Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De zaak PANNEEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zaak PANNEEL

Qeruchtmakenae kwestie uit de geschiedeni van de kerk van Poortuliet

7 minuten leestijd

In de eerste jaren van de Hervorming kwam het herhaaldelijk voor dat predikanten uit hun ambt werden ontzet wegens dwaling in de leer of losbandigheid m het leven. Sommigen waren kort tevoren nog Roomse geestelijken, die de Reformatorische vrijheid als ongebondenheid opvatten, anderen waren schoolmeester geweest of hadden een ambacht uitgeoefend en misten daardoor een gedegen theologische kennis. Een en ander gaf nogal eens aanleiding tot uitwassen Wie nu van mening is dat het leven van ambtsdragers een eeuw later vlekkeloos was. vergist zich. Toen de kerk niet meer werd vervolgd, trad er een tijd van bloei in, maar tevens een tijd van rust. Dit had tot gevolg dat sommige dienaren des Woords het niet meer zo nauw namen met de levenswandel. Het kerkrecht is echter streng en de maatregelen tegen de ambtsdragers waren niet mals. De geschiedenis van de kerk te Poortvliet kent ook zulk een historie, waarvoor we in dit artikel Uw aandacht vragen.

De nieuwe dominê

In februari 1655 was de gemeente Poortvliet vacant geworden door het overlijden van haar predikant Petrus Doornik, die haar niet minder dan 31 jaar had gediend.

Tot opvolger werd gekozen de jonge Samuel Panneel, proponent in de classis Walcheren.

Kandidaat Panneel nam het beroep aan en werd in november 1655 bevestigd door ds. Daniël van MiddelhoverJ, destijds predikant te Tholen.

De naam Panneel is in de Zeeuwse kerkhistorie geen onbekende klank.

Deze familie, bij de overgave van Antwerpen naar Middelburg uitgeweken, heeft de vaderlandse kerk enkele predikanten geschonken, wier namen met ere worden genoemd.

De veelbelovende predikant van Poortvliet — hij zal ongeveer 23 jaar geweest zijn, toen hij zijn intrede deed — viel bij de gemeente in de smaak. Het kerkbezoek, waarover in die tijd veel geklaagd werd, nam toe, en Panneel was één en al activiteit, getuige de nauwkeurige kerkeraadsverslagen tijdens het begin van zijn ambtsperiode.

Het proces Van Gheel.

Doch 't kan verkeren... Al spoedig was ds. Panneel in opspraaJk door het feit dat hij omgang bad gehad met een Middelburgs meisje, warnaar hij niet meer omzag.

De haar eens gegeven trouwbelofte had hij verbroken om onbekende redenen en als vrijgezel bewoonde hij de Poortvlietse pastorie. Doch de vader van het meisje, Zacharias van Gheel, was blijkbaar zeer ontstemd over het onrecht zijn dochter aangedaan en hij begon een proces tegen de predikant van Poortvliet.

De langdurige rechtzaak gaan we nu maar voorbij. Hoofdzaak js dat ds. Panneel het proces verloor en veroordeeld werd tot betaling van de kosten. Panneel nam met dit vonnis echter geen genoegen en ging in appèl bij de Hoge Raad.

De Classis Tholen vond het ongewenst dat ds. Panneel tijdens de procedure zijn ambt bleef uitoefenen en adviseerde de kerkeraad van Poortvliet, haar leraar tijdelijk te schorsen.

De kerkeraad bleek echter van mening te verschillen met de Classis en trok zich van het advies niets aan. Ds. Panneel bleef dus gewoon zijn dienst waarnemen en de gemeente kwam getrouw op. „Hij preekt goed" was het oordeel van de gemeente en met zijn privé-zaken bemoeide men zich niet.

De molens van het recht malen langzaam en de beslissing van de Hoge Raad liet op zich wachten. De zaak zou in het vergeetboek geraakt zijn, als ds. Panneel niet opnieuw de aandacht op zich had gevestigd.

De ontvoering.

Plotseling kwam aan het licht, waarom ds. Panneel een einde had gemaakt aan de verhouding met mej. van Gheel: er was een ander die zijn zinnen boeide: Johanna Apollonius, dochter van de Middelburgse predikant Wilhelmus Apollonius.

