Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onderwijstekort en leerplicht verlenging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onderwijstekort en leerplicht verlenging

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

We leven in een merkwaardige wereld. Vooral de hogere politiek is raadselachtig in haar gangen voor wie de drijfveren der politici niet kent. Dat is internationaal zo en nationaal gezien niet minder. Wel zeer duideUjk komt dit uit in de onderwijspolitiek onzer regering. Zo men weet, is door de Duitsers in

Zo men weet, is door de Duitsers in 1943 het verplichte 8e leerjaar ingevoerd, dat daarom en ook om andere redenen nooit erg populair is geweest. Na de oorlog werd het in 1947 tijdelijk opgeschort, omdat men er geen weg mee wist, tot grote opluchting van onderwijzers, ouders en kinderen! Deze opschorting was echter een doom in het oog van alle „progressieven." Er werd zulk een druk op de regering uitgeoefend, dat per 1 Jan. 1950 het 8e leerjaar definitief werd ingevoerd. En dat geschiedde, terwgl

1 er reeds een. tekort aan leerkrachten en schoolgebouwen was. 2 het v.g.l.o., dat deze leerlingen

2 het v.g.l.o., dat deze leerlingen moest opvangen, nog slechts hier en daar werkte en zich nog in het stadium van experimenten bevond.

3 de eerste geboortegolf zich bij het 1.0. zou laten gelden.

Hoewel van diverse zijden gewaarschuwd werd, ging de maatregel door, want de leuze was: leve de progessiviteit! En zo werkt het verpUchte 8e leerjaar nu bijna 5 jaar. Veel is er niet van terechtgekomen, vooral op het platteland niet, hetgeen wij ook voorspeld hebben. Intussen waren er voor dit nieuwe leerjaar ongeveer 400 leerkrachten nodig, waardoor het tekort nog groter werd.

De ontwikkeling ging voort, ook in dit opzicht, dat er steeds meer kinderen geboren werden. Ziehier de cijfers:

vóór 1940 gemidd. 1940—'45 gemidd. 1946 1947 1948 1949 1950 1951 1952 1953 180.000 200.000 284.000 267.000 248.000 236.000 230.000 228.000 232.000 228.000

Aan de hand van cijfers van het C. B. S. hebben wij berekend, dat er van 1949 tot en met 1953 in totaal 160.000 leerlingen bijkwamen (d.w.z. meer dan de school verheten), terwijl het aantal leerkrachten in idde periode met 3200 vermeerderde, zodat er per leerkracht 50 leerlingen bijkwamen! Dit tekent de situatie. Het is dus geen wonder, dat momenteel honderden onderwijzers en vooral onderwijzeressen voor veel te grote klassen staan en het aantal dergenen, die overspannen raken, stijgende is.

Natuurlijk is hierop al herhaaldelijk gewezen. De Minister vertelt dan, dat het aantal vacatures slechts ± 150 is. Maar hij vergeet.

1 dat er 2300 gehuwde onderwijzeressen voor de klas staan.

2 dat er 300 gepensionneerden als hulptroepen dienst doen.

3 dat in 1948 er 1400 H.B.S.'ërs met éénjarige opleiding tot onderwijzer werden gepromoveerd.

4 dat in 1952 een demobilisantencursus er nog 215 aanvoerde.

Trekt men deze aantallen af van het totaal — en ieder zal toegeven, dat deze öf niet meer in de klas thuishoren, öf slechts langs „illegale" w^ binnengesmokkeld zijn — dan blijkt het tekort niet 150, maar ruim 400O te zijn!

Men heeft nu op het Ministerie al enkele malen een prognose gemaakt. Dat blijkt echter een moeilvjke zaak te zijn. In Maart van dit Jaar zei het Departement, dat er in 1958 een tekort zou zgn van ± 1500 en enkel© weken geleden werd dit geschat op bflna 3000! Voor het jaar 1960 werd in Maart een overschot van 1500 geprofeteerd en nu een tekort van 2400! Het mooiste is echter de voorspelling voor 1970. Deze gaf in Maart een overschot aan van 18000 en nu van 8000. Dat verschilt slechts 10.000! Men kan uit deze departementale calculaties in elk geval concluderen, dat ze maar zeer betrekkelijke waarde hebben.

