Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geluk!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geluk!

7 minuten leestijd

VEERTIENDE HOOFDSTUK

Het nieuwe huis komt klaar. Het is een modern huis, eigenlijk een klein boerderijtje. De stallen voor koebeesten zijn ook modern. En de vader van Trix heefc plezier, dat zijn dochter zo dicht bij hem komt v/onen. Met zijn vrouw is hij helaas uitgepraat, aan de dochter kan hij nog eens een vertrouwelijk woord kwijt. En hij hoeft niet zo heel erg diep in zijn binnenste te delven, of daar is de waardering voor haar instelling, wat geloof en leven aangaat.

Natuurlijk woi'dt dat huis behoorlijk gemeubileerd. Daar is Trix zelf bij. En zij kan meteen gaan rekenen op meer dan twee mensen, want er is bij haar iets komende. Neen, zij verbergt zich niet, maar in het café laat ze zich niet moer zien. Zeker, zij kan behoorlijk tegen de sfeer, die de markt schept — en zij weet heel goed, dat die vaak ruwe kerels met hun grote mond onder een pet zijn te vangen, maar er is toch ook iets in haar, dat afwijzend staat tegenover achteloos in het publiek geworpen uilroepen, die minder gepast zijn en die vaak overmoedig of „om eens leuk te wezen" er zo maar op 't onverwachts worden uitgegooid. Ach, die grote monden en dat vele geroep. Zij heeft dat altijd al niet kunnen waarderen. Mannen onder elkaar verruwen zo gauw. Zo denkt Trix. En in de omstandigheden waarin ze verkeert, kan ze dat helemaal niet verdragen, 't Is haar, of ze iets heiUgs in haar beschermen moet. Daarom is ze blij, dat haar eigen woning klaar komt, dat ze zich installeren mag.

Even komt er nog ruzie met Truus. Of ruzie, ruzie is een te groot woord. Maar mevrouw Boelens legt het er op aan, dat Truus met de schoonmaak en zo, haar dochter even op streek helpen zal. En dat vertikt Truus. Zij zegt, dat ze bij de oude mevrouw in dienst is en niet bij de jonge. Natuurlijk heeft Truus gelijk, die heeft altijd gelijk. En het is een bijzonder geschikt dienstmeisje. Maar je moet ze, vooral de laatste tijd, iets toegeven. Mevrouw Boelens is in sommige op

Mevrouw Boelens is in sommige opzichten wel een rare, maar haar verstand is uitstekend.

- En zij weet het zo heel juist te zeggen, waar het de laatste tijd schort met Truus. Truus wordt te oud in de keuken, doet een beetje bazig, wil niet door ieder gezegd zijn, gaat zo haar eigen gang. Verder niets dan lof. Maar het is niet prelftig meer. Daar zit misschien wel meer, doch mevrouw Boelens blijft maar bij het voor de hand liggende. En als de kinderen, zo mevrouw Boelens het zegt, dan op zichzelf wonen en het grote huis op andere dan op marktdagen en vooral 's avonds als uitgestorven lijkt, en als vader dan naar de Sociëteit gaat en daar zijn gezelligheid opdoet, dan is ze weer helemaal aangewezen op Truus en wil ze zo graag als voorheen met het meisje praten.

Maar op een avond praat Truus zelf. Zij had het misschien al eerder moeten zeggen, maar ja, 't was in huis ook altijd zo druk en zoveel volk over de vloer .... eerlijk zal ze het zeggen: er is toch een verstandige man om haar geweest.

Mevrouw schenkt een glaasje in, Truus moet haar dat eens vertellen. Ziezo, daar zitten ze samen, echt knus, ouderwets. Weet Truus nog van die avond, dat ze samen een beetje dronken waren?

— Ik was niet dronken, u was niet lekker.

— Ach, dat kwam door de notemuskaat!

Veel te veel notemuskaat had ze in haar borrelt je geraspt en het was de schuld van Truus ook wel een beetje, want zij verv/isselde haar volle met het lege glaasje van de oude mevrouw, die het liet begaan.

— Ja mevrouw, maar nu gaan we trouwen.

— Trouwen? En je hebt pas een beetje verkering.

— Dat hoeft zo lang niet te duren.

— Er is toch niets?

— Moet ik kwaad worden!

— Nee, maar je bent zo haastig, en je was de laatste tijd zo stil.

— Daar was reden voor ....

— Reden voor? — Ja! Al die mensen over de vloer,

— Ja! Al die mensen over de vloer, twee huishoudens ....

— Drink je glaasje eens uit ....

— Straks, 'k wil niet zoveel van dat spul —- 'k doe het voor Truus van vroeger. Hoe lang ben je nu al hier'

— 'k Weet het niet. Maar ik heb ook m'n moeilijkheden, daar wordt niet aan gedacht!

— Ik dacht, dat je verkering had ....

— Ja, en ik trouw binnenkort. U zult een ander dienstmeisje moeten zoeken. Alleen met de marktdagen wil ik graag blijven helpen.

-j. Och heden — heden — heden! Hoe moet dat nu? Ik zal nooit meer aan een ander meisje wennen. Geloof mij Truus, het huwelijk is ook niet alles

— Maar uw dochter is toch ook getrouwd?

— Ja, maar die heeft ook een man ..

Plotseling gooit Truus haar breiwerk op tafel, smijt haar stoel achteruit en — als had mevrouw Boelens haar al dat leed aangedaan —• roept ze:

— Die heeft mijn man ! ! I Weg is Truus, de kamer uit. Mevrouw Boelens hoort haar hartstochtelijk huilen. „Wat een avond, wat een avond," mompelt ze en wil het weggeworpen breiwerk van Truus van de tafel ruimen. Natuurlijk stoot ze door agitatie het glaasje van Truus om. 't Spul drijft op het tafelkleed, net een meertje, „'t Is zonde," zegt ze en dan buigt ze haar lichaam over de tafel heen en slorpt van dat klare, dat klare.... ze slorpt het kleed schoon, slechts een nat plekje blijft over. Dat droogt wel op. Even likt ze haar lippen, en denkt dan aan Truus. Hoe zal ze ooit aan een ander meisje wennen! Misschien krijgt ze er wel eentje, die 's avonds altijd uit gaat, die al maar de straatstenen telt, of bij haar eigen familie thuis zit. Dan blijft zij 's avonds alleen. De man in de soos, haar dochter in een nieuw huis. Truus getrouwd en zij zelf alleen. Neen, ze is nog lang niet dronken als ze voorover met haar hoofd op de tafel zich gooit en ook schreit, zij het dan niet zo hartstochtelijk als Truus.

Ach, wat weten de mensen die voorbij wandelen er van, wat er binnen de muren van dit grote huis gebeurt? Wat weten de kooplui, die hier met de markt dagen zo gezellig zaken doen en m elkander praten, van het leed van * bewoners van hun café. Aan trane» denken ze niet, een goede bak koff en een pittig glaasje, een puike pot W .... meer begeren ze niet. En die Boe lens heeft een beste zaak, kan ^ an opbrengst van de marktdagen runii If ven en daar zit van de familie ook "»> wel wat — en die Bernardus is een li" kerd dat hij de dochter, die straks allo krijgt, de anderen afgesnoept heeft Ei' fin, ze gunnen het hem, en eigonlijl' • hij m.et zo'n lang bleek juffertie Ie W klagen.

Truus is een beetje bedaard in " keuken en heeft haar tranen gedroog» een beker water gedronken en nu i^'^ ze haar breiwerk halen. Zij zet zich o« alle narigheid heen, trekt een bes» gezicht waarop te lezen staat, dat z| zich nooit meer zo zal laten gaan, z* tegen haar mevrouw niet. Zo beslot on bedwongen gaat ze naar de liuisl mer, opent bruusk de deur en wil h* breiwerk grijpen. Mevrouw Boelens'' nog lang niet over haar verdriet h*' die huilt maar aanhoudend. Haar v'; driet is meer slepend en zij =nokKe zo'n beetje. Truus schrikt daar van« blijft staan, de handen over elKaar g_ slagen. En laat nu haar mevro.'W *' zen, wat ze is, voor dit verdriet 's' toch te goed:

— U moet er niet zo om schreien--

(Wordt vervo¥^

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 25 februari 1958

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

Geluk!

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 25 februari 1958

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's