De vader van het meisje was waarschijnlijk tegen een huwelijk van zijn dochter met ds. Panneel — diens ontrouw aan zijn eerste liefde zal in Middelburg wel bekend zijn geweest!

Daarom wachtte ds. Panneel zijn tijd af. Die tijd kwam vlugger dan hij had verwacht. In 1657 stierf ds. Apollonius; zijn vrouw was al eerder overleden, zodat zijn beide dochters als wezen achterbleven. Ook de voogden van Johanna waren ds. Panneel echter niet gunstig gezind. Maar blijkbaar stond de Poortvlietse predikant op het standpunt dat in de liefde alles geoorloofd is en op een nacht in november 1657 schaakte hij zijn bruid, voerde haar naar het nabijgelegen Vrouwenpolder en werd daar in ondertrouw opgenomen. Daarna nam hij zijn aanstaande vrouw, vergezeld van haar zuster, mee naar Poortvliet.

Aan de kerkeraad van Poortvliet deed ds. Panneel het verzoek om hem in ondertrouw op te nemen, waaraan deze voldeed. De acte luidde als volgt:

„den 24 sten november 1657 sijn ondertrouwt Mr. Samuel Panneel, dienaar des goddelijcken woorts alhier, jongeman van Middelburgh, met Johanna Apollony, jongedochter van Middelburgh Actum in onze consistoriale vergaderinghe gehouden 24 november 1657 tot poortvliet. Met naem ende last des kerckenraedts.

Daniël Ketelaer, predikant tot Phillippi-lant."

Ds. Panneel had echter buiten de waard gerekend, want hoewel men niet over telefoon en telegraaf beschikte zoals in onze tijd, was de ontvoering toch spoedig bekend en de voogden van zijn bruid klaagden hem aan. Bovendien kreeg hij geen toestemming in het huwelijk te treden, zolang de Hoge Raad geen uitspraak had gedaan in het proces - van Gheel!

Het geschil met de classis.

De classis vond het nu mooi genoeg en ds. Panneel werd — voorlopig voor drie maanden —' geschorst. Ds. Wilhelmus Stamperius van Scherpenisse en ds, Marinus Huijgens van Liefkenshoek kregen opdracht, namens de classis de zaak te Poortvliet te onderzoeken.

Bij dat onderzoek bleek dat ds. Panneel zó door zijn privé-zaken in beslag genomen was, dat hij de laatste maanden de gemeente had verwaarloosd.

Daarom werd de schorsing voortgezet Wonderlijk genoeg koos de kerkeraad

Wonderlijk genoeg koos de kerkeraad nog altijd partij voor haar predikant en als de classis het niet had verhinderd, had ze hem rustig laten preken.

De situatie was ook niet gemakkelijk, want leesdiensten, zoals tegenwoordig, kende men in die tijd nog niet, dus als men geen predikant of proponent kreeg, was men genoodzaakt 's zondags de kerk te sluiten. Dit blijkt uit een brief van 23 mei 1658 aan ds. Daniël van Middelhoven en ds. Franciscus Dibbets, beiden predikant te Tholen. waarin de kerkeraad van Poortvliet verzocht „aan de eerwaerdighe hooggeleerde en godtsalighe dienaren der ghemeynte Jesu Christi tot Tholen oft een van haer beijden gelieven sal den godsdienst naesten sondagh den gehelen dagh waer te neemen, aangesien corts geleeden den geheelen sondagh geen dienst is gedaen en verleeden sondagh alléén nae den middagh..."

Intussen wachtte men tevergeefs op het vonnis van de Hoge maad. De classis besloot daarom in haar vergadering van 12 juni 1658 „met eenpaarighe stemmen dat ds. Panneel opnieuw sal worden gesuspendeerd voor den tijd van drie maanden over sijne laetsbegane fouten, wel verstaende dat ds. Panneel sal gehouden sijn een proponent in sijne plaetse te stellen die den godsdienst geduurende dien tijd sal waemeemen op sijne costen ende dat hij volgens de resolutie van dato 19 Maert 1658 sijn selven sal hebben te begeeven nae 's-Gravenhage om sijn proces te vorderen ende af te doen."

