Kerkgeschiedenis van Den Bommel
l! l J , tp van ds. W. A. Wanrooy (1848—1884)
J l (53)
l (Slot)
l intrede
l gi i n| 81 lenige vergeefse beroepingen te \i uitgebracht kwam van Zijpe tot Srer ds- Wolter Adriaan Wanrooy. ferd bevestigd door zijn broeder J. pnrooy van Stad per 5 november De nieuwe predikant deed zijn innet een predikatie uit 1 Cor. 3 vs.
81 l He 36 jaren van zijn verblijf alhier 1 geschied.
l tl l| I al r Eepenbank. Gemeenteraadsleden vroger schepenen genoemd. Zij een aparte bank in de kerk. timen is ook niet altijddurend geleraadslid en zo verviel bij aftrelok het recht op de zitplaats. Toen j boot aan. De heren wensten geen its te ruimen voor de nieuwe. Fzij konden hun recht niet bewij- D vonden het maar geraden de weg ichtvaardigheid te betreden door |euwe plaats te huren,
l Boedel Bigge
|852 werd behoefte gevoeld aan pagelijks bestuur van de boedel J De administrateur zou worden laan door een kerkeraadslid vaai Bommel en van Ooltgensplaat. Wij \n om een inventarislijst, dat heel [was, maar geheimzinnig genoeg niet gegeven.
Aimverzorging
,\ f ï el Ie armverzorging kwam een veel regeling. Elders woonachtigen niet langer ondersteund. Woonji twee jaren ter plaatse, dan [ men voo onderstand in aanmer-
Neuirale school
857 werd de Bijbel van de school piristeliji;e school geweest. Maar de geweerd. Tot nog toe was de school een :eest van het onderwijs liet reeds vele i)jjbel wa.s er wel, maar er waren on- .ren hier en daar te wensen over. De irwtjzeis, die een geslachtsregister iten voorlezen en daarmee uit. Een :ora en verdraaid geslacht.
Zo werd dan om de Roomsen en de IbertUen ter wille te zijn de bijbel aan de kant gezet. Nu besloot de kerkeraad gratis catechetisch onderwijs op de school te laten geven aan de kinderen der bedeelden en sloot degenen van ondersteuning uit, die deze lessen niet lieten volgen.
Amihuis
Het in. 1838 ingerichte armhuis werd afgebroken, de tuin. verkocht en een nieuw ter plaatse gebouwd. De zorg voor de ouden van dagen en armen bleef de diakonie nauw aan het hart gebonden.
Emeritaat
Na hier 36 dienstjaren te hebben volgemaakt, verkreeg ds. Wanrooy per 1 april 1884 eervol emeritaat en verliet als een vader te midden van zijn volk de gemeente. In mijn tijd leefde hij nog voort in de herinnering van vele ouden van dagen. Ons portretalbum begint met hem, zodat zijn beeltenis in het kerkarchief wordt bewaard.
Oeen doleantie
De beroering van 1886—1887 gaf hier een zeer kleine deining in 1890. Toen kwam een verzoek bnnen om de reformatie ter hand te nemen. De kerkeraad wees dit af met de motivering, dat de 16e eeuw een geheel ander beeld .gaf te zien van reformatie. Daarop verlieten enige lidmaten de kerk, waarvan de kerkeraad verslag uitbracht aan de Synode.
Een' orgel
'Den Bommel ging met zqn tijd mee. Men zocht middelen om een orgel in de kerk te verkrijgen. De plannen gelukten en zo werd op de eerste Kerstdag 1892 het orgel ingevrijd. De voorzanger zag zijn taak aanmerkelijk verlicht.
Slotwoord
En nu, geachte broeder B. Melissant. die tot mij het verzoek richtte de hele zaak nog eens door te nemen en om te werken tot een leesbaar geheel, ontvang mijn vriendelijke dank. Ik heb de stof wat beter gerangschikt en door titels boven de kleine onderdelen te plaatsen de zaak wat overzichtelijker gemaakt.
Ook de uitgever mijn oprechte dank voor de bereidheid der plaatsing in zijr veel gelezen blad. Zelf heb ik er ook weer van genoten door met de gemeente een paar eeuwen te wandelen op de dikwijls moeilijke paden van het voorgeslacht.
Ook de lezers, die mij geregeld volgden of soms hun aandacht konden schenken, mijn dank.
Niet alle stukken zullen U in gelijke mate hebben bekoord, maar ook mij niet. Van alles wat wij behandelden was de slotsom de wisseling en de vergankelijkheid. Wij wandelen op het kerkhof van ons voorgeslacht en vertoefden in het verleden. Toch hebben wij ook met dankbaarheid kunnen zien, dat de Overste Leidsman en Voleinder des geloofs onze gemeente in stand heeft gehouden in tegenspoed en ons met veel voorspoed heeft gezegend.
Laat ons ook met beide benen staan in het heden en de stad mogen zoeken, die fundamenten heeft, welker kunstenaar en Bouwmeester God is.
Wij besluiten met-de raad van Paulus aan Timotheus: leggende zichzelven weg tot een schat een goed fundament tegen het toekomende, opdat wij het eeuwige leven verkrijgen mogen (1 Tim. 6 vs 19)
Maarssen, 20 februari 1957.
Ds. G. van der Zee
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 maart 1958
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's