Voorstel tot aankoop Brandweer-auto
Woensdagavond vergaderde de gemee teraad van Melissant. Burgemeester v. Heijst presideerde. Het werd een vergadering waarvan de besprekingen in goede harmonie werden gevoerd. De burgemeester stelde voor om de wethouderswedden te verhogen, maar dat vond slechts matig instemming zelfs niet bij de wethouders. De heer Leydens was overigens afwezig. Veel instemming vond een voorstel tot aankoop van een brandweerauto en ingenomenheid zelfs ontmoetten mededelingen over de mogelijkheid van DUW-werken op het Diedei ikse gors.
Opening geschiedde als gewoonlijk met gebed, dan volgde vaststeilmg van de notulen van twee vergaderingen.
De ingekomen stukken betroffen o.a.: goedkeuringen van Ged. Staten op raadsbesluiten uit vorige vergaderingen, rapporten van het verificaiiebureau inzake gehouden kascontroles, begrotingen van iSmgo en Schoolartsendienst en de jaarrekeningen 1950 van dezelfde diensten en van de vleeskeuringsdienst.
De voorz. deed daarop enige mededelingen naar aanleidmg van opmerkingen van de heer Struik uit vorige raadsvergadering betreffende werken op de Diederikse gorzen. Spr. en de heer Struik hebben een onderhoud gevraagd met de directeur van de DUW en deze is persoonlijk zich van de omstandigheden komen overtuigen. Hij achtte het wel mogelflk, dat er inderdaad werken in DUW verDand worden uitgevoerd en de heer Stiuik heeft inmiddels een verzoek ingediend bij de Ned. Heide Mij. B. en W. vertrouwen op gunstig resultaat.
Dat ging niet door B. en W. stelden voor over te gaan tot wijziging van de jaarwedderegeling voor de secretaris en de ontvanger en tot regeling van de bezolding van de ambtenaren van de burgerlijke stand. De wijziging van de jaai-wedderegeling voor de secretaris en de ontvanger beoogt aan deze ftmctionarissen met ingang van 1 Januari 1948 een tot 1 Januari 1950 tijdelijke toeslag van ƒ 54.— per jaar, met ingang van 1 Januari 1950 een vaste toelage van 5% en met ingang van 1 September 1950 nogmaals een vaste toelage van 5% toe te kennen. Het betreft hier voorzieningen, die voor de overige ambtenaren reeds eerder zijn getroffen. Volgens het concept werd de bezoldi
Volgens het concept werd de bezoldiging van de ambtenaar in de regel belast met het verrichten van alle werkzaamheden, behalve de huwelijksvoltrekking, ƒ 100.— per jaar en die van de ambtenaar, belast met de huwelijksvoltrekking, ƒ 2.25 per huwelijk. De raad maakte geen bezwaar. B. en W. stelden vervolgens voor om
B. en W. stelden vervolgens voor om aan gedeputeerde staten mede te delen, dat het gewenst voorkomt, de bezoldiging van de wethouders te verhogen. De mogelijkheid bestaat de bezoldiging van de wethouders, op het voetspoor van de voor het overheidspersoneel getroffen maatregelen, per 1 Janu- ari 1951 met 10% en daarna per 16 Maart 1951 nog eens met 5% te doen verhogen.
Wanneer de raad van gevoelen is, da bedoelde verhogingen behoren plaats te vinden, zijn gedeputeerde staten bereid verhoging te overwegen. De voorz. merkte hierbij op dat het z.i. gaat om een waardering van het ambt.
De wedde bedraagt thans ƒ 350.'—. De heer v. d. Spaan vond het niet nodig. Het vergt geen dagtaak zoals in grote gemeenten en bovendien is er kort geleden verhoogd. De Voorz. vond dat ook de verant
De Voorz. vond dat ook de verantwoording betaald dient te worden. Bovendien gaat het om een verhoging, die voor alle andere fmictionarissen al geldt Spr. had al medegedeeld, dat de wethouders zelf de tegenwoordige wedde voldoende venden, maar hij vond dat men het los van de personen moet zien
De heer Vogelaar had gezien, dat de wedde viermaal zo hoog zou komen als in 1940. Men moet een deel van het werk belangeloos willen doen. Er is al aanzienlijk verhoogd en juist nu wordt aangedrongen op bezuinigen.