Dat het in de vergaderingen van de kerkeraad met de gedeputeerden van de classis niet altijd even vredig toeging, bewijst een egenaardige aantekening, waarvan we hier enkele regels laten volgen:

„De gedeputeerden des classis hebben hier teegen geprotesteerd als sijnde strijdigh teegen haare ordonnantie.

Ende versoeckten dat op staende voet in de consistorie dit soude onderteekent worden ende dadelijck copij daarvan soude uytgaen, soo seijde ouderling h... (de naam is niet goed leesbaar) ick sal thuys wel dadelgck copij schrijven, ick en hebben hier geen papier genough; soo seijde ds. Huygens, ick wilt dadejltjck van ulieden hebben sonder uyt te [consistorie te gaen, want lek vertrouwe lulleden niet..."

Het valt terstond op, dat de stijl van Idit verslag geheel uit de toon valt, ver- Igeleken bfl de andere verslagen met hun {deftige stadhulstaal.

Ia het toeval dat het eindigrt met de Iwoorden;

„Nae dancksegginghe sijn de broeders Ihuns weeghs gegaen" inplaats van het Igebruikelijke: „Nae dancksegginghe tot •God sijn de broeders in vreede gescheij- Iden"?

Overigens was de kerkeraad ervan lovertuigd dat ze volkomen ter goederjtouw handelde. 6 juli 1658 schrijft ze de classis: „men heeft ons beschul- Idigt van dobbelsinnigheijt, maar wij sijn Ite werck gegaen volgens onse conscien- [tie ende tot stigtinghe der ghemeijnte, nae de kercken—ordeninghe.

Wg hebben hem (d.i. ds. Panneel) nog Inoyt tot bekentenisse connen krijgen over de saecke maer leetweesen heeft liy genough getoont... doch hebben virij hem van den stoel gehouden voor den jtflt van drie maanden."

De afzetting.

In de herfst van 1658 kwam eindelflk het vonnis van de Hoge Raad, die ds. panneel opnieuw in het ongelijk stelde.

Nu stond ds. Panneel echter niets Imeer in de weg om zqn huwelijk met Johanna Apolonius te laten voltrekken.

De classis vond het echter onverantffoordelqk, ds. Panneel als predikant Van Poortvliet onder deze omstandigheden te handhaven, vooral omdat zijn ambtel^k werk de laatste tijd veel te "vensen overliet.

De classis besloot op 30 oktober 1658 Is. Panneel uit zgn ambt te ontzetten; de Staten van Zeeland bevestigden deze "ütspraak en voegden er de eis tot dewrtatie aan toe; Ds. Ftomeel moest zo jBpoedig mogelijk Poortvliet verlaten.

Daar hfl nu echter wettig gehuwd vas, kreeg hö op zfln verzoek een attest dat hij beroepbaar bleef.

_ Aanvankelijk scheen echter geen en- Kele gemeente hem tot haar dienaar te begeren. Paa twee jaar later, toen ds. panièl Ketelaer te ST. Philipsland was f^S^ °' ^^^^^ <ïeze gemeente in okpober 1660 een beroep uit op ds. Panheel, die dat naar alle waarschijnlijkpeid wel zou hebben aangenomen, inlien de Staten van Zeeland zich er niet nee hadden bemoeid. Deze verboden de Cassis Tholen het beroep te approbepea, waardoor het dus ongeldig werd T'erklaard.

Over de verdere levensloop van ds. ^^"leel is ons niets bekend. De gissing pat hij de koopman zou ztjn die in de peede helft van de 17e eeuw te Midpeiburg woonde, is te gewaagd.

In het begin van 1659 werd als opvolger van ds. Panneel beroepen ds. Isaak pansonius van Rybeke, predikant te «wutelande. Deze werd de 8ste juni 1659 te PoortvUet bevestigd door ds. Hermanns Mevius van St. Maartensdijk.

,„ , . laiigdurige en geruchtmakende aak m het kerkelgk leven van Poort- T^et was hiermee geëindigd.

W. V. G.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 augustus 1956

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

De zaak PANNEEL

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 augustus 1956

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's