•' Uit de cijfers blijkt intussen duideUjk, v^dat de grootste moeilijkheden nog moeiten komen. Aannemende, dat de kweekscholen op het huidige peil blijven afleveren, wordt volgend jaar 1955 een tekort verwacht van 1250, terwijl dit in 1956 zal stijgen tot 3160! De oorzaak hiervan ligt in het feit, dat in dat jaar de kweekscholen vermoedelijk slechts ± 30% van hun eindklasse zullen afleveren, omdat dan de zgn. 3e leerkring J";S^at. Dit tekort zal tot 1960 tussen .iOOO en 3000 blijven schommelen, voorwaar een zeer prettig vooruitzicht. Vanaf 1963 verwacht men echter steeds groter wordende overschotten. Daarover behoeft evenwel niemand zich bezorgd te maken, daar deze hoog nodig zullen zijn voor leerplichtverlenging, verlaging van de leerUngenschaal en eventuele pensionnering op 60-j. leeftijd. Voor invoering van leerpUcht tot 15 jaar zullen 1600 leerkrachten nodig zijn en voor verbetering van het klassegemiddelde van 35 op 30 ongeveer 7000. De miftister, overtuigd van de huidige

De miftister, overtuigd van de huidige en toekomstige moeilijkheden, heeft bereids enkele maatregelen getroffen. Door het toekennen van z.g. fictieve diensttijd aan bezitters van de onderwijzersakte, die al korter of langer tijd buiten hel onderwijs Waren, hoopt hij 800 leerkrachten erbij te krijgen. Door het verlenen van vrijstelUng van militaire dienst voor benoemden in het rampgebied en aan kleine scholen komen ong. 500 onderwijzers dit jaar beschikbaar. Inderdaad hebben deze maatregelen reeds soulaas gegeven, vooral de laatste, waarvan- diverse scholen op Plakkee profiteren. Aangezien echter de grootste tekorten zullen ontstaan van 1956 tot 1960 moet er nog meer gebeuren. Zo worden er nu beurzen beschikbaar gesteld van ƒ 1500 per jaar, niet-gesubsidiéerde kweekscholen kunnen door andere worden geadopteerd (Ede, Gouda) en kleuteronderwijzeressen met diploma B kunnen op een spoedcursus worden opgeleid voor onderwijzeres. Tegen deze laatste maatregel is zeer sterke oppositie gekomen, onidat daardoor het kleuteronderwijs zal worden ontwricht en er weer een contingent leerkrachten in de lagere school verschijnt, dat voor dit onderwijs slechts een primitieve opleiding genoten heeft. In ieder geval wordt het tekort op deze manier gedeelteiyk opgevangen. Een andere methode weet trouwens niemand.

Niettegenstaande deze précaire situatie wat de leerkrachtenvoorziening betreft, is men weer druk bezig een verlenging van de leerplicht op zo kort mogelijke termijn in te voeren. Men beschouwt deze kwestie tegenwoordig van twee kanten: uit onderwijsoogpunt èn vanuit het sociale aspect, waarbij het laatste bij velen domineert. Wat het eerste betreft, wordt erop gewezen, dat in vele andere landen de leerplicht langer dan 8 jaar duurt en dat wij dus reeds achteraan komen. En wat het tweede punt aangaat, wordt vrijwel algemeen in verband met de toenemende industrialisatie de wens naar voren gebracht, de jonge mensen niet op te jeugdige leeftijd tot de fabrieken toe te laten. Vandaar, dat onlangs de Arbeidswet zodanig is gewijzigd, dat na 1 Juli 1955 meis.jes niet vóór haiar vyftienide verjaardag in bedrijven werkzaam mogen zijn. In de Tweede Kamer werd erop aangedrongen, deze grens zo spoedig mogelijk tot zestien te verhogen. Met deze sociale maatregel hangt

Met deze sociale maatregel hangt uiteraard de leerplicht nauw samen. Er komt nu voor de meisjes een hiaat van een jaar tussen het einde van de leerplicht en het begin van de bedrijfsarbeid. lOm dit te overbruggen moet derhalve de duur van de leerplicht verlengd worden. Men is nu met de meisjes begonnen, maar het wordt ook voor de jongens gewenst geacht. We kunnen er zeker van zgnj dat de neigenjarige leerplicht al heel spoedig zou worden ingevoerd als er geen tekort was aan onderwijzers en schooUokalen. De Minister is er nu nog wat huiverig voor. De ,,progessieve" Kamerleden — en dat zijn tegenwoordig niet alleen de socialisten, maar ook die der andere partijen — dringen echter voortdurend aan op leer

dringen echter voortdurend aan op leerplichtverlenging, zodat men er rekening mee zal moeten houden, dat deze ondanks alle bezwaren binnen afzienbare tijd wordt afgekondigd. Hoelang dit nog zal duren, is niemand bekend. Wij voorspellen, dat men evenmin als in 1950 rekening zal houden met het personeelsgebrek en ondanks dat de maatregel zal doordrijven, waarvan met name het platteland weer de dupe zal worden.

Hoe men deze ± 50.000 leerlingen moet opvangen, is een probleem, waarmee de politieke heren zich het hoofd niet breken. Dat moeten de onderwijzers maar uitzoeken! Het V.G.L.O., dat over 't geheel weinig groeikracht vertoont, zal georganiseerd moeten worden en hoe de vele lagere scholen met 8 klassen het moeten klaarspelen, is ons een raadsel. Wg voorzien, dat het doordrijven van deze poUtieke hobby's wederom een desorganisatie van ons onderwijs tengevolge zal hebben.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 oktober 1954

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

Onderwijstekort en leerplicht verlenging

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 oktober 1954

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's