Schrammetje
M'n opperman, die een lid van 'n bakkersfamilie is, heeft eens naar de pen gegrepen om mijn journalistieke arbeid wat te helpen verlichten. Hij heeft een lang epistel geschreven, dat ik onmogelijk in z'n geheel op kan nemen, omdat ik dan bijna een halve pagina nodig zou hebben. Hij is begaan met het lot van z'n bakkersfamilie en onthult me, dat de bakkers tegenwoordig de wind niet in de zeilen hebben. De doorsnee broodeter heeft er geen notie van, met welke economische, sociale en maatschappelijke moeilijkheden de bakkers te kampen hebben. Er wordt over het algemeen gedacht, dat de bakkers goed verdienen aan ons volksvoedsel, doch bij nader inzien komt men er wel achter, dat zij slechts met moeite hun dagelijks brood bijeen scharrelen. De bakker van vandaag is ontevreden; hem drukt de sinds jaren lange de door de regering stelselmatig abnormaal laag gehouden prijs van het zgn. regeringsbrood. Deskundigen berekenen, flat de broodprijs in som mige delen van ons land lager ligt dan de kostprijs. Herhaaldelijk is bij de minister aangedrongen aan deze ongezon de toestand een einde te maken en nog voor kort heeft het Kamerlid Van de Wetering zich het lot der verdrukte bakkers aangetrokken. In een interpellatie op 31 Mei jl. heeft hij Minister Mansholt met cijfers en feiten tot de overtuiging trachten te brengen dat de toestand voor de broodbakkers onhoudbaar is, waar hij er bij Zijne Excellen tie op aangedrongen heeft de broodprijs te verhogen. Bijna alle politieke fracties waren bij deze interpellatie aanwezig en tal van bakkers waren mede ter Ridderzaal getogen om getuige te zijn van de bokspartij tussen Kamerlid en Minister over het „to be or not to be" — het zijn of niet zijn van de bleke bakkers. Had de heer Van de Wetering zijn cijfers, de minister had ze eveneens en deze werden tegen elkaar dusdanig uitgespeeld, dat de diplomaten er geen wijs meer uit kon worden en tijd verzochten om eens rustig de gegevens der beide partijen te vergelijken. De strijd is dus nog onbeslecht en de bakkers zijn vol verwachting, wie in deze strijd het onderspit zal delven. Beloofd is, voordat de Kamer met vacantie gaat, dit bakkersprobleem op te lossen. Ja, de hoge heren hebben er in bakkerstermen over gesproken. De verdediger der bakkers zei tegen Minister Mansholt: „IJ bakt de broodjes veel te bruin", welke uitspraak deze pareerde met een: „en bij jou zijn ze maar half gaar uit de oven gekomen." De minister moet als een ietwat voorbarige conclusie hebben gezegd, dat weliswaar op het volksbrood verlies wordt geleden, maar dat dit verlies ruimschoots wordt gedekt uit de overwinst op andere bakkerijproducten. De bakker heeft, hPt nog zo slecht niet, meent minister Mansiiolt. Zo'n uitspraak geeft te denken en voorspelt naar Schrammetjes mening voor de bakkers niet veel goeds. Natuurlijk zou een verhoging van de broodprijs niet door het etend publiek met gejuich worden begroet, maar de broodbakker heeft an derzijds ook recht dat hij voor zijn arbeid behoorlijk wordt betaald. Hij ver draagt de hitte des ovens ook niet om er nog geld op toe te leggen op de ko'op toe. Nu mag de minister zeggen dat er op de gebakjes zóveel wordt verdiend, dat het verlies op brood er door wordt gedekt, maar zo'n stelling is toch te gek om los te lopen. In een ander bedrijf neemt men die artikelen, waarop verlies wordt geleden uit de producten, wanneer blijkt dat geen hogere prijs kan worden bedongen. Maar de bakkers kunnen onmogelijk zeggen: Op brood verdienen we niets, dus we bakken het niet meer. Dat zou zoveel als een algemene staking betekenen en dit wapen dient nooit te worden gehanteerd. Maar sneu is het, dat steeds met verlies op zo'n werkt. En heus, met de grote winsten voornaam product moet worden ge op de bijproducten loopt het tegenwoordig ook wel af. Want de lekkere kies is er al bij heel wat mensen uitgetrokken. Doodeenvoudig omdat deze luxe er niet meer af kan. In een speciale banketbakkerszaak zit nog wel een bestaan, doch die zijn er ten plattelande niet veel. En om uit de penarie te geraken, zouden conclusie, méér koekjes en taartjes moe de bakkers, althans naar des ministers ten bakken, want daaraan is winst te behalen. Ze zouden kunnen proberen het publiek er toe over te halen om half brood half gebak, te gaan eten. Dan kwamen ze weer wat op de krul, zo men dat noemt. Of het lukken zou, betwijfel ik. Het beste zal zijn, dat de magerste bakkers bij de afhandeling van hun problemen in de Tweede Kamer gezamelijk naar Den Haag trekken en demonstratief in hun meelbestoven kielen ieder met een broodschop gewapend, op de publieke tribune verschijnen. Misschien maakt het indruk op onze Senaat. Op clamebord dienst konden doen, zouden hun broodschoppen, die meteen als re ze de leus: „Wij vechten voor ons brood" kunnen schilderen. Zo heeft elk vak zijn moeilijkheden.
Zo heeft elk vak zijn moeilijkheden. Daarbij komt nog, dat de bakker ook een van de eersten is, waarbij ,,gepoft" Toch kunnen we onze bakkers niet mis wordt. Dat is ook nog een grote risico. sen. Uit het goudgeel graan bereidt hij ons dagelijks voedsel. De Koning zelfs wordt van het veld gediend, zei Salomo brood zélf geen brood verdient, is een reeds. Dat echter de bakker aan ons ongezonde toestand. En dat ze vechten om hierin verbetering te krijgen is hun goed recht. Maar toch zou het me spijten als een brood weer drie cent duur der werd, zei Trijn. Dan eet je maar een paar sneedjes minder, hoor, was haar opinie, 't Moet uit de lengte of uit de breedte komen! Hoe moet dat nu weer? Wie 't weet, mag 't zeggen tegen SCHRAMMETJE.
Vervolg Nieuws uit Zeeland
SCHEBPENISSE — Benoeming'. Tot lid van de Provinciale Diaconale Commissie voör Zeeland C. M. van DoornHage te Scherpenisse. der Ned. Herv. Kerk is benoemd Mevr. Zij werd ook benoemd tot lid der Commissie voor het Jeugdwerk in de Clas sis Zierikzee der Ned. Herv. Kerk.
OUD VOSSEMEEB — Geslaagden. Voor het examen adspirant V.E.V. van de Vereniging Electro technisoh Vakonderwijs in Nederland cursus van de Techn. Opzichter bij de afgenomen te Goes slaagden van de cursisten: H. Vis te Tholen; J. F. v. d. P.Z.E.M. te Oud Vossemeer de volgende Graaf te Poortvliet; P. A. van As, M. V. Gorsel en C. A. Geuze, allen te Scherpenisse; A. J. Verjaal, St. Maartensdijk; A. Heijboer, A. P. Douw en J. Leenhouts te Oud Vossemeer; M. P. v. d. Stel en J. Reyngoudt te St. Philipsland — Verbouwing Chr. School. Het bestuur en H. de Jong uit Bergen op Zoom. semeer zal op 21 Juni in het schoolge van de school met de Bijbel te Oud Vos bouw in het openbaar aanbesteden het verbouwen van de school met bijkomende werken in 4 percelen.
Geboren: Johannes Petrus zoon van — Burg. Stand over de maand Mei '51 A. Voormeulen en M. J. Daane. Cornells Waltheus Maria zoon van H. M. Plompe en W. P. den Biesen; Cornells en S. C. Quist. Adriaan Dyphina Gerar Anthonius zoon van A. v. d. Klundert da dochter van M. Hommel en H. A. G. Mees. Marinus Anthonie zoon van P. C. van Dijke en A. P. Rijstenbil. Abraham Franciscus zoon van A. v. d. Zande en M. A. S. Schoep.
Gehuwid: Homine Suurland 25 jaar te Pieter Wilhelm Stoutjesdijk 32 jaar en Scherpenisse en Maria Schipper 21 jaar Overleden: Jan Gebraad 92 jaar. Anna Jacoba Catharina de Wilde 25 j. Ingeltomen: M. van Druel uit Tilburg P. A. Timmermans uit Nieuw Vossemeer Lena Blom uit Zierikzee.
Vertrokken: A. Capelle naar Delft; J. Mmheere naar Tholen; E. Springer naar St. Annaland; J. G. M. Hasselton naar Steenbergen; C. M. Plandsoen naar naar Eindhoven; C. A. C. Timmermans Halsteren; B. E. Rijstenbil naar St. Annaland.
Rechtzaken
KANTONGEKECHT THOLEN Vrijdag 15 Juni jl. hield de Kantonrechter zitting in de raadzaal te Tholen en gaf te kennen, dat het funest was, dat er in Tholen zo veel gevallen voorkomen van het rijden met een motor r^tuig waarvan de bestuurders geen rijbewijs hebben. Hieraan moet radicaal een einde komen.
L. M. E. uit Scherpenisse kwam als eerste op het matje. Hem was ten laste gelegd, dat hij vlas had vervoerd, zonder hiervoor een vergunning te bezitten. Na een uitvoerige uiteenzetting van mr de Croo uit Zierikzee, volgde vrijspraak, daar verdachte niet verantwoordelijk kon worden gesteld voor hetgeen zijn werkgever hem opdraagt.
De oude zaak van M. 'P. v. E. uit Oud Vossemeer werd uitgesteld tot de Vol gende zitting. Verdachte had op 21 met zijn auto aangereden, waarbij mevr. Maart A. Elenbaas en zijn echtgenote Elenbaas ernstig werd verwond. De kantonrechter wenst eerst het rapport van een neuroloog uit Middelburg te horen, Kuipers uit Bergen op. Zoom. dit in verband met het pleidooi van mr
J. S. uit St. Maartensdijk reed met auto aan de N.V. Oestercultuurmij. „Bo zijn auto in November jl. een vracht was ontstaan aan de vrachtwagen. De na Fides" te Tholen, waardoor schade de uitspraak ƒ 50.— boete subs. 25 d.h. eis luidde ƒ 60.— boete of 30 d.h. en J. M. V. d. S. uit Tholen had in donker met rijwiel voetgangers aangereden, wat hem, na een pleidooi van mr Kui pers, ƒ 10.— boete kostte of 10 dagen in het schuurtje.
Mr A. J. V. d. Hoeven trad als verdediger op van A. J. P., die met zijn auto zonder voldoende verlichting had gereden en tevens zijn rijbewijs niet tijdig had laten verlengen. De uitspraak in deze was ƒ 15.— of 10 d.h. en ƒ 2.— of 2 d.h.
Joh. V. D. werd bij verstek veroordeeld tot ƒ 5.— of 5 d.h. De gebr. A. en C. S. te Tholen hadden
ieder voor zich met een vrachtauto op een verboden weg gereden. Dit kortere weggetje kostte hen resp. ƒ 7.— boete of 7 d.h. en ƒ 5.— of 5 d.h.
De zaak van V. A. v. P. uit Oud Vossemeer betreffende straatschenderij werd uitgesteld tot de volgende zitting voor het horen van verbalisant, opperwachtmeester Witte. V. A. V. P. uit Oud Vossemeer had
zijn tegenligger geen voorrang verleend, V. A. V. P. uit Oud Vossemeer had zodat er een aanrijding was ontstaan. Van P. kreeg hiervoor ƒ 12.50 boete of 10 d.h. en de tegenligger, A. L. uit St. Maartensdijk, kreeg vrijspraak. der rijbewijs, wat hem een boete kostte M. L. E. uit St, Philipsland reed zon van ƒ 6.— of 6 d.h. H. V. zadelmaker te Oud Vossemeer,
leverde meubelen af zonder erkenning H. V. zadelmaker te Oud Vossemeer, ƒ 1.— of 1 d.h. voor dit bedrijf te bezitten. De straf was H. J. D. en C. M. beiden uit Tholen
H. J. D. en C. M. beiden uit Tholen begingen een overtreding van de Leerplichtwet en kregen resp. een boete van J. K. P. te Scherpenisse reed met zijn ƒ 15.— of 10 d.h. en ƒ 5.— of 5 d.h. auto zonder voldoende verlichting. Vier gulden boete of 4 d.h. was de uitspraak. M. S. te Stavenisse reed met een van een rijbewijs. De Kantonrechter vrachtauto zonder in het bezit te zijn noemde het ontstellend zoveel als er hier zonder rijbewijs rijden en verzocht de Ambt. O.M. hiermede rekening te boete subs. 15 d.h. met de opmerking, willen houden. De ui*spraak was ƒ 15.— wordt gerekend. dat de volgende keer alleen. hechtenis J. J. E. te St. Philipsland reed met
Verdachte kon echter aanvoeren, dat hij zijn motorcarrier, ook zonder rijbewijs ter goedertrouw was geweest. boete sub. 1 d.h. De uitspraak luidde dan ook ƒ 0.50 M. P. V. E. uit Oud Vossemeer kreeg
voor het niet in orde zijn van de hand M. P. V. E. uit Oud Vossemeer kreeg tuig een boete van ƒ 10.— of 5 d.h. rem en achterlicht van zijn motorvoer
Centrale veiling middelharnis
V*iiling van Vrydag 15 Juni 1951 f 31.—37.—; Bloemkool B ƒ 20.—26.—; Aardbeien ƒ 76.—124.—; Bloemkool A ƒ 14.—; Sla A ƒ 3.—3.30; Sjalotten Bloemkool C ƒ 17.—24.—; Bloemkool D ƒ 11.—14.—; Bospeen ƒ 31.—32.—; Peulen ƒ IOC—107.—.
Aardbeien, zwarte bessen en vroege aardappelen oogst 1951
bouwproducten het weekblad „Groenten Aangezien niet alle telers van tuin en Fruit" lezen, komt het ons gewenst opnemen, welke maatregelen door het voor in onze plaatselijke bladen te doen troffen ten aanzien van de afzet van de Centraal Bureau van Veilingen zijn ge producten aardbeien, zwarte bessen en vroege aardappelen. Deze zijn:
Voor aardbeien aonder dop: Ophoudprijs ƒ 45.— p. 100 kg goedgekeurde ƒ 45.— p. 100 kg Vergoedingsprijs voor Vergoedingsprijs voor Voor aardbeien met dop: afwijkende ƒ 15.— p. 100 kg Ophoudprijs ƒ 45,— p. 100 kg Vergoedingsprijs voor Vergoedingsprijs voor goedgekeurde ƒ 35.— p. 100 kg afwijkende ƒ 15. p. 100 kg De heffing bedraagt voor alle aardbeien ƒ 2.— p. 100 kg Ophoudprijs ƒ 70.— p. 100 kg Voor zwarte bessen: Vergoedingsprijs voor goedgekeurde ƒ 70.— p. 100 kg
Vergoedingsprijs voor i-^^.. afwijkende 'ƒ15.—-p^ 100 kg De heffing bedraagt ƒ 3.— p. 100 kg Voor vroege aardappelen, geteeld op
Voor vroege aardappelen, geteeld op tuinbouwteelt vergunning: Ophoudprijs tot 30 Juni ƒ 10. p^J.00 kg id. vanaf 9 Juli ƒ 8.— p. 100 kg' ld. vanaf 2 Juli ƒ 9.— p. 100 kg id. vanaf 16 Juli ƒ 7.— p. 100 kg id. vanaf 23 Juli ƒ 6.— p. 100 kg
De vergoedingsprijs bedraagt 80% van de ophoudprijs voor vroege aardappelen van goede kwaliteit-en ƒ 4.50 voor liteit. vroege aardappelen van afwijkende kwa
Het Bestuur van het Bedrijfschap voor aardappelen, welke op een tuinbouw- Aardappelen zal de vroege consumptie teeitvergunning zijn gfeteeld, niet met een areaalheffing belasten. H. VAN HEEST -o-
Zeepost
Met de volgende schepen kan zeepoöt worden verzonden. De data, waarop de correspondentie uiterlijk terpost moet zijn'bezorgd staart, tussen haakjes, achter de naam van het schip vermeld: Indonesië m.s. „Oranje" (20 Juni) (10 Juli) Nieuw Guinea m.s. „Langkoeas" Antillen m.s. „Hydra" (26 Jimi) Canada s.s. „Veendam" (20 Juni)
dan voorheen. Thans zijn er 19, vorig' jaar 26. Het loopt wel eens iets uiteen. De heer D. Poortvliet informeerde of het niet van invloed was, dat door de V.G.L.scholen; meer of minder leerlingen op school kwamen. De heer den Eerzamen antwoordde, dat op het leerplan voor V.G.L.onderwijs ook ,,landbouw" voorkomt. Spr. meende dat daardoor op de duur minder leerlingen op de Lagere Landbouwschool zullen komen, omdat ze dan al zo lang op school zijn geweest en niet meer naar een andere school willen. Ze moeten dan voor thuis wat gaan verdienen. Spr. deelde een en ander mee uit de practijk hoe hij op de dingen let en vaak de jongens thuis op zoekt.
Het Platteland als deel van de Nederlandse samenleving
Alvorens de heer den Eerzamen tot zijn onderwerp overging sloot hij zich aan bij de woorden van de voorzitter t.o. van de nagedachtenis van wijlen de heer G. C. v. Schouwen te Oude Tonge. Vooral in het laatst van diens leven had hij veel met hem gesproken en verschillende gegevens verkregen omtrent het eerste landbouwonderwijs op Plakkee. Zijn persoon en werk zal hij hem een aangename herinnering nalaten . In zijn inleiding tot bovengenoemd onderwerp begon spr. met te zeggen, dat de Nederl. samenleving sinds de 16e eeuw gekenmerkt wordt door een overheersing van de steden. Eeuwenlang stond het platteland op de achtergrond zowel in economisch als sociaalcultureel opzicht, hoewel toch de Nederlandse boeren tot ongeveer 1880 in staat waien ons volk van voedingsmiddelen te voorzien. Ze leverden daarmee oen belangrijke bijdrage in de nationale welvaart. Al verdubbelde in de 19e eeuw het aantal inwoners, toch nam het welvaartspeil toe. Dat dit kon was een gevolg van het feit, dat de agrarische productie zowel kwantitatief toenam door inpolderingen, ontginningen, grondverbeteringen e.d. en kwalitatief door voorlichting, controle en onderwijs werd opgevoerd.
Door de structuurverandering tegen het eind van de 19e eeuw (gebruik van kunstmest) ontwikkelden zich op de zandstreken kleinere bediijfjes tot producenten van marktartikelen, zuivelen vleesproducten. De toenemende vraag van voedingsmiddelen in het buitenland bracht boeren en tuinders veel profijt.
Door de structuuiveranderingen werd het boerenbedrijf steeds meer afhankelijk van de wereldmarkt en daardoor in zijn rentabiliteit kwetsbaar. Dit leidde tot methoden van moderne bedrijfsvoering, waardoor de modern zakelijke instelling van de plattelands bevolking werd bevorderd. De ontwikkeling van de Nederl. land
De ontwikkeling van de Nederl. landbouw in economisch opzicht, voor zover het export, betreft, had sinds het einde van de Ie wereldoorlog met moeilijkheden te kampen. Intensivering van productie in andere landen bracht concurrentie te weeg. Ook de vervanging van oliehoudende zaden voor dierlijke vetten, speelde een grote rol.
Spr. tekende verder de grote economische betekenis van de landbouw in ons land, en zeide, dat de melkproductie verreweg de eerste industrie in Nederland is. Een vergelijking trekkend met andere industrieën, zei spr. dat de productie van varkensvlees een waarde vertegenwoordigd, die de opbrengst van de steenkolenmijnen ver overtreft. De pluimveehouderij is ongeveer gelijk te stellen met de chemische industrie. Na aftrek van het bedrag van de verwerkte grond en hulpstoffen draaigt de rundveehouderij ruim 1000 mdllioen gulden by tot het nationale inkomen; de varkenshouderij 400 millioen gulden en de plulmveehotiderlj no millioen gulden. Vergelijkt men hiermede de industrie, dan ziet men dat de netto waarde der textielnijverheid bedraagt 530 millioen gulden; de steenkoolindustrie 325 millioen gulden en de chem. industrie 200 millioen gulden. Hieruit volgt dat de betekenis van de agrarische sector van het Nederl. bedrijfsleven, allerminst mag worden onderschat. De bemoeienis van de overheid met het agrarisch bedrijf is sinds de invoering van de crisiswetgeving uit de jaren dertig steeds intensiever geworden en zal, naar het zich laat aanzien, in de toekomst niet afnemen. Belangrijke problemen, zoals vervanging van geïmporteerd krachtvoer, door in eigen land daarvoor gewassen te verbouwen; steun en voorlichting bij de mechanisatie van de kleine bedrijven ter verhoging van de efficiency van deze bedrijven vestigen de indruk, dat de overheid, overtuigd van het grote economische nut van het boerenbedrijf voor onze nationale welvaart, zo mogelijk de brutoopbrengst van de landbouw wil veihogen en het probleem van de te kleine boerenbedrijfjes, geleidelijk tot een oplossing wi! brengen.
