Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

�Geluk!"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

�Geluk!"

7 minuten leestijd

(4)

Er volgen wel weken, dat hij zijn spaar- Pot flink aanspreken moet maar er 2i]n ook weken, dat hij een aardig duit- Je opzij leggen kan. Hij begint nu ook "1 jonge hennen te handelen. Hij waagt "leer. Hij koopt twee schapen. Druk heeft hij het nu, want hij moet tegelijk Op de grote markt en de kleine markt ajn. Dat heeft z'n nadelen. Hij ver- •ïoopt te vlug, geeft te gauw zijn waar gewonnen. Maar hij bijt door. Scherp staat zijn gezicht en in zijn ogen gloeit vuur. Het komt zover, dat hij in de ''oot bij de grote kooplui mag zitten. Niet langer hoeft hij zich in het een of ander hoekje te verbergen.

Die schapen heeft hij tegen inkoopsprijs kunnen verkopen. De vracht was verlies Een volgende keer beter.

De grote kooplui leren hem onderweg öe raarkttaal, want kooplui vragen en bieden in code. En zij vragen hem, of hij al een borrel drinkt. Een borrel, neen, Bernardus belieft geen borrel. Geen mens ziet hem ooit in een café. Hij rekent af op de plaats van verkoop zelf. Maar dat zal wel anders worden. Dat zeggen de andere kooplui tenmin

Dat zeggen de andere kooplui tenminste.

Is dat hij een zoon van een arme weduwvrouw is, anders hadden ze hem vast al een borrel leren drinken.

Dat hij niet aan de schapen verdiend heeft, zit Bernardus enigszins dwars. Want dit heeft hij begrepen, met pluimvee, vellen en kippen blijft hij een scharrelaar. En dat is zijn bedoeling niet. Hij wil hoger, hij wil naar de grote markt. Goed, hij zal het opnieuw met een schaap proberen. Een arbeider in de buurt heeft er eentje te veel. Met een uit het bos gesneden stok gaat hij er op af. De arbeider staat paf. Durft zo'n jonge jongen een schaap te kopen? Als een kenner betast en schat Bernardus het dier.

Natuurlijk vraagt die arbeider te veel. Het bezit van zo'n schaap is voor een arbeider kostelijk, en als hij er een te veel heeft en dat verkopen kan, stelt hij zich daar bergen geld van voor. En het duurt heel lang voor hij iets van de prijs laat vallen. Veel zegt Bernardus niet, hij kijkt

Veel zegt Bernardus niet, hij kijkt maar strak naar dat schaap. En blijft staan waar hij staat. En die arbeider praat maar en vertelt, hoe best dit schaap wel geweest is.

Hij heeft er — wacht eens — zo en zoveel lammeren van gehad en zo en zoveel melk heeft dat schaap opgebracht, en wol — altijd een beste vacht vol. Het is een schaap, zo je in heel het dorp niet aantreft, een prachtig als hij niet bieden durft — de arbeider beest en nooit één zieke dag. Maar ja, te nemen. En er komen kooplui ge­ zal de laatste zijn om hem dat kwalijk noeg, haast heeft hij helemaal niet.

Bernardus luistert maar nauwelijkb naar wat die man daar staat te beweren. Hij heeft dat schaap al gekocht en is er mee op de markt. Kooplui leggen een paar grote handen op zijn dier, ,. zoeken naar vlees en schatten de ponden vet die het beest opleveren zal. En hii weet vooruit wat ze hem bieden zullen. Daar moet de vracht af en het marktgeld. Bovendien het bedrag, dat hij aan zo'n groot schaap moet verdienen. Wat er over blijft mag hij bieden. school zijn geweest, rekenen kan hij Bernardus mag dan niet lang naar wel. Fel slaat hij de arbeider in zijn beèelte handen, zijn ogen bliksemen bijna en scherp is zijn stem. — Tjonge, jij kunt nog es slaan! weet

— Tjonge, jij kunt nog es slaan! weet de arbeider.

En er lacht iets aan hem als hij met 'n ferme klap van zijn doorzomerde en doorwinterde hand de jongenshand weg slaat. Even voelt Bernardus zich uit de wereld weggeslagen. En die arbeider lacht.

