Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Leer Van Ds Molentiel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Leer Van Ds Molentiel

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

... en Je trage classis die hem beooraee

Omtrent ds Johannes Molentiel, die precies tweehonderd jaar geleden predikant te Sommelsdijk was, deelden wtj de vorige keer mee dat zijn huiselijk verkeer nogal opspraak verwekte. Met zijn echtgenote Maria de Coup leidde hij een allesbehalve ideaal huwelijksleven.

Uit hetgeen wij berichtten kon de lezer echter wel opmaken, dat de domineesvrouw zelf evenmin christelijk handelde. Zij ontzag zich niet om van de wanverhouding melding te maken aan diverse personen. Heeft ds Molentiel zich onbehoorlijk gedragen, ook op zijn vrouw viel wel wat aan te merken.

Een andere zaak — en dat heeft te Sommelsdijk eigenlijk de meeste opschudding verwekt — betrof echter de leer, die ds Molentiel predikte. Zijn ambt genoot Willem a Brakel van der Kluyt, welke als emeritus-predikant van Sommelsdijk nog in die gemeente woonachtig was, maakte bezwaar tegen de inhoud der prediking van Molentiel, zoals hij die hield op 22 September 1754 in de kerk te Sommelsdijk.

Het ging over Zondag 44 van de Heidelbergse Catechismus. Ds Molentiel stelde toen vast, „dat de geloovigen in Christus de wet Godts volmaaktelyk of volkomelyk onderhouden, van wegen of uyt kragt van de Geregtigheit van Christus, die als Middelaar door zyne Lydelyke en Dadelyke Gehoorsaamheyt den eysch van de wet Godts volkomentlyk vervult of volbragt heeft ende dat de Geloovigen dus Volmaakt zyn ten aanzien van de Heiligmaküige, ende de Wet Godts Volmaaktelyk onderhouden, wanneer zy de Geregtigheit van Christus door het Geloof omhelsen en Aannemen.' Ds Van der Kluyt bewandelde met zijn bezwaar de daartoe aangewezen weg: hij vervatte zijn bezwaren in een brief aan ds Molentiel. In deze brief verklaarde de emeritus-predikant, dat zijn collega, door het verkondigen van bovengenoemde leer op het antinomiaanse spoor verdwaald was geraakt. Ds Van der Kluyt waarschuwde de Sommelsdijkse predikant terug te keren van zijn dwalingen, want dit was geen gereformeerde leer, het was een onreehtzlnnige afwijking. Men zal dit toegeven. Volgens de an

Men zal dit toegeven. Volgens de antinomiaanse leer heeft de Wet Gtods als een oudtestamentisch geschrift afgedaan. Christus heeft die Wet volbracht en in Hem zijn de geboden Gods voor de gelovigen vervallen. Niet alleen de recht vaardigmaking is verkregen maar ook de heiligmaking! Aldus door redenerend kweekt men een lijdelijk christendom, dat — hetzij met eerbied gezegd — de Wet Gods aan zijn laars lapt. De mens kan zijn zondig' leven in volle maat voortzetten omdat hij toch reeds van eeuwigheid af geheiligd is.

Deze hovaardige vorm van christendom was in het laatst van de 17e eeuw geleerd door de Vlissingse proponent J. Verschoor, die om zulke dwaUngen geen toelating kreeg tot het predikambt. Verschoor werd nadien stichter van de secte der „Hebreeuwen", die vooral op Walcheren tussen 1675 en 1700 van zich deed horen.

Achtendertig spreekwysen

Ds Brakel van der Kluyt voelde zich niet weinig gegriefd, toen Molentiel, inplaats van met zijn collega over deze dingen te komen spreken, de brief met klachten in het openbaar van de kansel voorlas. Ook liet ds Molentiel zich minder vriendelijk uit over zijn collega (die er zelf bij was), terwijl hij voorts zich op een vreemde manier verdedigde. Dat de gelovigen reeds volmaakt zijn?

Dat de gelovigen reeds volmaakt zijn? Dit leert de Heilige Schrift volgens Molentiel in Hooghed 5 vers 2. Daar staat „Ik sliep, maar mijn hart waakte; de stem mijns lief sten, die klopte, was: doe mij open, mijn zuster, mijn vriendin, mijn duive, mijn volmaakte! Want mijn hoofd is vervuld met dauw, mijn haarlokken met nachtdruppen." Alleen reeds de woorden „mijn volmaakte" zouden aantonen, aldus ds Molentiel, dat de gelovigen werkelijk volmaakt waren.

Hoe een wetenschappelijk gevormd man als Molentiel (die te Leiden had gestudeerd) zulk een stelling durfde verdedigen, waar toch het evangelie duidelijk van het tegengestelde gewaagt, is ons heden een raadsel en zo dachten da Van der Kluyt en de zijnen er eveneens over. Ds Van der Kluyt beklaagde zich btj

Ds Van der Kluyt beklaagde zich btj de classis Schouwen-Duiveland (want Sommelsdijk hoorde voorheen immers niet onder Holland maar onder Zeeland) en zijn klacht stond niet op losse schroeven doch behelsde bezwaren tegen „achendertig spreekwysen en stellingen, door Domine Molentiel op den kansel geleert".

De klacht naar de classis werd echter pas verzonden op 3 Maart 1755, nadat gebleken was dat de kerkeraad van Sommelsdijk ds Molentiel de hand boven het hoofd hield. In October had J. van den Broek te Sommelsdijk bij da classis al geprotesteerd tegen het onchristelijk gedrag van Molentiel.

Verdere procedur»

Het is interessant te vernemen hoe de verdere procedure inzake de kwestie Molentiel verliep. Op 29 Maart 1755 berichtte de classis Schouwen-Duiveland, dat de klagers zich dienen te richten tot hun kerkeraad.

Een hernieuwd beroep op de kerkeraad heeft echter geen invloed, zodat de klagers zich op 27 Mei 1755 opnieuw tot de classis wenden. Ondertussen doen ds Van der Kluyt en zijn medestanders nog een poging bij de kerkeraad, welke tot gevolg heeft, dat zij op 19 Juni alleen worden gecensureerd.

Op 31 Juli 1755 richten de requestranten zich voor de derde maal tot de kerkeraad omdat zij hun censuur onrechtmatig achten.

In Maart 1756 schrijven zij hun derde request aan de classis. Eindelijk is er dan een positief gevolg: de kerkeraad heft de censuur op en in April komt een deputatie van drie personen uit de das-sis Schouwen-Duiveland naar Sommelsdijk om de klachten te onderzoeken. Eén der gedeputeerden is van mening, dat ds Molentiel op sommige punten inderdaad ernstig dwaalde.

Op 25 Mei 1756 besluit de classis bericht te zenden aan ds Van der Kluyt en andere klagers, dat zij zich maar tot... de kerkeraad moeten wenden!

De requestranten schrijven op 31 Augustus wéér aan de classis. Kennelijk besluit de slome classisvergadering dan toch maar een uitspraak te doen, maar in de zitting van 26 October van dat jaar komt zij er niet aan toe. Pas op 30 November 1756 valt dan eindelijk de uitspraak inzake de dwalingen in de leer van Johannes Molentiel, bedienaar des Goddelijken Woords te Sommelsdijk. Dat deze uitspraak — twee jaar na de eerste kl9.cht aan de classis! — al even vreemd was als de hele manier van handelen der classis Schouwen-Duiveland, zullen wg in een derde artikeltje aantonen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 augustus 1954

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

De Leer Van Ds Molentiel

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 augustus 1954

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's