Het goede werk Gods
„Vertrouwende ditzelve, dat Hij, die in U een goed werk begonnen heeft, dat voleindigen zal tot op •de dag van Jezus Christus."(Filipp. 2:6.)
Het moet voor de Filippenzen wel een grote troost geweest zijn, dat ze een plaats in het hart des Apostels hadden. Immers hij zegt hun, dat hij vertrouwt, dat het een goed werk is dat in hen is begonnen. Nu is het een feit, dat Gods oprechte volk het niet doen kan met het getuigenis van een mens. Neen, in hun hart leeft: „Zegt Gij tot mijne ziel. Ik ben Uw heil alleen."
Toch moeten we, het geloof van Gods volk voor elkaar niet onderschatten. De apostel zelf_ had daar behoefte aan als hij zegt: En ik hoop ook in Uw consciëntie geopenbaard te zijn. Gods volk wordt door énen Geest gedrenkt en uit één baarmoeder voortgebracht. Het komt dus weer op het goede werk Gods aan, in tegenstelling met het algemene werk. Er is zoveel dat wat schijnt, en niets anders is dan algemene overtuiging.
Aan hoeveel bestrijdingen dienaangaande is Gods oprechte volk onderworfien.
Ze zijn zo bang voor zelfbedrog omdat ze weten een arglistig hart om te dragen. Evenwel zal de Heere Zijn volk er van verzekeren, dat hun werk in der waarheid zijn zal. Dat goede werk Gods is een werk des Drieënigen Gods, het welk in de harten van Gods uitverkorenen wordt gevirrocht. Dat geschiedt naar het eeuwig souverein welbehagen des Vaders.
Het is, zegt de Heere Jezus, des Vaders welbehagen geweest ulieden het koninkrijk te geven. Geen enkele voorwaarde is eraan verbonden. O, indien het niet souverein ware, nooit, neen nooit zou er van dat goede werk Gods iets gekend worden. Hoe verliest zich Gods lieve volk in dat onbegrijpelijke vrije van Gods liefde en hebben ze in heilige verwondering uitgeroepen: „Het is door U, door U alleen, om het eeuwig' welbehagen."
Het is omdat God het wil, dat dit goede werk in de harten der van Hem gekenden gewerkt wordt. Ik ben gevonden van hen die naar Mij niet vraagden. Dat is het wonder van Gods werk. En dat van alle eeuwigheid. Ik heb U lief gehad met een eeuwige liefde. Van eeuwigheid is er bepaald aan wie dat goede werk zal worden ten koste gelegd.
En wanneer het de Heere behaagt Zgn gunstgenoten daar in te leiden, hebben ze met de man naar Gods hart in Ps. 139 uitgeroepen: „Eer iets van mij begon te leven, was alles in Uw boek geschreven,"
In dat eeuwig, souverein welbehagen is nooit geen verandering te brengen.
Dat werk Gods is niet afhankelijk van het al of niet geloven van Gods volk. Zij hebben er slechts de troost en blijdschap van, voor zover ze het geloven, maar de vastigheid ligt in de onveranderlijke God en Zijn welbehagen. „Ik de Heere worde niet veranderd; daarom zijt gij, o kinderen Jacobs, niet verteerd." Zalige troost voor Gods lieve kinderen.
Dat werk Gods ligt vast, in het werk des Zoons. O, zalig worden is uit God en door God. Hij, de eeuwige Zoon des Vaders, werd ten Middelaar verordineerd om Gods heerlijkheid te werken, in het zaligen van Adams zonen en dochteren, welke van alle eeuwigheid ten leven verordineerd waren. Souvereiniteit bepaalde dat ze zalig moesten worden. Gerechtigheid vorderde voldoening, kon niet ongestraft de zonde voorbijgaan. Hoe zal ik U onder de kinderen zetten, en U geven het gewenste land; de sierUjke erfenis van de heirscharea der heidenen.
O, in de eeuwigheid neemt Christus dat werk Gods op Zich. Ik ben niet wederspanning, zo getuigt Hij in Jes. 52. En in Ps. 40: „Ik heb lust o Mijn God om Uw welbehagen te doen." In de beloften wordt het toegezegd, wijl de duivel de kop zal vermorzeld worden, de zonde te niet gedaan, de wereld overwonnen, om Zijn volk dat werk Gods te doen kennen. Hij komt in het vlees. Lijdt, sterft, wordt opgewekt, ten hemel opgenomen en gezet aan de rechterhand des Vaders, en betuigt: „Vader, Ik heb voleindigd het werk dat Gij Mij gegeven hebt om te doen." Ziet, daar liggen de grondslagen voor dat goede werk Gods, het welk in de harten van Gods keur- en bondgenoten gewerkt wordt. Zaligheden, vol van blijdschap en hei
Zaligheden, vol van blijdschap en heilige verwondering voor Gods lieve volk, en tot hun ware verootmoediging.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 januari 1952
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 januari 1952
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's