De ontredderde jeugd van dezen tijd
Een lezing over Jeugdopvoeding
In een daartoe belegde vergadering door de „Stichting voor Maatschappelijk werk Middelharnis—Sommelsdijk", op Donderdag 15 Maart jl. in Hotel Spee te Sommelsdijk, trad als spreker op de heer H. J. Tamsma, secretaris van de sectie „Massajeugd" van de Synodale Commissie „De Hervormde Jeugdzorg" te Amsterdam met het onderwerp: „Jeugdopvoeding in en buiten het gezin". Er was een grote opkomst
Bui'gemeester Bijnders
van Middelharnis heette de vele aanwezigen welkom, in het bijzonder de spreker de heer Tamsma. Spr. zeide o.m. in zijn openingswoord, dat het de eerste keer was, dat de Stichting in het openbaar naar buiten trad en zette het doel van deze Stichting die in 194:8 is opgericht is, en waarin verschillende instanties (ook kerkelijke) zitting hebben, uiteen. De voorz. wees er op, dat er een allerprettigste samenwerking was, ook met de maatschappelijke werksters. Eerst was dit mej. Gootjes en thans mej. den Ouden.
Los van kerk of politiek wordt door de sociale werkster maatschappelijke hulp verleend, in alle gezinnen waar het nodig is. De Stichting komt met vele proble
De Stichting komt met vele problemen in aanraking, ook met het probleem van de Jeugd. In verband daarmee is besloten enige avonden te organiseren, om over dit Jeugdvraagstuk te spreken. De heer Tamsma is daarvan de eerste, die spr. het woord geeft om zijn visie daarover ten beste te geven.
De heer Tamsma ontpopte zich als iemand die in en buiten het gezin aan Jeugdopvoeding doet. Hij zeide hier te staan als huisvader en niet als iemand, die voor alle jeugdkwalen een oplossing weet. Hij staat ,,onder de wetgeving" en is geen kwakzalver, die voor alles een middeltje heeft.
In vogelvlucht liet spr. verschillende zaken passeren, om daarmede aan te tonen, hoe de geestesgesteldheid van de jeugd tegenwoordig is en wat er ter verbetering moet gedaan worden. Bij de jeugd had de laatste decennia een stuivertje wisselen plaats tussen idealisme en realisme. De laatste jaren is de jeugd dan weer eens oprukkend, dan weer terug houdend. Op geestelijk, zedelijk en sociaal economisch gebied en ook op veler lei ander terrein is de toestand veel veranderd. De statistiek kan ons op dit gebied
De statistiek kan ons op dit gebied ook iets leren. Een statisticus heeft nagegaan, dat in een tijdsbestek van plm. 1000 jaar (van Karel de Grote tot Napoleon) 120 millioen mensen leefden. Het volgende tijdstip dat werd genomen was 100 jaar (van Napoleon tot Churchill) was dit aantal gegroeid tot 460 millioen mensen. De tijdruimte is ééntiende kleiner en geeft aan, dat de aanwas 4 maal zo groot is.
In Nederland zelf zijn massacijfers te zien. In 1800 waren er 2.000.000 zielen; in 1900 4.500.000 en in 1350 10 millioen mensen. Rotterdam alleen is sinds 1800 vertwaalfvoudigd. Hier treedt een massavisering op, die massa's kinderen opleveren, waarop een groot tekort is aan persoonlijke aandacht. Deze massajeugd is niet gebonden
Deze massajeugd is niet gebonden aan millieu, intellect of levensbeschouwing, ze leven meest in de rijen van doelloze verwachting. Alleen is er gebleven een element van hunkering; ze willen zo gaarne vertrouwen, zo gaarne „het gesprek". Ze kunnen het wel niet vinden, maar ze zoeken er naar, bewust of onbewust. En wij als ouderen, aldus spr., zijn meer nieuwsgierig dan meelevend.
Goede onderwijzers b.v. zijn die, die niet alleen het lesrooster afwerken, maar ook contact met hun leerlingen houden. We zijn pas „leider" aldus spr., als we het gevoelselement van de jeugd kunnen leiden en volgen. Spr. beziet dan de jeugd in het gezin,
Spr. beziet dan de jeugd in het gezin, in de school en het clubleven en illustreert dit met voorbeelden. In zijn functie, die over heel Nederland verspreid ligt, heeft spr. opgemerkt dat men overal piekert naar „vrijetijdsbesteding". Daarbij valt het op, dat de jeugd telkens zoekt met de leiders en leidsters tot een ,,gesprek" te komen. Zij willen him problemen uiten en ongevraagd zoeken ze richting. Spr. noemt dit een prijzenswaardig element.
Een enquête
In Amerika is een enquête gehouden onder de jeugd, hoe zij over hun ouders denken. In Nederland heeft dit navolging gevonden. Van de vele antwoorden noemt spr. er tien, die we hieronder laten volgen.
1. Zij wensen dat de ouders oprecht zijn.
2. Dat zij evenveel liefde geven aan alle kinderen.
3. dat er een kameraadschappelijke geest in het gezin bestaat.
4. dat niet getwist wordt in het bijzijn van de kinderen.
5. dat in bijzijn van anderen geen straf wordt uitgedeeld.
6. dat hun vrienden gasten zullen zijn in het gezin.
7. dat zij met raad en daad bijgestaan wordea
8. dat hun illusies niet belachelijk wor den gemaakt.
9. dat de ouders tegen een grapje moeten kunnen.
10. dat de goede eigenschappen en de tekortkomingen niet met derden worden behandeld.
Spr. beziet een paar van die punten waarin hij de tekortkomingen van de ouders aanwijst.
