Vereniging tot bestrijding van veeziekten kwam bijeen

Na voorlezing van de notulen door de secretaris, de heer M. Both, gaf de voorzitter eerst het woord aan de heer Oskam. De agenda gaf anders aan, maar in verband met de hopeloze toestand bij het veer werd de agenda omgezet, om de heer Oskam in de gelegenheid te stellen tijdig te kunnen vertrekken.

Inleidende beschouwing

In zijn inleiding zei de heer Oskam dat het plan tot bestrijding van de abortus bang in zijn algemeenheid is opgezet. Het landelijke plan kan niet altijd rekening houden met plaatselijke en streekomstandigheden. Spreker deelde mede dat het bestrijdingsplan de nodige voorbereiding heeft gehad. Het is in de periferie gaan leven en uitgegroeid tot een zaak van landelijke omvang. Tot op heden had de veehouder te maken met maatregelen, die in de Veewet werden geregld. Daarnaast kent men de landelijke maatregelen. Door de ingestelde wet op de bedrijfsorganisaties werd uitspraak gedaan, dat maatregelen voor een bepaalde tak van bedrijven door die gezamelijke bedrijven dienen te worden genomen. Hierop zijn de verschillende bedrijfs

Hierop zijn de verschillende bedrijfsschappen ingesteld. Eén daarvan is het Landbouwschap.

Dit regelt de aangelegenheden in de landbouw.

Eén van haar bevoegdheden en taken is het instellingsbesluit, regelende de gezondheid van producten en dieren. Zo kan men bij verordening bepaalde maatregelen uitvaardigen ter bestrijding van dierenziekten. Dit is nu ook gebeurt ter zake de abortus bang. Deze verordening werd eind 1957 door het Landbouwschap aangenomen. Na goedkeuring door de Sociaal Economische Raad treedt deze verordening in werking per 1 mei 1958, aldus spreker.

De werking

De heer Oskam deelde mede dat men drie groepen van bedrijven kent: a. niet vrije bedrijven;

a. niet vrije bedrijven;

b. driehoek of ABR bedrijven; c. vierhoek of geheel vrije bedrijven.

c. vierhoek of geheel vrije bedrijven. De onder a genoemde bedrijven zijn

De onder a genoemde bedrijven zijn nog al duidelijk. De onder b genoemde bedrijven krijgen de z.g. ABR verklaring wanneer bij minstens 3 melkmonsters die eens per kwartaal worden genomen blijkt, dat geen bacteriën worden aangetroffen. Dit kan dus na verloop van 9 maanden het geval zijn.

De onder c genoemde bedrijven krijgen een verklaring dat zij geheel vrij zijn, wanneer zij een ABR verklaring hebben en hierna bij bloedonderzoek ook geen bacteriën worden aangetroffen. Hier moet dus én de melk én het bloed bacterievrij zijn.

Hierna komt echter de moeilijkheid hoe een vrij bedrijf vrij te houden. Vooral bij aankoop van nieuwe beesten dient men uiterst voorzichtig te zijn en te letten op de stempels en de papieren. Ook kent men bedrijven die niet of zeer onregelmatig melk leveren. Hier moeten meermalen bloedproeven worden genomen. De heer Oskam wees er nog op dat met verklaringen van de veeartsen geen genoegen wordt genomen en deze dus geen waarde hebben.

Heffing

Voor de periode van 1 mei 1958 tot 1 mei 1959 wordt alleen een heffing opgelegd aan de niet vrije bedrijven, De z.g. drie- en vierhoeksbedrijven zijn dus vrij. Na 1 mei 1959 moeten echter ook de z.g. driehoeksbedrijven heffing betalen. Dit heeft men gedaan als overgangsmaatregel. De niet vrije bedrijven dienen binnen drie of vijf jaar te worden vrijgemaakt. Voor dit plan kan men zelf kiezen.

De streefdata zijn dan respectievelijk 1 mei 1961 en 1 mei 1963.

Vraagt men niets aan dan wordt geacht dat men zijn bedrijf per 1 mei 1961 vrij wil hebben.

In dit geval bedraagt de heffing ƒ 10 per jaar per rund. Heeft men zijn bedrijf per genoemde datum vrij, dan ontvangt men de heffing weer terug. Is het bedrijf nog niet vrij, dan blijft men doorgaan met heffing te betalen en wordt bij een later vrij worden niets terug ontvangen. Wil men zijn bedrijf per 1 mei 1963 vrij maken, dan dient men hiervan kennis te geven en wordt de heffing gesteld op ƒ 5.— per jaar. Men is dan verplicht jaarlijks een onderzoek toe te passen. Ook hier geldt dat men bij het vrij zijn op 1 mei 1963 de heffing weer terug ontvangt. De heer Oskam merkte op, dat het

De heer Oskam merkte op, dat het bestrijdingsplan tegen de abortus bang in verschillende opzichten overeenkomsten heeft met het t.b.c.-plan, alleen kent men nu geen slachtpremies.

Verdere kosten

Het melkonderzoek is kosteloos. Het bloedonderzoek zal waarschijnlijk ƒ 1.25 of ƒ 1.50 per bloedmonster bedragen met een jaarlijkse bijdrage van ƒ 3.75 of ƒ 3.50 per bedrijf. Dit is echter nog niet definitief vastgesteld.

Niet te snel handelen

Goeree en Overflakkee is een gebied met verschillende soorten bedrijven. Men heeft hier immers melkvee, mestvee en weiderij. Dit biedt verschillende aspecten. Dit zal de praktijk uitwijzen.