Maar dan komt daar een vrouw uit dat arbeidershuisje vandaan, een heel grote vrouw met een witte muts op haar hoofd. Die vrouw heeft alles gezien en berispt haar man: — Foei, moet jij die jonge koopman

— Foei, moet jij die jonge koopman zo hard in zijn hand slaan? Kom jij maar eens hier mijn jonge.... dan zullen wij eens handelen, jij en ik, we worden het vast wel eens. Ik heb altijd veel met je moeder opgehad en ik wil, dat jij dat schaap van mij koopt. Een best schaap is het en eigenlijk zou ik het bij met willen houden, zie je Maar ja, ik kan het dier geen eten geven, de jongens gaan voor. Zo'n beest wordt te oud, maar een best beest is het, wat ik je zeg. En leg nu jouw hand eens in mijn hand, niet hard slaan hoor! en fluister mij eens wat je voor dat beste schaap bieden durft.

Eens worden ze 't niet. Bernardus gaat weg. Maar dan roept de vrouw hem terug. Zij vraagt, of hij wel zoveel geld bij zich heeft en of hij direct betaalt.

Natuurlijk heeft Bernardus het nodige geld bij zich, hij kan meteen betalen. Maar dan neemt hij ook het schaap mee naar huis. Goed, hij krijgt geluk en betaalt en neemt het schaap mee.

Dat schaap, een hele dag heeft hij er mee aan de markt gestaan en zeker wel twintig mensen hebben op dat schaap geboden.... en nóg is het niet verkocht. Bernardus heeft zijn winst al laten vallen, wil zelf al lang wel de kosten bovendien dragen en nóg kan hij niet genoeg geboden krijgen. Dit draait op verlies uit, hij weet dat.

Eindelijk komt er een koopman, die inkoopsprijs biedt en geluk van hem krijgt. Doch de koopman heeft bedongen, dat Bernardus zal tractoren. De jongen moest dat wel toezeggen. Nu zitten ze samen aan een tafeltje in een café naast de markt. Het is daar vol en warm, er wordt gerookt en geborreld en koffie gedronken. Er zitten kooplui en boeren en de sfeer is een saamhorige. Bernardus kan zijn ogen maar niet afhouden van het vele geld dat er over de tafel gaat. De dames-bediening heeft het druk met consumptie te brengen, want velen zijn dorstig na al dat loven en bieden en dit praten achteraf. In de grond van de zaak zijn kooplui advocaten: zij hebben de kwaliteiten om hun beesten te verdedigen. De koopman, die het schaap van Bernardus kocht, moet nog eens extra zijn keel gebruiken om de aandacht van een bedienster te trekken. Heel hard roept hij Truus. Dat is zo de gewoonte. De meisjes en de kooplui kennen elkaar. Kennen elkaar, is niet helemaal juist; de bediensters kennen hun klanten beter dan de klanten hun bediensters. Een koopman moet zijn punten van waardering halen met altijd eerlijk af te rekenen en niet zuinig te zijn met een fooi. En de meisjes worden geschat naar vlug het bestelde te brengen.

Truus komt eindelijk en vraagt haastig naar de bestelling.

— Twee borrels, ^ zegt de koopman. Maar dan kijkt Truus naar Bernardus en vraagt met de ogen of het menens is, dat hij ook een borrel zal drinken. In die vragende ogen zit iets van zijn moeder en Bernardus haast zich om koffie te vragen. De koopman protesteert. Met een koffiebek doet hij geen zaken, die jongen moet en zal een borrel drinken.

Truus, zij is maar een paar jaar ouder dan Bernardus. Eigenlijk is ze nog veel te jong om hier al die mannen te bedienen en aan te horen al het liefelijke en meer of minder ruwe, dat die grote mensen haar zeggen. Soms is het wat erg, vooral als ze met elkaar aan één tafeltje zitten en in geestigheid tegen elltaar opbieden. In het begin hier, kwam ze vaak in moeilijkheden. Nu is ze er al aan gewend om met een enkel woord of gebaar terug te betalen. Truus, zij weet dat Bernardus het

Truus, zij weet dat Bernardus het even moeilijk heeft en.. hoe dat komt, zij weet het niet, maar mèt dat ze hem zag, heeft ze iets ondefinieerbaars voor de jongen gevoeld. Daarom helpt ze hem. Zij brengt twee borrels en één koffie. En als de koopman nog tegen die koffie presteert, zegt Truus, dat ze gebracht heeft wat haar besteld is.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 1957

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

�Geluk!"

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 1957

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's