Schrammetje schrijft:
Eindelijk is het dan zover dat het laatste consumptie-artikel van de bon is. Met ingang van gisteren is de koffie vrijgegeven, waarmee aan een periode van bijna 12 jaar distributie een eind is gekomen. ,
We kunnen nu ons bakje troost weer zo dikwijls inschenken als we willen en van lieverlede zullen de surrogaat-extracten wel van het toneel verdwijnen. Bij een gelegenheid als deze gaan onze gedachten weer terug naar 1940, toen de koffie evenals zovele andere artikelen dadelijk onder het distributie-systeem viel. Wat hadden we er toen nog weinig begrip van, dat dit een artikel zou worden, waarmee men een paar jaar later wonderen zou kunnen verrichten. Maar de waarde van iets wordt eerst gekend wanneer we het missen moeten. Er was in 1940 nog koffie plenty in Holland en we dachten via de distributie nog jarenlang ons gebruikelijke bakje te kunnen drinken. We hebben echter buiten de waard — in dit geval de Duitsers — gerekend. Want toen onze bezetters aan de weet kwamen dat er nog zoveel heerlijke koffieboontjes in „das steinreiche Holland" lagen opgeslagen, zijn ze er als leeuwen op aangevallen. De soldaten kregen een royaal aandeel in ^eze Hollandse erfenis en menig fraulein werd verrast met een paar pondjes echte koffiebonen. Want vergeet niet, dat de Duitsers deze dronk al in geen jaren over de tong gegleden was.
Ik sprak in 1937, dus nog twee jaar vóór de wereldoorlog begon een Duitser, die vrij goed met onze Hollandse taal overweg kon. Hij was ergens een Duitse machine aan het monteren en had zijn legerstee in het hotel, waar ik juist een nieuwe gootsteen aan het metselen was. Hij was spaarzamenlijk met z'n mededelingen, want hij zag zowat in elke Hollander een verrader, die hem bij zijn terugkeer in z'n heimat wel eens aan de galg kon brengen. Toch vertelde hij toen, dat hij in Duitsland in geen jaren zo lekker koffie gedronken had dan in Holland. Want Hitler had niet alleen liever kanonnen dan boter, maar ook als koffiebonen. Derhalve hadden zijn onderdanen nóch boter, noch koffie. Naar ik later vernam heeft hij kans gezien een pond over de grens te smokkelen, waarmee zijn vrouw in de wolken was en waarvan alleen 's Zondags 'n kopje gezet werd. Het is begrijpelijk, dat dus de koffie voor onze bezetters een alleszins begeerlijk artikel was. En hadden wij geweten, wat er later voor koffie te krijgen zou zijn, we zouden allemaal bij het uitbreken van de oorlog wel een pondje of wat extra hebben ingeslagen. Het was .toen maar een centenkwestie want voor dertig cent per half pond kocht je al een kwaliteit, die nu in heel Holland nog niet te krijgen is. Maar wie kon toen weten, dat men later honderd tot honderdvijftig gulden voor zo'n onnozel pakje boontjes betalen zou? En welk een fantastische waarde hebben 'n paar koffiebonnetjes niet vertegenwoordigd. Je kon er bij wijze van spreken een kledingmagazijn mee openbreken. Had je iets nodig wat je nergens kon bemachtigen, een paar koffiebonnen zorgden wel, dat het in handen kwam.
Zo is dan met het vervallen van de koffiebon een distributie periode afgesloten, waaraan we met huivering terugdenken. Twee jaar geleden werden de laatste bonkaarten uitgereikt en wat daarvan over is, heeft geen waarde meer De schamele resten kunt U vernietigen of ze als curiositeit bewaren.
De overheid verwacht geen groter verbruik van koffie, doch de Nederlandse koffiehandel is van mening, dat het verbruik onmiddellijk toe zal nemen, ook al wordt de prijs verhoogd. Want dit laatste staat reeds onomstotelijk vast. Voor de koffiebranders gaat de Sautaskoffie met 18 en de Afrika-koffie met 53 cent per pond omhoog, wat zijn weerslag op de consumentenprijs zal geven. In 1949 was het jaarlijks gebruik in Nederland 23000 ton, wat thans teruggelo
pen is tot 17.000 ton. De verwaohf^np is dat men weer vrij spoedig op 'lot <; : ' peil zal aanlanden. Wat de kwaliteit 'nftreft, deze is nog lang niet vooroorlo^H doch men hoopt dat spoedig de ha-.n) andere soorten dan de tegenwoop. i^r zal kunnen inkopen, waardoor de kvt, i teit aanzienlijk verbeterd wordt. D ^> naast verwacht men ook v/eer een ni ,r j dende concurrentiestrijd. Daarvoor \:r Schrammetje geen bewondering heb/-cij Het blijft een treurig verschijnsel, i i\ de handelaar elkaar de stroppen r.ei. eens gunnen. Want kijk het maar P.^H'- achtema, over niet al te lange tij-d 1 • yg je weer lepels en vorken en ik weet e\ niet wat op de koffie cadeau.
Daar moest men van Overheidsv ^tre maar eens een stokje voor steken. Wfit zulke dingen gaan öf ten koste /ar rjo kwaliteit, öf ten koste van de porttnienee van de consument.
Al met al is het verblijden i, daf, ue distributie van de baan is. Daarmee If aan heel wat narigheid een eind gekomen. En Schrammetje hoopt van hai te dat noch deze, noch volgende j^enez'atios er ooit meer mee to maken krggen. h e- zelfde wens werd ook aan het eind vin de vorige wereldoorlog in 1918 gfuit, doch is helaas gebleken ijdel te zijn. geweest. Slaat men het wereldgebeuren nauwlettend gade, dan bekruipt OTIP somtijds de vrees, dat men weer wel eens spoediger aan distributies toe kan zijn dan men denkt. ^
Dat zijn zo de overpeinzingen van
SCHRAMME1.\1
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 januari 1952
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 januari 1952
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's