Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Late Lente

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Late Lente

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uiteraard weten zij precies, hoe de zaken in Europa staan. Op een oortje na is de oorlog gelikwideerd en ligt Duitsland te zieltogen. , Charles is weggehold en keert enke

, Charles is weggehold en keert enkele minuten later met vader terug. Gretig grijpt John Stelmaker naar het schrijven, scheurt de enveloppe open en leest datum en opschrift. Je kunt wel zien, dat de oorlog op een eind loopt: John schrijft er eenvoudig „Oesburg" boven en dan de datum. ..Oesburg", zegt John met een bizon

..Oesburg", zegt John met een bizondere klank. Hij liefkoost dat woord als het ware: „Die kwajongen zit in Oesburg! En wat gaat die post toch vlug! Zeven jagen geleden geschreven." Och ja, snelle vliegtuigen brengen de post der soldaten naar Engeland en vandaar, weer per vliegtuig, rechtstreeks naar Canada. De dienst is perfect in orde.

„Toe, vader, lees nu", smeekt Bertha.

„Ja, ja, maar liefst vier zijdjes, dicht beschreven. Daar moet ik eens ivoor gaan zitten."

En dan leest Jan Stelmaker hardop. John vertelt, dat hij in de Gelderse Achterhoek is beland. Er is nog even hevig gevochten. Oesburg, „vader zal er wel eens geweest zijn." ligt voor een deel in puin. Vooral de toren en de kerk hebben veel geleden. De troepen zijn weer (verder getrokken, naar Zutfen, Deventer, Zwolle. Maar in Oesburg is voorlopig een klein garnizoen achtergebleven en daar is hij ook bij.

Met groot enthousiasme zijn de bevrijders ingehaald. Dat heeft hij nergens zó meegemaakt, noch in Italië, noch in Frankrijk, ook niet in België, „'t Is heus wäär, men vloog ons gewoon om de hals, de meisjes voorop. Wie weet, misschien kom ik wel met een Gelders meisje naar Canada terug!"

Nog verschillende bijzonderheden vertelt hij van de blijdschap der bevolking, die ATijf jaar geknecht is door de Duitsers.

,,En, vader, nu moet u eens horen. Op de eerste dag, dat wij er waren, reed ik patrouille, om de omgeving van Duitsers te zuiveren. En toen kwamen we niet een carrier op een farm, die heet: „Ysselzicht". Daar was een vriendelijke aardige vrouw. Ik dacht, dat zij de boerin was, maar later bleek van niet. Ik was de enige, die met de bewoners van de farm praten kon. Opeens vroeg die vrouw: ,.Wie ben jij?" Bn toen IK het had gezegd, zeide zij: „Dat dacht iU wel, je lijkt sprekend op je vader, die heb ik heel goed gekend." „Wat leuk!" valt Bertha de voorlezer

„Wat leuk!" valt Bertha de voorlezer in de rede. ,,Stil nu!" roept Alice. John Stelmaker gaat verder, zich nog niet bewust van wat er verder komen zal.

,,Die vrouw heet Marie Saalmink, misschien herinnert vader haar zich wel. Zij heeft gezegd, dat ik u de hartelijke groeten moest doen, als ik weer thuis kwam. Dat doe ik nu vast maar in de brief. Ik ben 's avonds alleen naar die farm gegaan en later nog verschilden malen. Het is er zo gezellig. Die vrouw is heel aardig, ik zou bijna zeggen, lief. Op die farm wonen twee ongetrouwde broers en een zieke zuster. Die Marie Saalmink is er hoofd van de huishouding. Zij is nooit getrouwd geweest." John Stelmaker, die niet meer vast

John Stelmaker, die niet meer vast leest, houdt e(ven op en staart het raam uit. Dan hervindt hij zichzelf en gaat weer verder.

„Zij heeft moeder ook gekend, maar niet zo goed als u. En ook grootmoeder Everts eö oom Piet. En dan, vader, vertelde zij, dat opa in Zwolle overleden is, een paar jaar geleden. Zij had het in een courant gelezen. Dat weet u zeker nog niet?"

,,Dat hebben wij hem toch geschreven?" zei Bertha.

„Er zijn immers een paar brieven van ons niet terecht gekomen," merkt Ali ce op." Dat is dan een van die brieven geweest."