Wat de school betreft heeft spr. die ervaring, dat de problemen op school altijd lopen over het leven thuis en de omgang met de andere sexe. •
Bij het club en verenigingsleven komt tot uiting, dat er van binnen uit altijd de hunkering leeft tot verbetering van het goede. Daarom beveelt spr. het club leven aan en wekt op dit op het eiland ook in te voeren. Wel is het nodig bij het Jeugd en heropvoedingswerk door te dringen tot de afkomst. Men moet weten hoe het gezin is, hoe de vaders en moeders zijn. Spr. hoopt tenslotte dat de leiders der Jeugd bekwaam mogen worden met wijsheid, en uitgerust mogen zijn met liefde, tact en geduld.
Hierna volgde een pauze, waarin een ingelijste ets van Goedereede onder de aanwezigen werd verloot. De winnares Mej. K. Vermaas Dd., gaf de ets spontaan aan de Stichting cadeau, om deze later nogmaals te verloten, waardoor de kas"zou kunnen worden versterkt.
Discussie
Op dit onderwerp volgde een levendige discussie. O.m. werd gevraagd of de jeugd uit de stad nu wel te vergelijken was met die van het platteland, waarop werd geantwoord, dat er wel verschil was, maar de laatste jaren, gezien de criminaliteit, toch een verschuiving merkbaar was. De wereldoorlog is daar mede de schuld van. Het Evangelie begint helaas te verschrompelen en het moreel is gezakt, aldus spreker. Een andere vraag (dhr Witvliet) in
Een andere vraag (dhr Witvliet) informeerde hoe de spr. nu de grondslag zag waar de jeugd in clubhuizen etc. zou worden opgevoed. Br is een bepaalde Godsdienstige inslag in het Plakkeese volk, ze zijn echter los geraakt van God en moeten, wil het goed zijn, worden teruggebracht. Aan deze vraag voegde de voorz. toe: „hoe activeren wij elkaar en hoe zien wij de taak van kerk en school t.o. de jeugd?" De spreker zeide in zijn antwoord,
De spreker zeide in zijn antwoord, dat er eerst moest worden geholpen en dan beinvloeden. Als hij de kring in de zaal beziet, dan is hij verheugd dat de meest heterogene personen aanwezig zijn, zodat er wel samenwerking verwacht kon worden. Naast Scheveningen is dit de tweede gemeente in Nederland. In Scheveningen bevindt zich een groot clubhuis met 14 lokalen waar R.K., Gereformeerd, Hervormd en neutralen in Stichtingsverband samenwerken. Dat zou hier ook kurmen. Wat met beïnvloeden" betreft, moeten degenen die menen dat het „van God uit" moet dit voorstaan, en de anderen vrijlaten. Als het „vanGoduit" primair is in een plaats, moet het hoofdkader daarin de leiding hebben.
Activeren betekent in dit geval „offers brengen." Daar kunnen zowel de school, de kerk, alsook particulieren aan medewerken. Het gaat er dan om, om tot daden te komen.
Nog werd een vraag gesteld over de opvoeding der ouders en wat daaraan gedaan werd, waarvan spr. meende, dat ouderavonden gunstig zouden werken. Daar zouden richtlijnen voor de opvoeding kunnen worden gegeven.
De heer N. V. d. Brugge wees er op, dat het onderwerp beperkter was gebleven dan voorgesteld. De grote waarde ziet hij in de principiële vorming het geven van een geestelijk ideaal. Hij meent, dat niet alle jeugd moet samensmelten, bv. niet die thans reeds in het verenigingsleven zijn opgenomen maar alleen de losgeslagen jongelui.
iDit is de heer Tamsma eens, de ouders spreken bovendien een woordje mee. Zou men daar alles in onder brengen, zou het averechts werken.
Een Jeugdtgebouw te Sommelsdijk
De voorzitter dankte de heer Tamsma voor zijn uiteenzetting en toelichtingen. Hij deed een beroep op de bevolking om de Stichting Maatschappelijk Werk finantieel en moreel te steunen. Een Jeugdgebouw is ook hier nodig.
Een Jeugdgebouw is ook hier nodig. Spr. wees op de honderden die Zaterdags en Zondags op de Westdijk slenteren en banaliteiten uithalen. Deze jeugd vraagt de aandacht van de gehele bevolking, kerken en scholen incluis. Door het Bestuur van het Weeshuis
Door het Bestuur van het Weeshuis te Sommelsdijk is het grote gebouw aan de Langeweg voor Jeugdgebouw beschikbaar gesteld. (De gemeenteraden van Middelharnis en Sommelsdijk hebben daarvoor een bedrag van plm. ƒ 15000.— beschikbaar gesteld. Dit is echter niet voldoende voor de inrichting. Beide overheidsorganen is spr. echter zeer dankbaar. Er zal een orgaan worden geschapen om dit gebouw te exploiteren, wat niet zal meevallen, gezien de vele groeperingen. Het Rijk betaald 30% in de kosten en Middelharnis en Sommelsdijk zal de andere 70% moeten betalen. Een Jeugdleider zal aan de top komen te staan, die daartoe opleiding heeft genoten. Tenslotte wekt spr. op de tentoon
Tenslotte wekt spr. op de tentoonstelling van de poppenverzameling van H.M. de Koningin te bezoeken, die 21 Maart zal worden geopend. Hier zullen ook schilderijen te zien zijn van Marius Richters en beeldhouw-werk van zijn zoon. De opbrengst komt ten goede voor de Stichting Maatschappelijk werk.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 maart 1951
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's