Ook komt — aldus spr. de waardering van de landbouw uit in het feit, dat het inkomstenniveau van de werkers in liet boerenbedrijf aanzienlijk is opgevoerd. Nadat spr. aldus de betekenis van de landbouw en daarmee van het platteland en de bevolking had geschetst, wees hij op de veranderingen die zijn ontstaan door de teclmiek e.d., waardoor het platteland op drift is gelaakt. Spr. wees op de noodzaak, dat de plattelandssamenleving een eigen stijl moest behouden, om niet op te gaan in de smeltkroes van de stedelijk ingestelde stijl van massaregie onder leiding van politieke voormannen of onpersoonlijke g 1 ootindustrieën. De stedelijke samenleving is anders
De stedelijke samenleving is anders op het platteland en heeft goede, maar ook veel kwade kanten. Het overnemen van die kwade kanten is voor het platteland gevaarlijk. Daardoor wordt de eigen levensstijl verloi'en en wordt men aanhangwagen achter de stedelijke tractor,
De geestesgesteldheid van het hedendaagse platteland, wat betreft de materialistische inslag, stelt spr. met de stedeling op één lijn. Ook het individualisme neemt nog hand over hand toe. Een gelukkig verschijnsel is echter, dat de belangstelling van de leidinggevende personen ten plattelande voor de maatschappelijke problemen die er zijn, stijgende is. Dit kan er toe leiden, dat men in de toekomst de bewuste eigen levensstijl zal weten te handhaven als gelijkwaardig voksdeel binnen de nationale samenleving.
Spr. bepleitte het totstandkomen van „Dorpshuizen" als centra voor ontspanning voor het gehele dorp (zoals te Nieuwe Tonge) en wenste, dat alle plattelandsdorpen over een centraal verenigingsgebouw konden beschikken.
Bespreklnig' Over dit onderwerp werd een interessante bespreking gevoerd waarbij de mogelijkheden werden bezien, wat er moet worden gedaan, om de stijl van he platteland te bewaren. Het oprichten van meerdere dorp.shuizen werd in de eerste plaats genoemd, maar ook bv. rijverenigingen, zoals men die op Voorne en Putten en in de Hoekse Waard vindt. De jeugd moet weer staan naar saambinding en saamleving. Wel werd er op gewezen, dat meestal de ,.leiders" ontbreken. Er moet op dit gebied nog doorbrekend werk worden verricht. Het zal noodzakelijk blijven, de jongeien bij meerdere problemen in te schakelen opdat zij meer verantwoordelijkheidsgevoel krijgen en daardoor intensief meewerken aan een gezonde plattelandssamenleving.
Ettense veemarkt
Etten en Leur, 13 Juni 1951. Op de veemarkt werden aangevoerd 147 stuks waarvan; 50 runderen en 97 biggen. De aanvoer van runderen was zeer gering, de handel traag en de prijzen dalende.
In biggen was de handel vlug met ruime aanvoer en de prijzen vrijwel onveranderd.
De belangstelling was groot. Prijzen: Kalfkoeien ƒ 500—850—; kalfvaarzen ƒ 500.—750.—; pinken f 300.— 450.—; guste koeien ƒ 450.—675.—; graskalveren ƒ 100.—175.—; paarden ƒ 400.—700.—; biggen f 30.-50.—; lopers ƒ 50.-80.—; vette koeien ƒ 2.00— 2.50 per kilo geslacht. „SNIJDEN" DOET ZEER, OOK IN HET VERKEER. Verbond voor Veilig Verkeer
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 juni 1951
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's