De voorz. wees er op, dat men de bezoldiging niet moet afwegen tegen de tijd, die het werk vordert, alhoewel dat niet gering is. De wethouders krijgen thuis ook al veel te bestuderen. De normen van heden zijn niet te vergelijken met die van vroeger. Spr. wees op de toezeggingen, die Ged. Staten al hebben gedaan. „Waarom moeten de wethouders nu buiten de 15 procent vallen?" zo vroeg spr. de raad af, waarbij hij wees op het feit, dat het presentiegeld der raadsleden ook aanzienlijk verhoogd is.
De heer Vogelaar zag het ambt in de eerste plaats als liefdedienst voor de gemeente. Spr. gunt het de heren wel, maar het maakt in de gemeente een beroerde indruk. De voorz. sprak de laatste bewering
De voorz. sprak de laatste bewering in het bijzonder tegen en nam dat ook niet aan. Het herhaalde dat men het voorstel los moet maken van de personen. De wethouders hebben de laatste jaren in heel wat verbetering-en van de gemeente de hand gehad.
De heer Keijzer vond het onjuist om met 1940 te schermen, ,,'t Geld moet toch rollen en als het verantwoord is, waarom zou men het dan niet doen." aldus deze spr. De heer Struik zei niet met het voor
De heer Struik zei niet met het voorstel te kunnen instemmen. Behalve de heer Keijzer bleven de heren tegen. Het voorstel werd dus verworpen.
Critiek op Stad en Land B. en W. stelden vervolgens voor om de légesverordening in overeenstemming te brengen met de gewijzigde tarieven van het Instituut Stad en Landschap. Het tarief vermeldt o.a. de volgende leges: bij bouwsom van ƒ 1.— tot ƒ 2.50 een bedrag van ƒ 2.50; van ƒ 251.— tot ƒ 1000.—: ƒ 5.—; van ƒ 1001.— tot ƒ 2.000.—: ƒ 7.50; enz. enz.; van ƒ 10.000 tot ƒ 15.000.— is het ƒ 17.50. Voor groepen van woningen geldt een wat hoger tarief. Onder bouwkosten wotden verstaan de kosten van het bouwen, vernieuwen, veranderen of uitbreiden, gehele afwerking inbegrepen.
Het voor het advies verschuldigde bedrag wordt afgeleid uit het bij de aanvrage om bouwvergunning op te geven bedrag van de bouwkosten. Indien dit bedrag cfnjuist wordt geacht of indien het niet wordt opgegeven, geschiedt de berekening naar de in overleg met het gemeentebestuur geschatte bouwkosten.
De nieuwe tarieven zijn door het instituut onderworpen aan het oordeel van gedeputeerde staten, welk college zich met de voorgestelde tarieven kan verenigen.
De verhoging geldt niet voor de laagste tarieven van de bestaande regeling. De voorgestelde tarieven lopen gedeeltelijk op naar een aanzienlijk verhoogd maximum. B. en W. konden de billijkheid van
B. en W. konden de billijkheid van het verzoek van het instituut niet ontkennen en stellen U daarom voor de légesverordening te wijzigen volgens bijgaand concept.
De heer Vogelaar kon niet direct zijn stem er aan geven, in verband met willekeurige beslissingen van Stad en Land, waarvan spr. enige voorbeelden gaf. Is er nu zo'n welstandstoezicht nodig. Hij wilde het nut niet geheel ontkennen, maar hij zou Stad en Land maar willen afschaffen. De voorz. vond het moeilijk om over
De voorz. vond het moeilijk om over een zo apart vak als dit toezicht te oordelen. De beoordeling van de heren van Stad en Land is natuurlijk subjectief. Bij de architecten erkent men het nut toch ook wel, „Dat is maar om Stad en Land te
„Dat is maar om Stad en Land te vriend te houden!" dacht de heer v. d. Spaan, die overigens ook wel voor het toezicht was, maar dan zonder ongewenste zaken.
