Rondom de Landbouwschool

Deze week heeft de Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting op vier plaatsen van ons eiland praatmiddagen- of avonden gehouden, welke, gezien de opkomst, door de leden zeker op prijs worden gesteld. De praatmiddag te Sommelsdijk was op Woensdag gezet, teneinde ons in de gelegenheid te stellen met de leerlingen der vierde klasse, deze praatmiddig mee te maken. Wij zign er van overtuigd, dat deze middag voor onze leerhngen zeer leerzaam is geweest, en we verheugen ons er over, dat een tweetal leerlingen de vrijmoedigheid hadden ook enkele vragen te stellen.

Op deze praatmiddag is zeer veel besproken. In de eerste plaats hield de heer J. L. Koert, hoofdassistent van de N.U.F, een inleiding over de chemische onkruidbestrijding bij uien, waarbij vooral naar voren werd gebracht, de onkruidbestrijding in uien door middel van verdund zwavelzuur. In dit middel zit zeker toekomst; we zouden onze landbouwers, die verdund zwavelzuur willen gaan gebruiken, zeker aanraden, zich eerst in verbinding te stellen teet de heer Koert, teneinde teleurstelling te voorkomen.

Daarna beantwoordde de heer J. J. v. Gastel, Hoofdassistent voor de proefvelden en 't grondonderzoek bij het Rijkslandbouwconstilentschap te Barendrecht, op de voor hem bekende vlotte manier de verschillende vragen van de leden, die schriftelijk bij het consulentschap waren ingediend.

Allerlei onderwerpen komea hierbij ter sprake: bemesting (sporenelementen) veevoeding (de verandering hierin door de mindere invoer van buitenlandse voedermiddelen, en de gevaren hieraan verbonden, (wat betreft de mineralen voorziening van het vee.) rassenkeuze, (bieten, gerst, vlas etc.) grondonderzoek (juist in verband met het voorkomen in de grond van bovenbedoelde sporenelementen.) Daar de heer van Gastel jarenlang als assistent op ons eiland heeft gewerkt, is hij steeds een graag geziene spreker op deze middagen, te meer daar hij de plaatselijke toestanden nog niet is vergeten.

De heer L. van Wingerden, assistent voor de landbouwwerktuigen en machines, kreeg daarna vragen te beantwoorden, die door de aanwezige leden tot hem werden gericht. Inderdaad geen gemakkelijke taak. Uit de rustige manier, waarop hij de vragenstellers, trachtte te bevredigen bleek zijn zeer grote deskundigheid op 'dit gebied. De vragen hepen over de vlaspliikmachines, het olieverbruik bij tractoren, de kwaliteit van de olie etc.

Daarna kwam als laatste spreker aan het woord de "heer T. Smaal, assistent voor de kostprijsberekening bij het consulentschap te Barendrecht.

De heer Smaal wees er o.a. op, dat het voor ieder bedrijf aanbeveling verdient te werken met een vast bouwplan, d.w.z. dat op ieder bedrijf die gewassen moeten worden geteeld, waarvan de ervaring heeft geleerd, dat ze op die bepaalde grond in 't algemeen goed gedijen, en waarbij voor het bedrijf een goede werkverdeling aanwezig is. De beteelde oppervlakte van deze gewassen mag jaarlijks wel iets uiteenlopen, in verband met de vermeende vooruitzichten, doch zeer verkeerd is het, bij het bepalen van ons bouwplan de markt achteraan te lopen. Dit laatste gebeurt helaas nog zeer vaak. Op ons eiland blijkt dit uit de beteelde oppervlakte uien, die in de loop der jaren zeer schommelt en verband houdt met de prijs der uien. Raadzaam is het steeds verscheiden

Raadzaam is het steeds verscheiden gewassen te telen, waardoor het risico wordt verdeeld.

Mechanisatie is alleen dan verantwoord, wanneer op het bedrijf voldoende werk door de aangekochte machine kan worden verricht. Dit laatste werd naar voren gebracht bij het bespreken van de kostprijs van de verschillende gewassen. Het streven van de landbouwers moet er steeds opgericht zijn de kostprijs hunner producten te verlagen. De heer Smaal toonde dit aan door in kaart gebrachte uitkomsten van een bepaald gewas op de verschillende gecontroleerde bedrijven. Voor elk bedrijf was in een kolom aangegeven hoe groot de kilo-opbrengst was, van een bepaald gewas, daaronder de opbrengst in guldens van dit gewas en daar weer onder de kostprijs in guldens, zodat bv. voor aardappelen kon worden afgelezen, wat de netto winst per ha was op ± 25 bedrijven. Dat deze winst op de verschillende bedrijven zeer uiteeiüiep, laat zich begrijpen. Deze verschillen kunnen voort vloeien uit een betere geldelijke opbrengst, en ook uit een mindere kostprijs van het product.

Uit het bovenstaande moge blijken dat op een praatmiddag (tussen 2 en 6 uur) van de vereniging van Bedrijsvoorlichting velerlei onderwerpen de revue passeren, doch het mooiste er van is, dat deze onderwerpen volledig worden doorgepraat en practijk en theorie aan elkaar worden getoetst.

De voorzitter der vereniging, de hoei Joh. Mol sprak in zijn sluitingswoord zijn \oldoenlng uit over het verloop van deze middag en dankte de heer Ir J van Gaaien, Rijkslandbouwconsulent, met zijn staf voor het grote aandeel dat ze in het welslagen van deze middag hadden genomen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen