Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geluk!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geluk!

(41)

7 minuten leestijd

Hij heeft wel duizend maal geprobeerd om er af te komen — en geen succes gehad, ze lachen hem eenvoudig in z'n gezicht uit — hebben het allemaal veel te druk met de voorbereidingen voor 't grote feest. De Commissaris van de Koningin zal komen en de burgemeester en de lui van de Kamer van Koophandel en wie weet welke hoge pieten nog meer. Die zwager van hem is er niets te goed voor om de minister van landbouw op het feest te vragen. Maar die vrouwen allemaal, dat is 't ergste.. 'n Potloodje en een stuk papier. Hoe ter wereld schrijft een mens een heel boek. Hij moet minstens twintig minuten vol maken en mag niet langer dan een half uur. Mijnheer de Voorzitter, dames en heren — dat is een paar seconden. En een minuut heeft zestig seconden — twintig maal zestig is

— Trix, toe help me es, jo.. Kun je nu niet een opstelletje maken over de markt. Dan lees ik het wel voor. Jij schrijft zo mooi duidelijk — dan raak ik vast niet in de war.

Hij gooit zijn kladje met potloodstreep j es voor Trix neer — en die zegt niet nee., die bekijkt dat gekrabbel. En ze heeft medelijden met haar Bernardus. "t Is ook geen v^^erk van dat bestuur van die veehandelaarsbond om Bernardus daar voor op te laten draaien. Hij gaat zo goed als nooit naar een vergadering — nu ja, vroeger voor de J.V. heeft hij wel eens een inleiding gemaakt, maar dan kon hij bronnen raadplegen. En dat is al weer zo'n hele tijd geleden. Ach, zij begrijpt zo heel goed, dat hij er tegenop ziet. Goed zij, belooft, dat ze zal proberen er wat van te maken. Tenslotte heeft zij de H.B.S. afgelopen — en dat is goed, want nu kan ze straks de kinderen helpen bij hun huiswerk. Zij is er nooit zo blij mee geweest als in deze tijd nu ze zelf kinderen heeft. Maar daar zit haar man en ondergaat duizend angsten, dat hij het niet voorelkaar krijgt — eerst helpt ze haar man. Hij is een man voor de markt, maar zij is ook dicht bij de markt opgegroeid. Als ze nu maar eens één dag thuis bij de kinderen blijven wou., dan ging zij een dag naar haar moeder en daar, rustig alleen in een lekkere warme kamer, zonder te hoeven omzien naar eten of drinken of kinderen, zou ze het best voorelkaar prutsen.

Zij stelt dat aan Bernardus voor. Die hapt maar al te graag toe. En zo gebeurt het, dat de vrouw van Bernardus Uitwellingerga een keurige speech in elkaar draait bij haar moeder thuis — en die 's avonds haar man cadeau doet.

Bernardus leest wat zij geschreven heeft en hij vindt het een keurig stuk werk. Zijn vrouw had iets anders moeten worden dan een huissloof van een veehandelaar. Zo zegt hij het. Maar zij wil zulke woorden niet horen. Hij moet maar eens vertellen, hoe hij en de kinderen het in haar afwezigheid hebben gemaakt.

— Dat vraag je morgen de kinderen maar! We hebben veel schik gehad! En ik heb nog kans gezien een dienstmeisje voor je te huren, 't Is een beste, daar sta ik voor in!

— Kun jijdat betalen?

— Natuurlijk — ja, ik betaal dat niet daar zijn de boeren goed voor. Die krijgen wat minder. Jij kunt niet alles alleen meer doen. De volgende marktdag vragen bijna

De volgende marktdag vragen bijna alle veehandelaren aan Bernardus of hij zijn preek al klaar heeft. Niet-bestuursleden vragen hem, wat hij wel met zo'n rede verdient. En de Rus vraagt, of hij vanavond de hoge hoed moet dragen. Ja, want de Rus is ook genodigd! Natuurlijk ging het niet om alle veedrijvers en vervoerders op het feest uit te nodigen. Maar de veedrijvers hebben een vereniging. Op enkele vergaderingen en over geen enkele zaak zijn ze het samen eens geweest — en zo lang de vereniging bestaan zal, gebeurt dit ook niet. Maar toch zijn ze zover opgeschoten, dat ze een bestuur hebben gekozen.

De jonge Walrus zit in dat bestuur. En het bestuur van de vereniging van veedrijvers is officieel uitgenodigd. Zodoende.

Veel vrouwen van veehandelaren sjouwen vandaag in hun beste kleren over de markt. De vrouw van Bernardus en de met Oosting junior getrouwde zuster van hem, zijn de gast van zijn schoonmoeder. Als de markt afgelopen is, gaat hij daar ook heen om zich te verkleden. Het trouwpak — korte jas — moet aan.

Toch is Bernardus niet op zijn gemak. Hij verliest vandaag aan zijn koeien — hij is niet geduldig genoeg, dat hele feest zit hem dwars. Was het maar vast afgelopen. Laat zal dat niet zijn, want de mensen moeten om negen uur nodig naar huis. Maar om vier uur begint het spul al. Wat moeten ze al die tijd uitvoeren? En wat doen ze daar toch met al die hoge lui?

Neen, het zit hem niet lekker! Een veekoopman moet bij de koeien blijven en niet met hoge pieten en vrouwen gaan feesten. Enfin, 't is eens om de vijf jaar en hij laat zich nooit en nooit en nooit meer voor een speech opdraaien.

Zijn zwager vraagt hem, hoeveel borrels hij al voor de zenuwen gedronken heeft. Ja, ja — die zwager moest eens weten, wat hij zijn vrouw heeft moeten beloven. Geen enkele borrel, maar vóór het spreken drie glazen koud water achter mekaar opdrinken. Al zes keer heeft hij vandaag ergens in een hokje gezeten en een schijfje met „bezet" voorgedraaid. En het blijft niet bij zes keer.. Bij zijn schoonvader doet hij aan de boterhamtafel veel te druk en zij hebben daar allemaal heel veel schik om zijn zenuwen, zo ze het noemen. En de zwager repeteert voor de zoveelste keer zijn openingswoord:

„Dames en heren, ik open deze feestelijke bijeenkomst en het feestwoord zal gesproken worden door de heer Bernardus Uitwellingerga." 'n Klets met de hamer en klaar. Vijf a zes seconden en dan Bernardus een half uur, hij lacht zich nog stijf. Liever twintig jaren voorzitter, dan één keer een rede van een half uur. — Twintig minuten, protesteert Ber

— Twintig minuten, protesteert Bernardus.

En dan maken ze daar bij zijn schoonouders aan tafel ruzie over twintig minuten of een half uur. Ze doen tenminste alsof. De moeder van Trix zegt, dat ze zich voor het feest hun kelen nog hees zullen schreeuwen. En a) beveelt voor de zenuwen één oranjï' bittertje met geraspte nootmuscaai Daar wordt een mens rustig van. Zj heeft dat meer dan eens bij de ha™ gehad. Truus, haar vroegere diensttJW' zou het kunnen getuigen.

— Komt die ook op het feest?

— Natuurlijk, die hoort er bi,i

En zo is het inderdaad. TegenvW uur vult de grote zaal zich met «'; bont gezelschap mensen: oude, ]Oiê( mannen met baarden en wat mode" geklede verloofden van jonge veelia"' delaren. Alle marktcaféhouders » present met hun bedienden — de z* biedt plaats aan een duizend tn9^ doch er zijn ook tafels en die zijn vej' sierd. Het podium staat in gw^" r pronken en daar staat een lessenaar ' een tafeltje met een karaf water en ef glas. Het bestuur heeft zich voor« gelegenheid in het zwart gestoken draagt een versiering op de borst

Oosting Junior rookt de ene siga' na de andere; Bernardus zit raast ^ .cm thiii' ex-voorzitter. Oosting Senior zii a' in de zaal naast zijn Truus van aan de ene kant en Truus van i"^''?!" de andere zijde. Hij zegt niet and • dan: „Wat ben ik blij, dat ik met Hi«^ in het bestuur zit! Hoe zal dit gaa"'

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 6 mei 1958

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

Geluk!

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 6 mei 1958

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's