Plan voor eendrachtskanaal nog niet van de Baan
Het plan voor een „Eendrachtskanaal", zoals dit is ontworpen door ir E. van Konijnenburg, hoofdlngenieinrdirecteur van de Rijkswaterstaat b.d., dat een compromis wil zijn ter oplossing van het probleem ScheldeRijnverbinding, wordt de laatste tijd van onofficiële zijde weer naar voren gebracht. De scheepvaartredacteur van het „Algemeen Dagblad" gaf daar een beschouwing over, uit welk artikel we een en ander citeren. Zoals bekend is het zelfde project in 1928 ook aan de orde geweest en scheen toen de oplossing te worden. Toen de onderhandelingen op het hoogste niveau werden gevoerd, nam de zaak voor de totstandkoming een wending. Guide oplossing wordt opnieuw bekeken Dit plan wil een aflossing zijn in het zgn. Tussenwatergebied. In grote trekken komt het hierop neer: a. Het Kreekark heropenen als open vaarweg en het normaliseren van dit vaarwater; b. de Eendracht bevaarbaar maken en de uitmonding met een leidam doortrekken tot nabij Dintelsas. Op de afbeelding is dit duidelijk te zien, ook waar de sluizen zijn gedacht. Intussen is er de brug bij Tholen gekomen en moet een doorbraak worden geforceerd op ZeeuwsBrabantse grens, bij de Slaakdam op het eiland St. Philipsland. Volgens de scheepvaartredacteur van het A.D., maakt het plan in verschillende kringen, hoewel enigszins gewijzigd en iverbeterd, weer een punt van overweging uit. In België schijnt men deze oplossing te waarderen, maar in ons land laat men er niet veel over los. Al wordt het in het rapport voor de BelgischNederlands bijzondere commissie voor de Waterwegen en Havenproblemen niet genoemd moet het gewijzigde plan haar in September 1950 zijn toegezonden. Blijkens bijlagen van het „Waterwegenrapport" heeft de Nederlandse delegatie vrijblijvend vijf projecten voorgelegd voor een nieuwe RijnScheldeverbinding die enige overeenkomst vertonen met nevenstaand afgebeeld plan Van Konijnenburg.
Terzijde gelegd is het dus niet, het is nog in bestudering, waarom de Rijkswaterstaat de tijd nog niet acht gekomen, om er iets over te zeggen. De gehele kwestie is een pijnlijk geval, daar de havenbelajigen zowel van Rotterdam en van Antwerpen staan. Tussen deze twee belangrijke havens bestaat een tamelijke rivaliteit.
In de Kamer van Koophandel en fabrieken te Rotterdam moet er binnenskamers wel over zijn gesproken, hoewel een standpunt naar buiten niet is uitgekomen. In 1933 is het Eendrachtskanaal daar ook ter tafel geweest en is overleg gepleegd met de Kamer van Westelijk NoordBrabant en Breda. De Kamer motiveerde toen als standpunt „dat zij zich zeker niet zou kunnen verenigen met het graven van een gesloten kanaal ivan de Antwerpse dokken door WestBrabant naar het gebied van de Rijn." De Kamer te Breda reageerde hier toen op volgens het verslag dat „nabij Bergen op Zoom een open boezem der Westerschelde zal worden aangelegd op de Brabantse wal, met Noordwaarts onder de oude Brabantse wal een waterweg uiterlijk tot Dintelsas." De K.v.K. te Rotterdam heeft daarop op 14 Maart 1933 — volgens het verslag •— geantwoord dat deze oplossing haar instemming zou hebben.
In scheepvaartkringen acht men een nieuw kanaal niet nodig. De schepen zijn tegenwoordig motorisch wel zo sterk, dat ze een duwtje op het Keeten en de brede Oosterschelde wel kunnen velen.
Millioenenplan De kosten van het Eendrachtskanaal, dat een lengte van 22 km zou krijgen, waarbij dan een dam tot bij Dintelsas van 4 ä 5 km zou worden gelegd, zouden naar ruwe berekening circa 40 mil lioen gulden bedragen. De opening van het Kreekrak, en het leggen van dammen ter normalisatie van het water, me voorzieningen ten behoeve van een spoorbrug worden op 15 ä 18 millioen gulden geschat.
Voor landaanvrinningen tussen Tholen en St. Philipsland zou het grote voordelen opbrengen. Duizenden hectaren grond zouden kunnen worden ingepolderd. De vissersplaats Tholen zou echter (zoals men op het plaatje zien kan tussen de sluizen komen te liggen. Practisch zou het stadje als vissersplaat teloor gaan.)
Wij brengen dit naar voren, omda deze oude oplossing van de ScheldeRijnverbinding weer naar voren is gekomen Het laatste woord is hierover nog nie gezegd.
Bovenstaande afbeelding, die ons door het „Alg. Dagblad" welwillend werd afgestaan is het ontwerp van ir E. van Konijnenburg, dat strekt tot de NederlandsBelgische grens, die de Westerschelde kruist. Dit kanaal, dat rechtstreeks naar de dokken te Antwerpen voert, is een gedeelte van het plan, dat de Belgen indertijd naar voren hebben gebracht. Deze vaarweg zou 40 km korter worden dan de bestaande verbinding door het ZuidBevelandse kanaal, maar 20 km langer dan een Moerdijkkanaal. De breedte zou worden als het nieuwe AmsterdamRijnkanaal. Men gaat bij dit plan van de gedachte uit, dat de langzame vaart de nieuwe route kiest, terwijl de snellere schepen komende uit het Volkerak en het Mastgat, de Oosterschelde nemen naar de Dam, die Westwaarts buigt van het heropende Kreekrak uit. Voor de verdere vaart naar België komt men dan daar bijeen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 augustus 1951
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 augustus 1951
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's