Rede van de heer A. Vlasblom (S.G.P.)
Prov, Staten van Zuid-Holland
„ONS VOLK"
Heeft het vorige jaar voor de S.G.P. dhr. H. van Rossiun het woord gevoerd bij de behandeling van de begroting, thans voerde dhr. A. Vlasblom van Delft het woord, uit wiens rede vrij thans het een en ander voor onze lezers aanstippen.
Spr. begon er op te wflzen, dat hfl namens ons volk wenste te spreken dat in overeenstemming is en moet zijn met onze landsgeboorte.
Dit was naar aanleiding van een opmerking die door een der C.H. leden van het College was gedaan, dat hij steeds sprak van „ons volk", terwijl dit in feite maar een kleine fractie daarvan was.
Aan de hand van een verkiezingsblad „Binding", dat bö de verkiezing door de C.H. Unie was uitgegeven, wees spreker er op, dat ook daar was geschreven en gesproken over ons volk en dat geheel ons volk zich moest onderwerpen aan Gods Woord.
Welnu daarbQ sloot de spreker zich aan, maar wenste dit dan ook ten uitvoer te zien gebracht in het college van G.S. Deze gedachte moet worden gerealiseerd en de S.G.P. wil die poging gaarne steunen, om die gedachte nader uit te werken.
In een opbouwende rede werd betoogd, dat op dit standpimt velen in ons land hebben gestaan, wat met een keur van citaten werd aangetoond.
Dat met name de voornamen, van hen die ons thans tegenstaan, destijds een geheel ander geluid hebben doen horen, doch waarbij de S.G.P. zich kan aansluiten. Mannen als Hoedemaker, Groen, Keuchenius en zovele anderen.
Groen sprak van ons Nederlandse volk en hij protesteerde steeds er tegen dat men ons volk een beginsel opdrong, dat met de oorsprong van Nederland in strijd was. Wij hebben, zegt Groen, altijd rekening te houden met het historisch gewordene, met onze oorsprong, welke ligt in de Reformatie. Dat is het beginsel onzer kracht geweest, w^ zfln voortgekomen uit het Geneve van Calvin.
En nu is het het Calvinisme, het Puritanisme geweest, dat in zijn onvoorwaardelijke onderwerping aan het Woord des Heeren daarin zijn kracht vond voor haar strijd. Daarom wil de S.G.P. die 'n eigen beginsel bekleed in aansluiting met die der Vaderen, dit standpunt nooit loslaten door er anders geen grond over blijft om als partij te bUjven bestaan.
Met dr. Hoedemaker was hij er van overtuigd, uit wiens geschriften werd geciteerd, dat er in Nederland, naast de andere Ohr. partijen een plaats overblijft voor een partij, dat handhaaft art. 36 van onze Nederlandse geloofsbelijdenis, maar dan op zijn Dordtsch. Principieel stelde hij, evenals dr. Hoedemaker aan de orde, op staatkundig gebied dat heel ons volk, als een eenheid, zich boog voor het Woord des Heeren.
Niet zonder rede was er derhalve door hem gesproken van „ons volk", zoals hij het zag en gezien moest worden en dat derhalve een grondslag moet worden gelegd, dat een steun vindt bij de helft plus één maar in de H. Schrift.
Toen dit beginsel werd gehandhaafd, ging het ons volk goed. Daarom is dit de preliminaire kwestie
Daarom is dit de preliminaire kwestie die altijd aan de orde moet blijven gesteld, handhaving van de belijdenis, op de manier van Dordt. En zolang wij het daarover niet eens z^n, kunnen wij niet gaan zitten aan dezelfde tafel.
Toch kan een kleine partij sterk zijn, omdat in kerk en school en msLatschappij die beginselen vatbaar zijn, die rust en vrede brengen in het hart, en tot heil zijn voor ons volk. Maar dan moeten wij onverzwakt handhaven die beginselen, die daaraan ten grondslag leggen, welke gelden voor iedere Overheid. Niet het standpunt huldigen, dat in onze dagen weer opgeld is gaan doen, en nader is beUcht, dat de Decaloog, de wet der tien geboden, voor ons volk niet geldt, omdat wü niet persoonlijk niet uit Egypte uitgeleid zijn. Och, och, wat een sophisme. Maar dan verdienen zij het zelfde verwijt dat ds. v. d. Kemp in zijn Catechismus de wetsbestrijders toevoegt waarbij zij worden ingedeeld, ds. v. d. Kemp zegt, dat het grote dwaasheid is van hen, om te besluiten, dat de wet van Mozes ons niet aangaat, daar toch die wet, die uit Gods Opperwezen, dat Hij de JEHOVA is, vloeit
Geciteerd werd, wat dr. Knijper en dr. Bavinck hebben neergeschreven, te dien aanzien en tevens vastgesteld, dat voor alle tijden en alle volken die Decaloog geldende is. Vastgesteld werd, dat het Gods eer
Vastgesteld werd, dat het Gods eer te na komen zou, indien men nu stellen zou, dat God Zijn wil niet zo duidelijk had bekend gemaakt, dat zijn denaresse de Overheid, in de zaken, die haar regarderen, diens wil uit Zijn Woord en Wet zou kunnen te weten komen.
Subsidies
De begroting spreekt van een reeks ingewikkelde verschijnselen, waarop nader een antwoord zal worden gegeven. Door G.S. zijn richtlijnen vastgesteld ten aanzien van de subsidies, die worden verstrekt. Reeds voor de oorlog was door dhr. A. J. Kersten daarop aangedrongen en spr. heeft G.S. steeds daarop gewezen. Eindelijk zijn zij gekomen en nu moet spreker zeggen, dat deze richtlijnen hem teleurstellen. Met name worden die punten genoemd, die voor ons onaannemelijk zijn. Stukken, die niet behoren tot de taak van de overheid, zoals toneel, ballet, muziek, orkesten, cultuurverheerlijking, kampeerraad, openbare leeszalen, jeugdherbergen, enz. Reeds heeft spr. in den brede voorheen hierbij stilgestaan en het ontoelaatbare aangetoond en gewezen daarop, dat dit dingen zijn, die ons volk niet zullen verhogen, doch haar op doet gaan in de ijdele dingen van deze wereld,
De vraag is gesteld, moeten onze mensen daarvoor hun zuurverdiende penningen opbrengen aan belastingen, om die met name op den Dag des Heeren te zien doorgebracht. Is dit geen aanklacht tegen deze Overheid. G.S. zullen dit nooit kunnen verantwoorden. Zij heeft in deze een roeping. Groter waarden zijn er in het menselijk leven, noodzakelijker dan al deze dingen. Wij moeten iedere aanraking met deze wereld die in het boze Ugt, vermijden, om des beginselen wil.
En dan zijn wij niet dopersch, wel Dordtsch, dat bewijst onze aanwezigheid op deze plaats. Heilloos wordt dit pad genoemd, om alles wat zich om steun aanbied te gaan steunen, zonder te vragen, of dit in overeenstemming is met Gods Woord, en in het belang der Provincie. Veelal zijn het voordrachten, onderwerpen en zaken, waarbü Gods Dag is gemoeid, waarbij de beginselen in het gedrang raken. Ondanks de voorlichting door G.S. gegeven, varen wfl nog in de mist, en komen er op deze wijze nooit uit.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1957
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1957
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's