De voorz. hield zich aanbevolen voor melding van frappante beslissingen. Hij attendeerde er op, dat de uiteindelijke beslissing toch bij B. en W. ligt. De heer v. d. Spaan vondt dat Stad
De heer v. d. Spaan vondt dat Stad en Land zich teveel aanmatigt. De heer Struik wilde er gaarne in geheime zitting nog wat van zeggen.
Het voorstel werd aangenomen. Autotreikker voor de Brandweer In een uitvoerig prae-advies brachten B. en W. het volgende onder de aandacht:
Bij het uitrukken der brandweer bij brand is het meerdere malen als een bezwaar gevoeld, dat men voor het vervoer van de spuit, materialen en manschappen, aangewezen was op toevallig aanwezige vrachtauto's, dan wel op auto"s, die bij de alai-merlng uit particuliere garages gehaald moesten worden. Hoewel in de meeste gevallen vrij snel een auto ter plaatse was, meenden B. en W. — mede lettende op de uitgestrektheid van onze gemeente — dat het niet langer verantwoord is, dat de brandweer, voor wat het vervoer betreft, afhankelijk is van de activiteit van niet tot het brandweerpersoneel behorende chauffeurs. Dit klemt te meer nu de economische toestand van ons land het minder dan ooit toelaat dat kostbare gebouwen e.d. door brand verloren zouden kunnen gaan, doordat de brandweer niet in de kortst motgelijke tijd ter plaatse kon zijn. De laatste brand heeft geleerd, dat bij een snel optreden soms meer kan worden gered dan men op het eerste gezicht voor mogelijk houdt.
Wij hebben enige tijd geleden van een garagehouder in deze gemeente een aanbieding ontvangen voor een Dodgedumptrekker. Een door een deskundige ingesteld onderzoek wees uit, dat het motorvoertuig dat werd aangeboden, in goede staat verkeert en zeer goed voor het bedogde doel geschikt te maken is. Ook de gevraagde prijs, ƒ 2000, is billijk.
De leden van het brandweercoips zijn bereid de aan te kopen auto geheel op te knappen en in te richten. Voor rekening der gemeente komen dan alleen de kosten van de te verwerken materialen, (verf, hout voor de op de auto te maken zitplaatsen e.d.)
De kosten hiervan raamt de gemeente-architect o|p ƒ 500.—.
B. en W. stelden voor de aangeboden auto aan te kopen'en dezen te doen inrichten als trekker-manschappenwagen.
Wanneer men dit voorstel aannam, dient uiteraard ook te worden voorzien in de stalling van de auto. De meest practische oplossing wordt verkregen, wanneer de trekker en de spuit aangekoppeld gereed staan voor het uitrukken. Om dit te kunnen bereiken is het noodzakelijk, dat het brandspuithuis wordt verbouwd. De gemeentearchitect heeft een plan voor verbouwing opgemaakt. Dit plan komt op het volgende neer:
Het bestaande brandspuithuis is te smal om de trekker en spuit zodanig op te stellen, dat deze aan weerszijden bereikt kunnen worden. Deze ongewenste toestand kan worden verholpen, door de gang van het arrestantenlokaal bij het brandspuithuis te trekken. Het bestaande kolenhok komt te vervallen en wordt ingericht als portaal voor de arrestantencel.
Het brandspuithuis wordt naar achteren uitgebouwd over een lengte van 5.70 m en over de breedte van het bestaande brandspuithuis en de gang van het arrestantenlokaal. Deze uitbouw komt op de bestaande sloot en voor een klein gedeelte in de tuin achter de woning van de secretaris. De bestaande deuren worden verbreed
De bestaande deuren worden verbreed De kosten van deze verbouwing raamt de gemeente-architect op ƒ 2500.—. Het plan kwam B. en W. geslaagd voor en zij stelden voor, te besluiten tot de hiervoren omschreven verbouwing.