„U zult van mij verwachten, dat ik zal adviseren het bedrijf met spoed vrij te maken" sprak de heer Oskam, „maar hiermede zou ik erg voorzichtig willen zijn. Immers, is men eenmaal vrij, dan kan men alleen gestempeld vee aankopen. Raakt men op een of andere manier dan toch weer besmet, dan valt men weer in de heffing, maar ontvangt bij het weer vrij worden niets meer terug. „Ik adviseer U dit alles goed te overwegen" aldus waarschuwde spreker.

Nog groter gevaar lopen de bedrijven die inscharen. Heeft men zelf een vrij bedrijf, dan dient men er wel voor te waken, niet op een besmet gors in te scharen. Immers, verkoopt men een vrij beest, dat enige tijd op een besmet gors heeft gelopen, naar een vrij bedrijf, waar later blijkt, dat het dier 'n besmetting heeft opgelopen, dan loopt men grote kans dat hier nare gevolgen uit kunnen voortvloeien.

De Prov. Gez. Dienst zal zich gaarne met deze problemen bemoeien.

Ook dient men rekening te houden met de fiscale consequenties. De terugontvangen heffingsbedragen vormen een bestanddeel van het inkomen. Spr. voelde wel voor reservering van de betaalde premies (waarmede Uw verslaggever zich zeer goed kan verenigen, daar bij een eventueel niet terugontvangen van de heffing de gevormde reserve in feite een vordering, ten laste van de winst kan worden geboekt).

Hierna pauzeerde men.

Na de pauze werden verschillende vragen gesteld, waarop de heer Oskam bevredigend kon antwoorden. Op een vraag van de heer A. Ros

Op een vraag van de heer A. Rosmolen te Melissant omtrent de duur der besmetting op gorzen, deelde dhr. Oskam mede dat dit een paar maanden kan zijn. In ieder geval dient m.en een dier dat verwerpt 4 weken af te zonderen. Men dient speciaal aandacht te schenken aan de hygiëne.

Os is wel en geen rund

Dezelfde vragensteller informeerde of men voor een os heffing verschuldigd is. De heer Oskam deelde in antwoord

De heer Oskam deelde in antwoord hierop mede, dat volgens de reglementen van de Prov. Gez. Dienst een os geen rund is en iemand die alleen ossen houdt, geen bedrijf heeft.

Het Landbouwschap stelt in haar verordening dat een os een rund is en dus wel heffing verschuldigd is.

Op vragen van de heer Padmos deelde de heer Oskam mede dat voor vetbeesten bij verkoop geen direct voordeel te zien zal zijn, wanneer men vrij is, wel echter voor gebruiksvee en eigen aanfok. Ook dient men vrij vee niet op besmet weiland te laten lopen. Bij melken eerst vrije beesten melken, dan pas besmette beesten.

De heer Fase deelde mede dat op 'n bedrijf bij het busonderzoek was gebleken, dat er besmetting aanwezig was, in tegenstelling tot de resultaten van het bloedonderzoek.

De heer Oskam meende dat hier een verdergaand melkonderzoek wel andere resultaten zal geven.

Voccinatie

Tevens informeerde dezelfde vragensteller of het voldoende is jongvee te laten enten, waarop de heer Oskam zeide dat dit het meest doeltreffend is wanneer de beesten tussen de 150 en 270 dagen oud zijn. De enting geeft echter geen absolute ongevoeligheid, zodat opletten geboden blijft. De heer Padmos informeerde of er

De heer Padmos informeerde of er veel besmette beesten zijn. Anders stelde hij voor om ze maar af te maken.

Naar de heer Oskam mededeelde zijn het er te veel om af te maken.

Dierenarts Wagner, die evenals zijn collega Terlouw aanwezig was, informeerde hoe het jonge kalveren van de fokkerij in een besmet milieu zou vergaan, waarop de heer Oskam antwoordde dat alle kans aanwezig is dat het dier zal verwerpen. Dit heeft de praktijk uitgewezen.

Op een andere vraag van de heer Wagner deelde de heer Oskam mede, dat wanneer een jong kalf de eerste bies krijgt het de eerste 2 maanden niet gevoelig zal zijn voor besmetting. Daarom dient men ook de enting niet te vroeg uit te voeren.

De heer Fase vroeg of overbrenging van besmetting mogelijk is door z.g. „reizende" stieren.

De heer Oskam bevestigde dit en wees er op dat dit zelfs gevaren oplevert voor de stier zelf, ja, het kan zelfs zo ver komen, dat de stier op da duur geen „stier" meer is en onvruchtbaar wordt. De besmetting kan echter ook overgebracht worden door het opnemen van besmet voedsel en drinkwater. Op de laatste vraag van de heer Fase

Op de laatste vraag van de heer Fase deelde de heer Oskam mede, dat ook de mens abortus bang kan krijgen. Ook bü slagers treft men dit wel aan. Een klein wondje is reeds voldoende om de ziekte te krijgen. Hierna dankte de heer Koert de heer

Hierna dankte de heer Koert de heer Oskam hartelijk voor diens duidelijke uiteenzetting. Hij hoopte voor een volgend jaar v/eer een beroep te mogen doen, dat door de heer Oskam werd aangenomen, onder voorbehoud dat er geen ijsgang is! De voorzitter concludeerde dat met

De voorzitter concludeerde dat met de bestrijding van de abortus bang, die een groot gevaar is, voorzichtig moet worden gehandeld. Hierna werden nog enkele huishou

Hierna werden nog enkele huishoudelijke zaken afgehandeld en werden de aftredende bestuursleden, de heren G. Kievit van Stellendam, J. den Boer van Herkingen en D. Ras van Den Bommel, bij acclamatie herkozen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen