Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het practisch effect van het product ,,Vevoron" voor het afmesten van rundvee

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het practisch effect van het product ,,Vevoron" voor het afmesten van rundvee

Verslag van een uitgebreide practijkproef

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De secretaris van de Werkgroep Endocrinologisch Onderzoek Landbouwhuis dieren T.N.O. schrijft ons over dit onderwerp als volgt:

In het Landbouwkundig Tijdschirft van December 1949 hebben PRENS en HIRSCHPELD verslag mtgebracht over het resultaat van oriënterende onderzoekingen betreffende het effect van methylthiouracil (toegediend in de vorm van „Vevoron") op het afmesten van rundvee. Hoewel b^j de proeven te Hoorn positieve groei- en slachtresultaten werden verkregen, luidde toch de slotconclusie van FRENS, dat „van de toepassing van methylthiouracil bij het mesten van koeien geen practische voordelen zijn te verwachten." Volgens HIRSCH­ FELD had de toepassing van methylthiouracil slechts een geringe gewichtstoename en classificatieverbetering ten gevolge.

De2M onderzoekingen droegen evenwel een oriënterend karakter. Zij werden met een gering aantal proefdieren (telkens 8 in iedere proef) verricht. Vandaar, dat van verschillende zijden de wenselijkheid naar voren werd gebracht de proef te herhalen met een aanzienlijk groter aantaJ proefdieren en wederom onder Somstandigheden, dïe de pract^k zo dicht mogeliyk benaderen. Deze proef heeft inmiddels plaats gevonden, zodat wtj thans tegemoet kunnen komen aan veler wens om iets over de resultaten mede te delen.

De proef geschiedde onder toezicht van een daartoe in het leven geroepen werkcommissie, waarin zitting hadden: Ir H. Verschuyl, Th. Cuiper, Dr E. F. Drion, Prof. Dr J. J. Duyvené de'Wit, A. M. Frens, Dr P. C, Hart, Dr W. K. Hirschfeld en Prof. Dr G. M. van der Plank.

Het onderzoek vond plaats van 27 Februari tot 27/28 April 1950 op het bedrijf van de firma C. S. van Beuningen te Maarsbergen, onder voortdurende controle van een veterinaire assistent van het Zoötechnisch Instituut der Rijksuniversiteit te Utrecht en een tech nisch ambtenaar van het Rtjkslandbouwproefstation te Hoorn.

In de proef waren 56 koeien, benevens enige reserve koeien, betrokken. Het vee werd ingedeeld in een proef- en controlegroep van ieder 28 koeien. De vóórperiode duurde drie weken. Daarop volgde de proefperiode van vijf weken, gedurende welke Vevoron aan de proefkoeien werd toegediend. De dieren werden vóór en na het afmesten levend geclassificeerd volgens de methode, welke werd gebruikt door het Bedrijfschap voor Vee en Vlees bij de overname van slachtvee, en bovendien volgens het nieuwe door de heer Th. CJuiper ten behoeve van slachtveetentoonstellingen ontvrikkelde systeem. Het vee werd wekelijks individueel gewogen. Er werd een eiwitarm, zetmeelrijk voeder verstrekt, rijk

een. Daar zal men ook op moeten letten, dat oudere lammeren niet zuigen bg een schaap, dat pas gelamd heeft. Een goede gewoonte is overtollige biestmelk aan de moeder terug te geven. Toch verheugen we ons er over, dat niet alle veehouders alle biestmelk, die ze te veel hebben aan de koe teruggegeven. Was dat zo, dan zouden wij niet kunnen verklaren, dat biestmelk ook voor de mens een ware tractatie kan zijn. aan ingekuilde gestoomde aardappelen. Het krachtvoeder werd in individueel afgewogen porties verstrekt.

De dieren werden op twee achtereenvolgende dagen op het abattoir te Utrecht geslacht, waarna wederom classificatie en weging van warm en koud slachtgewicht plaats vonden. De resultaten waren als volgt:

1. De verdeling van de koeien over Vevoron- en controlegroep had twee gelijkwaardige groepen opgeleverd; aan het begin der proefperiode bedroeg het gemiddelde gewicht in de Vevorongroep 570 kg, in de controlegroep 571 kg. Gedurende de proefperiode zijn echter bij twee koeien uit de controlegroep uierontstekingen opgetreden, die zo ernstig waren, dat zij de gemiddelde groeiresultaten van de controlegroep hebben gedrukt.

2. Het voederverbruik gedurende de proefperiode was voor beide groepen practisch gelijk.

3. Aan het einde der proefperiode bestond er een duidelijk gewichtsverschil ten gunste van de Vevorongroep; het gemiddelde gewicht van de Vevorongroep bedroeg 614 kg; dat van de controlegroep 596 kg.

Na het slachten: 4. Er was geen wezenlijk verschil tussen de beide groepen in de gewichten van zoom, nazoom, kransvet en niervet, noch tussen de totale gewichten dezer vette delen.

5. De levers van de Vevorongroep waren gemiddeld 1,4 kg zwaarder dan die van de controlegroep.

6. Het verschil tussen het koud slachtgewicht der beide groepen, gecorrigeerd voor gelijk begingewicht, bedroeg 15,2 kg ten voordele van de Vevorongroep; het ongecorrigeerde gemiddelde koud slachtgewicht der Vevorongroep bedroeg 313,1 kg, dat van de controlegroep 298,5 kg. Laat men beide zieke koeien uit de controlegroep weg, dan bedraagt het gemiddelde koud slachtgewicht van de controlegroep 300,2 kg.

7. Het gewichtsverlies tijdens het vasten vóór het slachten was 6,6 kg lager bg de Vevorongroep (gewichtsverlies Vevorongroep 24,7 kg, dat der controlegroep 31,3 kg.) Het gewicht van de magen plus inhoud en dat van de magen en darmen plus inhoud was respectieve- Igk 10,6 kg en 10,9 kg hoger bij de Vevorongroep. Het gewicht van magen en darmen plus inhoud bedroeg bij de Vevorongroep 109,3 kg, bij de controlegroep 98,4 kg.

8. Tussen de groepsgemiddelen van het vocht- en vetgehalte van lende-, schenkel- en buikvlees konden geen wezenlijke verschillen worden vastgesteld.

9. Ook bepalingen van het vochtgehalte van het onderhuidse vet en het vetgehalte van het onderhuidse vet, het omentum (het zgn. losse vet) en het niervet leverden geen wezenlijke verschillen op.

10. Bij de taxatie van Vevoron- en controlekoeien (zowel levend als geslacht) bleek het niet mogelgk de Vevorondieren positief van de controledieren te onderkennen.

11. Het vlees, afkomstig van de Vevoronkoeien, was enigszins zachter en slapper dan dat der controlekoeien, maar de kwaliteit ervan was mals. Ook voor de worstbereiding bleek het volkomen geschikt.

12. Het aanzien van de geslachte dieren was zowel bij de met Vevoron gemeste koeien als bij de controlekoeien zeer gunstig: vlees en vet waren mooi van kleur.

13. Vergelijking tussen het gesmolten vet van controle- en Vevoronkoeien gaf geen verschil in watergehalte of smaak.

Op grond van het bovenstaande kwam de werkcommissie tot de conclusie, dat volgens deze proef Vevoron het levend slachtgewicht, het koud slachtgewicht en het gewicht van de lever heeft verhoogd.

Enige beïnvloeding van de hoeveelheid los vet en het water- en vetgehalte van het vlees door Vevoron kon niet worden aangetoond.

Er waren geen aanwijzingen, dat de Vevorontoediening tot een noemenswaardige kwaliteitsverandering heeft geleid.

Zonciagsdiensten Artsen.

Van Zaterdag 10 Februari v.m. 12 uiuir t,m. Maandag 12 Februari v.m. 9 uair

Middelharms-Sonunelsd^jk: Afwezig de artsen P. Knöps, C. F. Arends en J. J. Wieringa. Voor spoedgevallen Tj. Kuipers, arts, Telef, 240, Sommelsdijk.

Diiteslamd-Herldngen-MeUssant: Afwezig dr P. Boot. Voor spoedgevallen G. Huisman, arts, Telef. 1512, Melissant en B. Elvé, arts, Telef. 262, Dirksland.

Oost FlaWsee: Afwezig de artsen E. Eouman, G. J. Buth en P. C. J. Voogd. Voor spoedgevallen C. W. Kramers, arts, Telef. 42, Ooltgensplaat en P. J. de Man, Telef. 20, Nieuwe Tonge. arts,

Export van 800.000 varkens naar Engeland

Dezer dagen zal — naar mag worden verwacht — een contract met Engeland worden afgesloten tot levering in 1951 van 35.000 ton bacon aan dat land. Het vorige jaar bedroeg deze hoeveelheid 25.000 ton, waarvan echter 4000 ton niet kon worden geleverd, zodat de leverings verplichting dit jaar 39.000 ton bedraagt Voor de baconbereiding zullen in 1951 dan ook ca. 800.000 varkens moeten worden geslacht.

De minister van Landbouw. Visserij en Voedselvoorziening heeft de basisprijs van bacon voor de boer met ƒ 0.20 per kg geslacht geviricht — tengevolge van de gestegen kosten van de varkenshouderij — verhoogd en voor 1951 vastgesteld op ƒ 2.06. Nu de afzetmogelijkheden voor vlees gunstig zijn, lijkt een verdere uitbreiding van de varkensstapel alleszins verantwoord.

De toewijzingen vaai varkensvoer zullen in verband met de betrekkeltjk gunstige voorraadpositie, voor bepaalde bedreven iets kunnen worden verhoogd,

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 februari 1951

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

Het practisch effect van het product ,,Vevoron

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 februari 1951

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's