Jan Stelmaker is blij met deze interrupties. Dan kan hij tot zichzelf komen. Want dit schrijven ontroert hem diep: John, die Marie Saalmink ontmoet en haar geregeld spreekt! Wat kan het vreemd lopen in de wereld. Uit de brief blijkt niet, dat Marie John op de hoogte gebracht heeft van de omstandigheid waaronder zij zrjn vader goed gekend heeft. Hij verwacht, dat zij dat niet heeft gedaan. „Kom, ivader, is de brief uit?"

„Kom, ivader, is de brief uit?" „Neen, neen. Maar jullie kletsen er door heen. Ik ga verder." „Gister ben ik met de carrier naar

„Gister ben ik met de carrier naar Doekum gereden. Na wat vragen kwam ik terecht bij oom Piet. Ze keken natuurlijk heel verbaasd, dat daar een Canadees soldaat moederziel alleen kwam opzetten en nóg gekker, toen ik Hollands bleek te kennen. Maar stom verbaasd waren zij, toen ik mij bekend maakte, dat kunt u wel begrijpen. Ik ben er enkele uren geweest en heb er veel vernomen. Ik zal nu nog proberen, de andere oom en tantes van moeders kant te bezoeken, maar ze wonen nog al uit elkaar. En ja, dan moet ik toch trachten, in Zwolle te komen. Zouden er daar nog wonen, nu opa Stelmaker overleden is? t)ie Marie Saalmink wist niets van hen af. Zij heeft oom Maarten en de tantes wel gekend, hoe, dat weet ik niet..."

„Juist", denkt Jan, „zij heeft hem niets Verteld. Dat is fijn gevoelig. Dat was zij trouwens vroeger ook al."

John vertelt dan nog enkele bijzonderheden van wat Marie Saalmink heeft meegedeeld en van de boerderij „Ysselzicht", die ongeveer een half uur van Oesburg ligt. En hij besluit zijn brief: „U bemerkt, dat ik heel wat heb meegemaakt hier. Wat ben ik blij, in Holland te zijn! Het is een goed land. Maar er is hier heel wat honger geleden, voor al de afgelopen winter. Op de farms ging het wel, maar in de steden, speciaal in het Westen, is de toestand heel erg geweest. Ook is er ontzettend veel vernield. Wat is oorlog toch verschrikkelijk! Maar nu zal die wel gauw voorbij zijn. En dan hoop ik maar, dat ik zo spoedig mogelijk naar huis kan komen, al zou dat nog wel even duren. Gelukkig, ben ik er goed afgekomen. Natuurlijk kan er nog wel iets gebeuren, maar zoals wij het nu zien, kom ik straks gezond en wel weer thuis. Heel wat wereldwijzer geworden, veel gezien en meegemaakt. Vreselijke dingen ook. Maar God heb ik niet uit het oog verloren, vader. Zonder Hem zijn en kunnen wij niets. Met de hartelijke groeten aan Bertha, Alice en Charles en tot ziens, hopen wij van spoedig. Ik zal proberen, elke week een brief met belevenissen uit Holland te schreven, maar ik denk niet, dat we lang in Gelderland zullen blijv««".

„Ziezo, dat weten we weer", zegt Jan Stelmaker, geforceerd opgewekt: hij moet over zijn diepe ontroering heen komen.

„En nu maar gauw aan tafel',, meent Bertha, de daad bij het woord voegend.

Jan Stelmaker vouwt de handen en gaat voor in gebed. Het is meer danken dan bidden. Danken voor de brief, die zo juist gekomen is. Danken voor het behoud van John, die, naar het zich laat aanzien, ongedeerd zal terugkeren, ongedeerd naar het lichaam, maar vooral ongeschonden naar de ziel. Onder het eten praten de meisjes Ojver

Onder het eten praten de meisjes Ojver de inhoud van de lange brief. John heeft zichzelf overtroffen met het schrijven van zo'n uitvoerig epistel. En dat die nu in Holland is! Jan Stelmaker hoort waarover zij

Jan Stelmaker hoort waarover zij spreken, maar tot hem doordringen doet het niet. Hij is diep in gedachten. „Vader!"

„Ja, ja, wat is er?" schrikt hij uit zijn gepeins op. Een helder gelacht klinkt op.

Een helder gelacht klinkt op. „Ik geloof, dat vader zit te slapen',, zegt Alice, „'k Heb u tweemaal wat gevraagd en u geeft geen antwoord." „Zo... ja. ik zit met mijn gedachten bij, John, ik wil het eerlijk bekennen. Ik zie hem daar over de wegen |van de Achterhoek rijden met z'n carrier. Wat vroeg je, kind?" (Wordt vervolgd.)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 januari 1951

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

Late Lente

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 januari 1951

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's