkomen. De beide helften blij ven aan het naveleind met een klein stukje aan elkaar vastzitten. We zetten nl. het mes in het topeind van de aardappel, waardoor we in staat zijn, het aantal ogen op dit eind juist te verdelen. Het gebruik van een dun, vlijmscherp mes verdient aanbeveling, omdat dit minder grote wonden maakt, en we niet de kans lopen, dat de beide helften tijdens het snijden van elkaar breken, hetgeen, bij gebruik van een mes met dikke rug, niet tot de onmogelijkheden behoort. De aldus bijna door gesneden aardappelen worden bij voorkeur in een frisse ruime bewaard om rotting te voorkomen. Eerst bij het poten worden de twee helften van elkaar gebroken. Bij zeer ongunstig weer komt het wel eens voor, dat bij deze breuk de pootaardappel gaat rotten, een reden te meer, om te zorgen, dat deze breuk bij het naveleind komt.
Aanbeveling verdierf het, reeds nu het pootgoed te snijden — echter niet bij vorst. Sommige aardappelrassen, zoals Alpha en Bintje staan bekend, dat Ze het snijden heel slecht verdragen. Wanneer dit echter tijdig en goed gebeurt en het gesneden pootgoed wordt droog bewaard, dan kunnen ook Alpha en Bintje — indien nodig — met succes worden gesneden.
Overal griep
GENèVE. — De wereldgezondheidsorganisatie te Geneve deelt mee, dat de griepepidemieën uit Zweden en Noord- Spanje elkaar thans in Frankrijk schijnen te ontmoeten. Er zijn voorts griepgevallen geconstateerd in Japan en op de Hawaii-eilanden, terwijl de ziekte ook in Canada en de Verenigde Staten is verschenen.
Het nut van de preventieve vaccinatie acht de wereldgezondheidsorganisatie „beperkt." De moeilijkheid is om gedurende een epidemie het geschikte vaccine in voldoende hoeveelheden te bereiden.
Het Franse departement van gezondheid deelt mee, dat de epidemie in hevigheid afneemt. Men neemt aan, dat de grote griepepidemie van 1948—'49 de Franse bevolking een zekere mate van immuniteit heeft gegeven. Intussen heerst de ziekte nu ook in Ierland, vooral in Ulster. In Belfast zijn 34 mensen aan griep overleden, bovendien nog 24 aan longontsteking. In Dublin zijn talrijke scholen gesloten.
Een honderdjarige loco motief reed naar londen
Ruim honderd jaar geleden werd in Frankrijk door een vereniging van Engelse ingenieurs een sneltrein-locomotief gebouwd. Dit was de Budicum 2-2-2, die meer dan zestig jaar lang over alle rails van Frankrijk, Italië en Spanje zou rijden.
Ter viering van de honderdste verjaardag van deze grootvader, hebben de organisatoren van het Festival van Groot-Brittanië en de Franse Spoorwegen een Inderdaad zeer originele reis bedacht die door een echte Budicom werd ondernomen die speciaal voor dit doel uit zijn museum te voorschijn weid gehaald. Deze oude locomotief met zijn fabrieks-schoorsteen en typische, opnieuw opgepoetste stoomdom, is op 5 Januari op eigen kracht naar Engeland vertrokken. Zij is aan boord van de ferry-boot scheepgegaan en heeft in Dover vrolijk de weg naar Londen genomen, welke drie kwart eeuw lang zoveel van dezelfde machines heeft zien voorbijstomen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 januari 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 januari 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's