B. en W. meenden, dat deze uitgave verantwoord is en zal leiden tot een alleszins bevredigende oplossing. Voorgesteld wordt op de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1951 een bedrag van ƒ 5000 te ramen, de uitgave voorlopig te financieren met aanwezig kasgeld (te dekken dooir 10 jaarlijkse bijdragen van ƒ 500.—) en de afschrijving te bepalen op ƒ 500.— per jaar. De heer Keijzer zei zich te verheugen over het voorstel. De laatste branden hebben aangetoond hoe nodig het is. Het gaat bij brand er om dat men er za snel mogelijk bij is.
De heer van der Vliet had zich afgevraagd of de ƒ 8000.—, die men dit jaar uittrekt voor de brandweer wel verantwoord is. Spr. was bang, dat het „ding" spoedig verouderd is en men 20.000 gld of meer moet uitgeven voor een spuit. De hoogmoed speelt in deze zaken ook een grote rol. Dan moet dit voor een klap in het handje weer weg.
Weth. van Rossum wees er op, dat bij de brand bij v. d. Doel bewezen is, dat verbetering nodig is.
De voorz. deelde mede, dat volgens de brandweerbond de slangen nog meeï' aangevuld moeten worden. Spr. ontkende voorts, dat dit voorstel een aanloop is voor een grote spuit. De heer Vogelaar verklaarde zich voor
De heer Vogelaar verklaarde zich voor het voorstel. De paraatheid wordt er door verhoogd. De bedragen achtte spr. echter vrij hoog. De voorz. deelde mede, dat de trekker
De voorz. deelde mede, dat de trekker van Dirksland prima bevalt. Trekker en spuit blijven aangekoppeld gereed staan.
De heer Struik achtte het wenselijk, dat de boeren buiten het dorp putten zullen slaan. Anders staat men bij hen weerloos. De boeren doen goed hun „drank" te graven of te houden in plaats van op te ruimen.
De raad nam het voorstel aan nadat de voorzittei' nog had medegedeeld, dat B. en W. voor volgend jaar met voorstellen hopen te kopen voor het slaan van nortonputten.
Voor woningbouw De raad besloot voqrts dat het aangaan van een geldlening van ƒ 37.600.— tegen 4% met 50 jaar looptijd voor de bouw van 4 woningwetwoningen.
In de rondvraag verzocht de heer van der Vliet verbetering van afheining enz. bij Troost en verwijdering van rommel. De voorz. wilde dit op de mogelijkhe
De voorz. wilde dit op de mogelijkheden bezien, maar de heer v. d. Vliet riep hem toe: ,,Neem het over en maak er plantsoen! De Molendijk ziet er slechter uit dan het wilde westen van Ouddorp!" De voorz. onderschreef dat het een ge
De voorz. onderschreef dat het een gevaarlijke bocht is. Hij beloofde de heer v. d. Vliet in volgende vergadering definitief te zullen antwoorden. De heer v. d. Vliet informeerde voorts
De heer v. d. Vliet informeerde voorts naar moeilijkheden met riolering bij de vier nieuwe woningen, waarop de voorz. antwoordde, dat er veel kuiltjes en bochtjes zaten en dat het verbeterd is.
De heer van der S'paan vroeg of het Bchoollokaal van de heer Juxry nog niet verbeterd kon woerden. De voorz. beloofde dat B .en W. het
De voorz. beloofde dat B .en W. het zullen bezien. De heer Vogelaar becritiseerde het
De heer Vogelaar becritiseerde het hek bij de gemeenteschuur en de toestand met een slootje ter plaatse.
De voorz. besloot met de toezegging dat deze zaken onderzocht zullen worden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 augustus 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 augustus 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's