Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Met Barbara op stap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met Barbara op stap

4 minuten leestijd

(I.)

Domineesvrouw maakte reizen... bit de haard

De tijd van reizen staat weer voor de deur. In veel huizen worden vakantieplannen uitgewerkt. Straks trekken oud en vooral jong, weg. Wij kunnen ons beslist niet indenken, dat het voorgeslacht dit uitgaan'niet kende. Men wist trouwens niet wat vakantie was. Dit gaf een dubbel nadeel. Want niet alleen heeft ieder vakantie nodig als onderbreking van zijn dagelijks werk, maar ook is er in de verlofperiode gelegenheid om „spelenderwijs" de kennis van andere streken en mensen te vergroten.

Vroeger had men maar weinig begrip van aardrijkskunde. Terwijl tegenwoordig haast iedereen in ruwe trekken de wereldkaart in zijn hoofd heeft,vristen de mensen voorheen meestal op geen stukken na hoe hun eigen land er uitzag. Er bestond immers geen leerplicht en het onderwijs was gebrekkig.

Tot degenen, die zich hier zorg over maakten, behoorde de Goudse domineesvrouw A. B. van Meerten-Schilperoort (1778—1853). Deze schrijfster en opvoedkundige heeft zeer veel gedaan om het jonge geslacht wat bij te brengen. Niet alleen gaf zij zelf onderwijs — in de Franse tijd, toen het inkomen van haar man, ds H. van Meerten, gering was hield zij een dagschool — doch vooral door haar geschriften wist zij een brede kring van jongeren te bereiken.

Barbara van Meerten heeft veel boeken geschreven. Het grootst in omvang is de „Reis door het Koninkrijk der Nederlanden en 't Groothertogdom Luxemburg, voor jonge lieden", een vijfdelig werk, waarvan het eerste deel in 1822 en het laatste in 1829 verscheen.

Honderddertig jaar nadat dit boek van de pers is gekomen, moet men by het doorbladeren ervan erkennen, dat Barbara een schrijfster met talent was. Zij trekt met haar jonge publiek het land door, te beginnen bij Amsterdam, om via Noord-HoUand in Friesland te komen. Van het noorden uit bereist zij Overijssel, Gelderland en Limburg, neemt dan oostelijke België en Luxemburg (immers waren België en Luxemburg destijds met Nederland verenigd), keert via Vlaanderen, Zeeland en Brabant naar het midden des lands en eindigt in Gouda.

Maar het is geen dorre opsonuning van bezienswaardigheden en feiten. Barbara heeft haar rondgeleidingen vervat in brieven, die door verschillende toeristen naar familie of vrienden worden geschreven. Dit maakt het boek aantrekkelijk.

„E^n mannelijke traan"

Natuurlijk is de stijl ouderwets. Zo schrijft zij in haar voorwoord van het eerste deel: „Ziet daar, mijne jeugdige Vrienden! want het was weder voor U, dat ik de pen opvattede, ziet daar eene Reis van welke ik , het eerste deel aanbiede. Dezelve zal kunnen strekken tot verdere uitbreiding uwer Aardrijkskimdige kennis en U wellicht bekend maken met eene of andere nuttige inrigting, wetenswaardige bijzonderheid of bekoorlijk plekje in ons gezegend Vaderland, U tot heden onbekend".

Barbara had zelf deze reis 6ók niet gemaakt. Zij erkent aanstonds, dat ze haar kennis uit bestaande boeken heeft gehaald. „Het is een reis in het hoekje van den haard".

Maar in enkele plaatsen was Barbara toch wèl bekend. Wanneer zij een uitvoerige beschrijving geeft van de geneugten, die het domineesbestaan oplevert in Bedijkte Schermer, een dorp bij Alkmaar, verwondert dit niemand die vveet, dat Barbara als piepjong domineesvrouwtje (ze was zestien jaar toen ze trouwde met de twaalf jaar oudere ds. van Meerten!) vier gelukkige jaren in de pastorie van Bedijkte Schermer heeft doorgebracht.

Ook haar eigen stad Gouda krijgt het breed uitgemeten. En verder alle plaatsen, die in haar tijd nog de herinnering opriepen aan belangrijke gebeurtenissen. Pagina's lang vertoeft Barbara op het slagveld van Waterloo; 't was toen geen tien jaar geleden, dat Napoleon hier definitief werd verslagen.

Waterloo is voor Barbara de plek om te zeggen: „Waarlijk, hij die dezen met het bloed van duizenden nog zoo onlangs doorweekten grond voor het eerst zonder ontroering betreden kan, moet geen mensohelijk hart in den boezem hebben, en de dappere krijgsman behoeft zich hier evenmin te schamen over eenen mannelijken traan, welke hem bij de herinnering van zoo veel ellende in het oog bUnkt".

Doch laten wü de huilende krijgslieden achter, om Barbara te volgen naar bekend terrein en wel naar Goeree en Overflakkee, waar ze ook eventjes is aangeland, zq het dan... bij de haard.

H. de J.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 21 mei 1957

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

Met Barbara op stap

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 21 mei 1957

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's