Onze Eeuw
De twintigste eeuw is de eeuw der natuurwetenschappen. Vooral in deze eeuw, en ook in de tweede helft der vorige, zijn de mensen er in geslaagd, diep in de geheimenissen der natuur door te dringen en aldus opzienbarende ontdekkingen te doen.
Zie maar om ons heen! Wat heeft de techniek een hoge vlucht genomen! Alles is tegenwoordig gemoderniseerd: bijna iedereen, die maar een veer van zich af kan blazen, rijdt tegenwoordig in een auto, of op zijn allerminst op een motorrijwiel of een bromfiets. De huisvrouwen hebben hun stofzuigers, hun wasmachines enz. Om kort te gaan, iedereen profiteert in het dagelijks leven van de techniek.
Ja, het menselijk vernuft vermag veel. Gelijk de vogels door het luchtruim zweven, doet de mens dit in zijn vliegmachine; gelijk de vissen is hij in zijn onderzeeërs meester van de zee. Waterkracht, zoals bij watervallen, weet hij om te zetten in electriciteit; met windkracht drijft hij de molens aan. Uit de schoot der aarde ontrooft hij de delfstoffen en wendt ze aan ten eigen bate. Ja, alles wat de aarde biedt en in zich heeft, probeert hö productief te maken. Maar toch heeft dit alles ook zijn nadelen.
Door de voortdurende mechanisatie der wereld is de rust, de bezadigdheid verdwenen. „Alles moet vlug gebeuren, want de tijden eisen het van ons," zegt men. Men jaagt van het ene einde naar het andere, men sloopt zijn zenuwgestel en nog gaat het meestal niet gauw genoeg. Zo gaat alles te gronde; het gezinsleven, het huiselijke van vroeger, wordt aan stukken geslagen, want het leven, de wereld eist alles op.
En wat biedt deze wereld? Een zee van ongeloof en ontkerstening, want hoe verder het wetenschappelijk denken voort schrijdt, hoe verder men van de godsdienst afwijft. De meeste geleerden zijn van mening, dat ze met hun grote verstand God wel missen kunnen, dat ze het zelf wel af kunnen, maar toch zal men, hetzij vroeg of laat, leren inzien, dat er nog een God is, die machtiger is dan de wereld.
Daarom is ook voor de beoefenaars der wetenschap kracht en steun van Boven zo van node. Om een voorbeeld te noemen: een ieder, die in aanraking komt met de zogenaamde kernphysica, zal de schrik om het hart slaan, wanneer hij zich eens rekenschap geeft van de grote hoeveelheden energie, die er vrij kunnen komen bij de atoomsplitsing en tot gevolg hebben, dat hele landstreken binnen de seconde ontvolkt worden. Zo kunnen we nog meer noemen, dat de wetenschap ons openbaarde. En werd dat nu maar tot heil van de mensheid aangewend, dan zou dit alles tot grote zegen voor land en volk strekken. Maar de grootmachten der wereld staan tegen elkaar op en met behulp der wetenschap zinnen ze op middelen, om elkaar het bloedigst te treffen.
De t\jden zijn zwaar en donker. De nacht valt over de aarde, financieel, politiek en geestelijk. En aan de Oostelijke einder zweeft een grote, zwarte roofvogel door de hemelruimte, om straks plotseling over de wereld neer te dalen en ons met zijn grauwe vlekken te bedekken. Moge er daarom nog eens een krachtig gebed uit ons aller harten opstijgen tot God om het behoud van ons volk en vooral om het behoud van onze onsterfelijke ziel. Misschien dat het de Heere dan nog eens behaagde ons gebed te verhoren', niet om onzent wille, maar terwille van Zyn eniggeboren Zoon, Jezus Christus. •ff ^ > D. (HV. E.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 maart 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's