Dominee adverteerde met zichzelf
en had succes!
Dat men onder de advertenties in de kerkelijke pers soms ook annonces kan aantreffen van predikanten, welke zich beschikbaar stellen voor een werkkring in een gemeente die op dat moment vacant is, behoort niet tot de zeldzaamheden.
En ofschoon het voor het gevoel van velen een vreemde zaak is, dat een dienaar van het evangelie zichzelf gaat rekenen als te behoren bij de rubriek „personeel aangeboden", is het toch niet altijd af te keuren, dat bijvoorbeeld een predikant, die de pensioengerechtigde leeftijd nadert, kleine gemeenten op zijn komend emeritaat attent maakt. Vaak zijn in zo'n geval twee partijen geholpen: de dominee die nog fit genoeg is om zijn ambtsbezigheden voort te zetten, en de gemeente die te klein is om een volledig traktement uit te betalen.
Maar ook in dat geval zal althans de predikant liefst de anonieme weg kiezen en wel door zijn naam niet in de advertentie te vermelden. Doet hij het wel dan loopt hij gevaar in het openbaar een figuur te slaan als geen enkele gemeente reflecteert op zijn aanbod.
Het kan echter zijn, dat men door de nood gedrongen wordt, dit middel toch te gebruiken. Aldus was het in 1797 bij ds. Jakobus Hoogklimmer van Heulen, dienaar des woords te Retranchement in Zeeuws-Vlaanderen. Van hem verscheen in de Boekzaal der Geleerde Wereld van juni 1797 de volgende advertentie:
De Standplaatse van den Ondergeteekende, behoorende tot die Landen, weJke door Hun Hoog Mogenden aan de Franschi. Republiek zyn afgestaan, en de Dienaars van den Godsdienst, volgens de wetten van 's Lands wege niet meer betaald wordende, zyne Gemeente, zo loel wegens het niet groot getal der Ledematen, als in het bijzonder van wegen de weinige gegoedheid derzelver, buiten staat zynde, om hem van genoegzame Bezoldiginge te voorzien, en hy vruchteloos die elders getragt hebbende te verkrygen, vind de Ondergeteekende zich m de war hem aandoenelyke en onaangenaame noodzaaklykheid om zynen Dienst aan de Nederduitsche Hervormde Christelyke Gemeenten aan te bieden, hetwelk hy doet by dezen: kunnende behoorlyke Burgerlyke en Kerkelyke Getuigschrijten vertoonen.
Jakobus Hoogklimtner van Heulen Retranchement (by Sluis in Vlaanderen) 20 juny 1797.
Reactie uit St. Philipsland
Blijkens de advertentie had ds. Van Heulen al andere pogingen In het werlc gesteld om van standplaats te veranderen. Wellicht had hij vacante gemeenten aangeschreven. Want men zal toegeven: hier was nood Zeeuws-Vlaanderen behoorde tot de gebieden, die terstond na de inval der Fransen onder vreemd bewind kwamen. Heel wat predikanten hebben het in die tijd moeilijk gehad; tal van gemeenten raakten vacant en verschillende predikantsplaatsen werden opgeheven. Alleen in de grotere plaatsen kon men het salaris van de dominees wel uit eigen middelen bijeenbrengen, maar de dorpen in de grensstreek, waar het protestantisme een minderheid vormde, zagen zich weldra van een herder verstoken.
Zo zou het ook met Retranchement gaan. In 1788 was ds. Van Heulen er gekomen (van Serooskerke op Schouwen) en nadat hij in 1797 vertrok bleef de gemeente vacant tot 1815.
Maar waar ging ds Van Heulen heen? Wellte gemeente reageerde op zijn advertentie? Het was Sint Philipsland. De predikant ter plaatse, ds. C. Schiettekatte, die hier in 1792 was gekomen, had een beroep aanvaard naar Gapinge. Men stelde een drietal, bestaande uit de predikanten Van Heulen te Retranchement, Ekema te Oud-Gastel en Jansen te Standdaardbuiten. Stellig was dit drie-tal alleen maar formeel samengesteld, want ds. Hoogklimmer van Heulen werd met algemene stemmen beroepen.
Hoe gauw wikkelde men de zaken af! Op 13 juli gmg de beroopsbrief naar Retranchement. Op 16 juli nam ds. Schietekatte afscheid van Sint Philipsland. Op 23 juli preekte ds. Van Heulen — die uiteraard per kerende post de beroeping had aangenomen — afscheid van zijn zeeuws-vlaamse gemeente. Op 30 juli bevestigde ds. Dake van Sint Annaland hem in de nieuwe gemeente, die dus maar veertien dagen zonder dominee had gezeten!
Inmenging van hogerhand?
Het is mogelijk, dat de toenmalige overheden zich in deze zaak gemengd hebben. In zijn afscheidspreek te Retranchement heeft ds. Van Heulen als tekst gekozen: „Ziet toe voor uzelven dat gij niet verliest wat wij gearbeid hebben" (2 Joh.: 8) .Volgens het verslag daarvan was ds. Van Heulen „toegewezen aan de gemeente van Sint Philipsland". Evenwel, bet wei'kwoord „toewijzen aan" werd in die tijd ook wel gebruikt in geestelijke zin. Men zei dan, dat de Grote Herder der schapen zijn dienstknecht aan een andere gemeente had toegewezen, 't Kan dus zijn dat de kerkeraad van Sint Philipsland geheel vrijwillig de keus heeft gedaan.
Ds. Hoogklimmer van Heulen, wiens ambtelijke loopbaan in 1779 te Hoedekenskerke was begonnen, zou te Sint Philipsland zijn laatste gemeente niet vinden. Hij vertrok in 1809 naar Zoutelande, waar hij tot het eind van zijn dagen, en wel tot 1832, werlmaam bleef.
Te Sint Philipsland had ds. Van Heulen het ruimer dan te Retranchement, al werd het, naarmate de Franse tijd langer duurde, niet gemakkelijker. De moeilijkste jaren voor Sint Philipsland braken echter aan na het vertrek van ds. Van Heulen in 1809; hij werd opgevolgd door dr. W. L. van Oosterzee. Tot 1815 had men deze predikant. In de jaren toen Nederland bij Frankrijk ingelijfd werd, was hij de enige inwoner van het dorp, die de Franse taal verstond. Daarom werd hij ook tot politieke werkzaainheid geroepen, namelijk tot het burgemeestersschap. In die kwaliteit heelt, naar verluid, dr. Van Oosterzee veel gedaan „om het juk der Fransen minder knellend te maken".
Als een kleine bijzonderheid moge ten slotte worden vermeld, dat de drie genoemde predikanten Hoogklimmer van Heulen, Schietekatte en Van Oosterzee typische voorbeelden zijn van predikanten, die diverse gemeenten in één provincie dienden. In de 17e, 18e en het begin van de 19e eeuw hebben vooral Friesland, Drente en Zeeland tal van „eigen" dominees gehad. Schietekatte heeft in een half dozijn gemeenten gestaan, het laatst Schoondijke, maar alle in Zeeland. Van Heulen stond in vijf Zeeuwse gemeenten. En Van Oosterzee is in 1815 naar Zonnemaire gegaan om daarna nog lange tijd te Goes werkzaam te zijn. H. de J.
H. de J.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 februari 1956
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 februari 1956
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's